ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Btw terugvorderen vanaf de opening van de faillissementsprocedure van een schuldenaar

Elke btw-plichtige komt ooit met dit probleem in aanraking. Naast alle ongemakken die een debiteur veroorzaakt wanneer hij een factuur niet betaalt, heeft de belastingplichtige die diensten of goederen heeft geleverd, btw voorgeschoten die hij gefactureerd heeft.

Om een vordering als volledig oninbaar te mogen beschouwen op niveau van de vennootschapsbelasting, dient in beginsel gewacht te worden op de sluiting van de afwikkeling van het faillissement of op een duidelijke verklaring ontvangen vanwege de curator, die bevestigt dat geen enkele uitkering kan worden verwacht.

Wat de btw betreft biedt het btw-wetboek een bepaalde gunst aan schuldeisers die de teruggaaf van btw kunnen aanvragen vanaf de datum van het vonnis met de beslissing omtrent het faillissement (art. 3, lid 1, KB nr. 4). Men hoeft bijgevolg de faillissementsprocedure, noch de verklaring van oninbaarheid vanwege de curator af te wachten om de aanvraag tot teruggaaf van de btw in te leiden. Vanaf het moment dat een debiteur failliet verklaard is, is er geen enkele reden meer om te wachten om actie te ondernemen. Zou u, als bij wonder een dividend ontvangen uit de afwikkeling van het faillissement ondanks uw status als chirografaire schuldeiser (desgevallend), mag u niet vergeten dat er opnieuw btw verschuldigd is op het gedeelte van de gerecupereerde schuldvordering.

Er bestaan drie mogelijkheden in geval van opening van een procedure van gerechtelijke reorganisatie:

  • de gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord: de vordering tot teruggaaf ontstaat op de datum van de homologatie van het terugbetalingsplan door de handelsrechtbank (en heeft uiteraard enkel betrekking op vorderingen die opgenomen zijn in dit terugbetalingsplan);
  • de gerechtelijke reorganisatie door een minnelijk akkoord: de vordering tot teruggaaf ontstaat op de datum van het vonnis dat het minnelijk akkoord vaststelt (en heeft uiteraard enkel voor vorderingen die opgenomen zijn in het akkoord);
  • de gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: de vordering tot teruggaaf ontstaat op de datum van het vonnis dat het einde van de reorganisatieprocedure vaststelt (geldt enkel voor vorderingen die niet voldaan zijn als gevolg van de overdracht).

In alle andere gevallen (en meer bepaald in geval van een schuldenaar in vereffening) kan teruggaaf van de btw aangevraagd worden wanneer men het verlies of de oninbaarheid zeker kan vaststellen. Het is een kwestie van feitelijke aard en men moet kunnen bewijzen, met alle middelen in feite en in rechte, dat de vordering echt oninbaar is.

Thema : BTW

Auteur : Tristan Krstic

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator