ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

De Minister van Financiën wil onbegrijpelijke wetten

Terwijl “iedereen geacht wordt de wet te kennen” zijn wij sinds weken getuige van betreurenswaardige misverstanden betreffende de draagwijdte van de “antimisbruik”-bepaling. Die bestraft thans “fiscaal misbruik” op het vlak van de inkomstenbelastingen, de registratierechten en de successierechten.

Meerdere specialisten en enkele parlementairen werden bezeten door de juiste draagwijdte van deze tekst, met name inzake vermogensplanning. Sommigen gingen zo ver, op absurde manier, dat ze bevestigen dat de handgift een misbruik zou worden.

Een dergelijke verwarring is niet enkel een gevolg van het feit dat de wet slecht werd neergeschreven en na onzorgvuldige parlementaire werkzaamheden werd goedgekeurd. Dat is spijtig genoeg schering en inslag geworden. Daarenboven zijn noch de minister, noch zijn administratie in staat om praktische toepassingsgevallen van de tekst te geven.

Niet alleen is de interpretatie van de tekst moeilijk, maar is zelfs de administratie niet in staat om duidelijk haar mening uit te drukken aangaande dit onderwerp.

Daar voegt zich een niet te rechtvaardigen houding van de Minister van Financiën zelf aan toe die tijdens de debatten in de Kamer doelbewust de onduidelijkheid leek in de hand te werken. In antwoord op een parlementaire vraag van de gedeputeerde Veerle WOUTERS, heeft de Minister, na een geruststelling te bieden over de handgift die “niet als misbruik wordt beschouwd”, gedacht het volgende te moeten toevoegen: “men beweert dat ik verwarring zou zaaien door niet te antwoorden op sommige vragen. Welnu, ik wil fiscale misbruikers geen kansen bieden door het geven van een precieze toelichting bij allerhande constructies, waaraan gewone burgers helemaal niet denken” (Vertaald beknopt verslag, Kamer, plenumvergadering van 31 mei 2012, CRIV 53, Plen 089, 33).

Ziedaar, dat de Minister voor elke rechtvaardiging van zijn stilzwijgen aankondigt dat hij bewust niet antwoordt op de vragen van de parlementairen omdat de belastingplichtigen, indien zij het standpunt van de administratie zouden kennen, de mogelijkheid zouden hebben om over te gaan tot…fiscaal misbruik!

In een normaal parlementair regime zou een dergelijke minachting voor het Parlement de onmiddellijke stopzetting van zijn functies met zich meebrengen. Maar nog fundamenteler is het verbazingwekkend om te zien hoe de Minister op dit punt de begrippen van fraude en fiscaal misbruik verwart. In zijn eigen administratieve richtlijn over dit laatste begrip heeft hij immers verduidelijkt dat fiscaal misbruik nooit fraude uitmaakt. Tot slot, hoe kan men redelijkerwijze aan de belastingplichtige verwijten fiscale misbruiken te begaan zonder dat men weet wat het is? De administratie en de Minister die haar controleert weigeren immers doelbewust om dit begrip uit te leggen terwijl zij tegelijkertijd erkennen dat het vaag is.

Auteur : Thierry Afschrift

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator