ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Belastingverhogingen zijn niet verschuldigd door erfgenamen

Wanneer de administratie in dossiers oordeelt dat een belastingplichtige zich aan fiscale fraude heeft schuldig gemaakt, zoals met opzet een verklaring niet indienen met de bedoeling belastingen te ontwijken, past zij belastingverhogingen toe die aanzienlijk kunnen zijn in functie van hun aard; gaande van 50 tot 200% bij directe belastingen, van 100 tot 200% bij btw-aangelegenheden, nalatenschappen of registratierechten.

Deze belastingverhogingen vormen als zodanig een deel van de belastingschuld van de onverstandige belastingplichtige, wanneer hij via rechtspraak wordt aangewezen als de auteur van de belastingontduiking.

Net zoals de belastingschuld zijn deze verhogingen in beginsel van burgerrechtelijke aard, maar sinds vele jaren beschouwt de rechtspraak ze in feite als strafrechtelijke sancties, die niet in verhouding staan tot het verlies dat de staat lijdt door het frauduleus gedrag van de belastingplichtige.

Het komt regelmatig voor dat de rechtspraak verzocht wordt het strafrecht toe te passen op deze verhogingen, met name om ze te verlagen of te verhinderen dat een belastingplichtige tweemaal gestraft wordt (zowel fiscaalrechtelijk als strafrechtelijk, bijvoorbeeld).

Rekening houdend met het duidelijk strafrechtelijk karakter van deze verhogingen die verschuldigd zijn omwille van de vermeende bedoeling om belasting te ontduiken, is het logisch dat een ander essentieel principe van het strafrecht wordt toegepast, met name het ontbreken van strafrechtelijke aansprakelijkheid voor anderen.

Dit principe houdt in dat niemand strafrechtelijk als dader van een misdrijf begaan door een derde kan beschouwd worden, zelfs niet in geval deze derde een familielid is van wie men erft.

Door deze verschillende principes samen te voegen, heeft het Hof van Beroep te Mons recent op 10 juni 2015 beslist dat aangezien de belastingverhoging met 50% in een zaak van personenbelasting (in dit geval, omwille van het vrijwillig niet aangeven van belastbare roerende inkomsten) een overwegend repressief karakter had en bijgevolg een strafrechtelijke sanctie inhield in de zin van het Zevende Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; daaruit dient afgeleid dat het beginsel van het persoonlijk karakter van straffen dat verbonden is aan strafrechtelijke sancties moet worden toegepast.

Het beginsel van het persoonlijk karakter van straffen is onverenigbaar met de vraag naar betaling van verhogingen aan de erfgenamen van een frauderende belastingplichtige, zelfs indien zij de erfenis simpelweg hebben aanvaard en zelfs indien de onverstandige belastingplichtige sterft tijdens de procedure.

Een eerste arrest over deze kwestie, die volgens het recht vanzelfsprekend is maar waarvan de principes duidelijk moeten herinnerd worden aan de fiscale administratie. </p>

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator