ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Het Europees Hof van Justitie veroordeelt de fairness tax

Onlangs heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie geoordeeld dat de Belgische fairness tax niet verenigbaar is met de moeder-dochterrichtlijn.

Zoals reeds aangehaald in een eerder artikel, is de fairness tax sinds 2013 van toepassing wanneer een vennootschap een dividend uitkeert en in dezelfde belastbare periode haar belastbaar inkomen daadwerkelijk vermindert door de aftrek van verliezen en risicokapitaal.

Ter verduidelijking, het belastbaar bedrag voor de fairness tax wordt bepaald door het bedrag van het uitgekeerde dividend dat het belastbaar resultaat overschrijdt. Dit bedrag wordt, vóór de toepassing van de belastingvoet, vermenigvuldigd met de zogenaamde proportionaliteitsfactor die het mogelijk maakt te bepalen in welke mate het resultaat verminderd werd door de toepassing van aftrek van verliezen en risicokapitaal.

Het voorwerp van dit geschil is het beroep dat de Belgische dochteronderneming van een Finse vennootschap ingesteld heeft bij het Grondwettelijk Hof waarbij de annulering gevraagd wordt van de artikels van de wet van 30 juli 2013 waarmee de fairness tax werd ingevoerd.

Het Grondwettelijk Hof heeft een aantal prejudiciële vragen voorgelegd aan het Europees Hof, omdat er twijfels bestonden over de verenigbaarheid van de fairness tax met het Europees recht.

Het Hof bevestigt dat dit een inbreuk is tegen de moeder-dochterrichtlijn wanneer een Belgische vennootschap dividenden heruitkeert afkomstig van een dochtervennootschap gevestigd in een andere Lidstaat.

Dit arrest is belangrijk: dit houdt in dat de belastingplichtigen een verzoek om ontheffing kunnen indienen wanneer zij reeds onderworpen waren aan de fairness tax, die door het Hof ongeldig verklaard is.

Auteur : Pascale Hautfenne

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator