ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

De taks van 0,15 % op effectenrekeningen werd nietig verklaard!

Het Grondwettelijk Hof, waar een beroepsprocedure aanhangig werd gemaakt tegen de wet van 7 februari 2018 die de TER (taks van 0,15% op effectenrekeningen van minstens 500.000€), heeft zich net in een langverwacht arrest uitgesproken en heeft de wet die deze taks heeft ingevoerd, nietig verklaard.

De reden van deze nietigverklaring is puur technisch: de taks werd als discriminerend beschouwd omdat bepaalde effecten, die vergelijkbaar werden beschouwd met deze waarop de taks betrekking heeft, niet onder deze taks vallen: de nominatieve effecten, de afgeleide producten, de vastgoedcertificaten, enz.

De reden die als steun voor de nietigverklaring wordt gebruikt, is dus niet het meest bevredigend: zij suggereert dat, indien de belasting alle financiële instrumenten had gedekt, zonder onderscheid, zij mogelijk niet was geannuleerd, althans niet op die basis. We zullen het op dit moment niet weten, omdat het Hof heeft besloten, aangezien deze grond toeliet dat de volledige bekritiseerde wettelijke bepaling wordt vernietigd, om niet te kijken naar de andere argumenten, die geen breder effect hadden kunnen hebben.

Een wet nietig verklaren, komt er eigenlijk op neer ervoor te zorgen dat ze nooit heeft bestaan. Bijgevolg, in principe altijd, zouden de personen die de TER hebben betaald deze moeten kunnen recupereren.

Dit is echter niet het geval: het Grondwettelijk Hof heeft, rekening houdend met haar “budgettaire en administratieve” doelstellingen, beslist de wet te laten voortbestaan voor haar effecten uit het verleden.

Met andere woorden, de TER’s die betaald werden, zullen niet enkel op basis van het bestaan van het arrest van nietigverklaring kunnen gerecupereerd worden.

Welke houding moeten we voortaan aannemen?

De personen die de TER betaald hebben en die reeds een bezwaar hebben ingediend op grond van het anticonstitutionele karakter van deze taks, zullen het arrest van het Grondwettelijk Hof gebruiken ter ondersteuning van hun argumentatie en zullen waarschijnlijk de onterecht geïnde taks terugbetaald zien.

De personen die de TER betaald hebben zonder bezwaar te hebben ingediend zullen geen andere mogelijkheid hebben dan zich te baseren op het feit dat een anticonstitutionele taks een inbreuk op het recht van eigendom inhoudt en dus tot een aanvraag tot terugbetaling kan leiden, maar op grond van het gemeenrecht. Wat de personen betreft die de TER nog niet zouden betaald hebben terwijl deze verschuldigd was, zij zouden in theorie hiertoe kunnen verplicht worden door de belastingadministratie.

We hebben echter in het verleden gezien dat er vaak, wanneer geconfronteerd met dergelijke situatie, een ministeriële omzendbrief wordt gepubliceerd die de ambtenaren uitnodigt om geen vervolgingen in te stellen en al hun krachten voor andere taken in te zetten… Temeer omdat voor de administratie het feit om de opeisbaarheid van een anticonstitutionele taks op zich reeds betwistbaar is op vlak van de beginselen, ook al heeft het Grondwettelijk Hof zelf aan haar arrest van nietigverklaring een maatregel van non-retroactiviteit heeft voorbehouden.

Is dit een overwinning?

Zeker niet: dit arrest tot nietigverklaring doet niet af aan de legitimiteit van deze belasting, maar alleen aan het feit dat er sprake is van technische fouten en een willekeurig onderscheid tussen bepaalde soorten financiële instrumenten en andere.

Dit zal waarschijnlijk slechts een korte onderbreking zijn, aangezien deze fouten in de toekomst zeker gecorrigeerd zullen worden, wat rechtvaardigt dat we ons voorbereiden op een heruitgave van deze belasting op het roerende fortuin.

Auteur : Severine Segier

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator