ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Aangekondigde hervorming van de vennootschapsbelasting vanaf 2018: de grote lijnen van het akkoord

De regering Michel had het reeds aangekondigd bij het begin van het jaar 2016. Sindsdien lag het project wat stil door de onenigheden die tussen de leden van de regering waren ontstaan, meer bepaald voor wat betreft het fiscaal stelsel van toepassing op de meerwaarden op aandelen van particulieren. We waren dus zeer geïnteresseerd toen we op 26 juli 2017 kennis namen van de inhoud van het regeringsakkoord dat tijdens de nacht van 25 en 26 werd onderhandeld, in het bijzonder de maatregelen die vanaf 2018 de basis zouden moeten vormen van de hervorming van onze vennootschapsbelasting.

De “meest in het oog springende maatregel” van de hervorming zal uiteraard de verlaging van de basisrente van de belasting zijn, die vanaf 2018 van 33% naar 29% zal zakken om tot 25% te zakken in 2020. Tijdens diezelfde periode zal de bijkomende crisisbelasting vanaf 2018 van 3% naar 2% teruggebracht worden om uiteindelijk definitief geschrapt te worden vanaf 2020. De KMO’s zullen van een nog belangrijkere verlaging kunnen genieten, aangezien het verlaagd opklimmend tarief vanaf 2018 zal verlaagd worden om het te brengen van 25% naar 20%, maar het zal voortaan beperkt worden tot de eerste schijf van 100.000 EUR. In de toekomst zullen de KMO’s op die manier voor het deel van hun resultaat dat hoger is dan 100.000 EUR onderworpen worden aan het normale tarief van de vennootschapsbelasting.

Deze maatregel zal gepaard gaan met secundaire maatregelen die ook te waarderen zijn zoals de schrapping van de belasting van 0,412% die van toepassing is op meerwaarden die door de « grote bedrijven » worden gerealiseerd op « vrijgestelde » aandelen en dit vanaf 2018. We kunnen hier ook de aanpassingsmaatregel vermelden, of zelfs de schrappingsmaatregel, van de “fairness tax” op dividenden uitgekeerd door Belgische bedrijven die weinig belastingen betalen. Verder zullen we een verhoging noteren van de “aftrek voor eenmalige investeringen” die toegekend wordt aan KMO’s en aan éénmanszaken, teneinde deze op 20% te brengen voor het jaar 2018. De verijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijk personeel zal eindelijk geleidelijk worden uitgebreid naar de houders van bepaalde diploma’s (bachelors).

A priori is de intentie van de regering lovenswaardig, aangezien het lijkt alsof het gaat over een verlichting van de fiscale last. Door haar belastingtarief tot de vennootschapsbelasting te laten dalen, zal België inderdaad de groep van Europese landen verlaten die de bedrijven het meest belasten om meer overeen te stemmen met het “Europese gemiddelde”. Hierover valt niks te zeggen.

De regering heeft echter bevestigd dat de hervorming “budgettair neutraal” moest zijn. Dit zal bijgevolg gebeuren door de goedkeuring van een serie bijkomende maatregelen die bedoeld zijn om de financiering van de verlaging van het normale tarief van de vennootschapsbelasting te verzekeren. En het is hier waar de aangekondigde wijzigingen riskeren een niet te verwaarlozen fiscale impact te hebben op de vele Belgische bedrijven.

Zonder volledig te zijn, mogen we de volgende maatregelen citeren die vanaf 2018 zullen toegepast worden:

Invoering van een minimum belastinggrondslag. De bedrijven die een fiscaal resultaat realiseren die hoger is dan 1.000.000 EUR zullen belast worden op een “minimum belastinggrondslag”, die wordt uitgevoerd via een beperking van de aftrek van bepaalde kostenposten, zoals het uitstel van de niet-gebruikte “DBI”-aftrek, het uitstel van de aftrek voor innovatie-inkomsten, het uitstel van notionele intresten, alsook nog het uitstel van vorige verliezen. De aftrek zal beperkt zijn tot een maximumbedrag van 1.000.000 EUR + 70% van het saldo van het fiscale resultaat. Bijgevolg zal 30% van dat saldo de minimum belastinggrondslag vormen waarop het normale tarief van de vennootschapsbelasting van toepassing zal zijn. Van zodra het normale tarief van de vennootschapsbelasting tot 25% zal worden teruggebracht, zal dit aanleiding geven tot een effectieve belasting van deze vennootschappen aan 7,5%.

Aanpassing van de voorwaarden voor vrijstelling van meerwaarden die door bedrijven op aandelen worden gerealiseerd. Samen met de aangekondigde afschaffing van de belasting van 0,412%, waarover hiervoor reeds werd gesproken, zal het stelsel van vrijstelling van meerwaarden die door bedrijven op aandelen worden gerealiseerd, aangepast worden, teneinde in overeenstemming te komen met het stelsel van de "DBI"-aftrek. In de toekomst zal de vrijstelling enkel nog worden verkregen als de deelneming in het bedrijf waarvan de aandelen worden overgedragen, gedurende meer dan één jaar een drempel van ten minste gelijk aan 10% van het kapitaal van het bedrijf bedraagt, of indien de aankoopwaarde van de deelneming hoger of gelijk is aan 2.500.000 EUR.

Wijziging van het stelsel van notionele intresten ("risicokapitaal"). Vanaf 2018 zullen we de transformatie zien van het stelsel van de "notionele intresten" zodat enkel met het bijkomende kapitaal uit kapitaalverhogingen zal rekening gehouden worden. Er zal een berekening worden gemaakt op basis van de evolutie van het gemiddelde van het eigen vermogen tijdens de laatste 5 jaar van activiteit. Hieromtrent herhalen we dat het stelsel dat initieel werd ingevoerd als doel had om de investering in risicokapitaal op eigen vermogen te motiveren, teneinde de financiering van KMO's mogelijk te maken op een andere manier dan via leningen. De aangekondigde maatregel dient dus om op dit initiële doel terug te komen.

Toepassing van een bijzondere bijdrage van 10% bij een onvoldoende bezoldiging van bedrijfsleider. Het verlaagde tarief van de vennootschapsbelasting die van toepassing is op de eerste schijf van 100.000 EUR, waarvan de KMO's zullen kunnen genieten (nominaal tarief 20%) zal enkel kunnen gevraagd worden indien de KMO aan minstens één bedrijfsleider die een natuurlijk persoon is een minimale vergoeding betaalt van 45.000 EUR. De vergoeding zal lager mogen zijn, op voorwaarde dat ze gelijk is of hoger dans de belastbare inkomsten van het bedrijf. Bovendien zal elk bedrijf, KMO of niet, zich een bijzondere bijdrage van 10% zien opgelegd worden op het verschil dat bestaat tussen het bedrag dat aan de bedrijfsleider werd toegekend en het spilbedrag van 45.000 EUR, wanneer de vergoeding die drempel niet haalt.

Wijziging van de regel van vrijwillige aanrekening van kapitaalverminderingen. Op vandaag, als een bedrijf dat beslist om een kapitaalvermindering door te voeren en dit in een authentieke akte zegt die de verrichting vastlegt, zal deze, volgens de keuze van het bedrijf, worden aangerekend op het gestorte kapitaal ("goed kapitaal"), of op de belastbare en/of vrijgestelde reserves van het bedrijf. Het fiscaal stelsel dat van toepassing is op deze kapitaalvermindering, in hoofde van het bedrijf en van haar aandeelhouders, is hierdoor natuurlijk beïnvloed. Vanaf 2018 zal dergelijk keuze niet meer mogelijk zijn. Elke kapitaalvermindering zal verondersteld worden proportioneel afkomstig te zijn van de "belastbare reserves" en zal bijgevolg onderworpen zijn, voor wat betreft dat deel, aan roerende voorheffing. Als er belastbare reserves zijn, zal het dus niet meer mogelijk zijn om ervoor te kiezen de kapitaalvermindering enkel op het "goede kapitaal" aan te rekenen om zo de belasting te vermijden.

Dit systeem wordt reeds in andere lidstaten van de Europese Unie toegepast en onder andere in Luxemburg.

Invoering van een principe van matching in fiscale zaken. Voortaan zullen de kosten die verbonden zijn aan een later boekjaar niet meer (als beroepskosten) kunnen afgetrokken worden tijdens het lopende aanslagjaar. De klassieke techniek die het mogelijk maakte om voorafgaandelijk, tijdens een aanslagjaar, lasten met betrekking tot een later boekjaar te betalen, en af te trekken, zal niet meer toegelaten worden.

Wijziging van de aftrekregeling van provisies voor risico's en lasten. Enkel de provisies voor risico's en lasten die betrekking hebben op een verplichting die effectief bestaat op de datum van afsluiting van het boekjaar zullen het voorwerp kunnen zijn van een vrijstelling.

Invoering van een regeling van effectieve belasting van aanvullende belastingen die opgelopen werden na een fiscale controle. Met uitzondering van de "DBI"-aftrek van het betrokken aanslagjaar, zal elke verhoging van de belastbare grondslag van een bedrijf die vast werd gelegd na een fiscale controle niet meer kunnen verminderd worden door beschikbare belastingaftrekposten toe te passen. Echter, de berekening van de moratoire intresten en de verwijlintresten zal hervormd worden, in die zin dat de verwijlintresten altijd met 2% hoger zullen zijn (in vergelijking met de moratoire intresten).

Verhoging van de ernst van de sancties in geval van het niet respecteren van fiscale verplichtingen. De sancties die van toepassing zijn in geval van het niet neerleggen van de fiscale aangifte, of in geval van onvoldoende voorafbetalingen, zullen verzwaard worden. De hervorming is inderdaad van plan om het bedrag van de forfaitaire minimumgrondslag die van toepassing is in geval van geen aangifte of laattijdige aangifte aan de vennootschapsbelasting te verhogen tot 40.000 EUR. In geval van onvoldoende voorafbetalingen, zal steeds de verhoging van de belastingen worden toegepast, zonder onderscheid. De basisintrestvoet die de ondernemingen ertoe kan aanzetten om voorafbetalingen te doen, zal daarentegen op 3% worden gebracht.

Goedkeuring van "antimisbruik" maatregelen erop gericht op agressieve "tax planning" te vermijden. Er zullen 2 "antimisbruik" maatregelen worden ingevoerd teneinde het artificiële uitstel van belasting van sommige winstposten naar een ogenblik waarop het belastingtarief lager zal zijn, te vermijden. Zo zullen de toerekeningen van provisies voor risico's en lasten die na de vermindering van het nominale tarief van de vennootschapsbelasting zullen geschieden, onderworpen blijven aan de belasting die van kracht was op het ogenblik van de boeking van de provisie. Hetzelfde zal gelden wanneer er meerwaarden zijn die het doel zijn van het stelsel van gespreide belasting op voorwaarde van hergebruik, die belastbaar zouden worden op een ogenblik waarop het nominale tarief zou verlaagd zijn, vervolgens een gebrek aan herinvestering onder de voorwaarden en binnen de termijnen voorzien in het Wetboek. De belasting die dan van toepassing zou zijn op die meerwaarden zal ook deze zijn die gold op het ogenblik waarop de meerwaarde werd gerealiseerd. Er zullen echter wel verwijlintresten op worden aangerekend.

Deze maatregelen zullen gepaard gaan met nieuwe hervormingen die vanaf 2020 van toepassing zullen zijn en die we als volgt kunnen samenvatten:

Invoering van een systeem van fiscale consolidatie. Er zal een systeem van fiscale consolidatie worden ingevoerd krachtens welk meerdere entiteiten die deel uitmaken van eenzelfde groep bedrijven één enkele belastbare entiteit zullen vormen op fiscaal vlak.

Invoering van een « CFC » (Controlled Foreign Company) maatregel en goedkeuring van andere maatregelen die voortkomen uit de invoering van de "ATAD" (Anti Tax Avoidance Directive) richtlijnen in het Belgische recht. Zo is er voorzien om vanaf 2020 een maatregel in het Belgische recht in te voeren die de belasting, in hoofde van een Belgisch bedrijf, mogelijk maakt van bepaalde inkomsten die verkregen werden door een buitenlands filiaal die zij controleert, zelfs in de veronderstelling dat deze inkomsten niet echt werden uitgekeerd. Het Belgische fiscale recht zal zich ook "verbeterd" zien met de invoering in het Wetboek van nieuwe bepalingen betreffende de "exit tax" en ook nog nieuwe regels in de strijd tegen mechanismes genaamd " hybrides". In diezelfde context moeten we ook de invoering van regels vermelden die de aftrekbaarheid van intresten in hoofde van bedrijven zal beperken (invoering van de EU-richtlijn nr. 2016/1164 van de Raad van 12 juli 2016). Wijziging van de notie buitenlandse vaste inrichting en beperking van de aftrekmogelijkheid van verliezen van dergelijke inrichting in België. Vanaf 2020 zal België haar definitie van de notie "vaste inrichting" veranderen teneinde deze in overeenstemming te brengen met de voorschriften van de OESO, die er een eerder economische dan juridische interpretatie aan oplegt. In het verlengde zullen de regels die de fiscale aftrekbaarheid, in hoofde van het Belgisch bedrijf van wie de vaste inrichting afhangt, van verliezen van deze inrichting mogelijk maken, beperkt worden. Het Belgische bedrijf zal deze enkel nog mogen aftrekken wanneer zal aantonen dat ze eerder alle mogelijkheden heeft uitgeput om deze aftrek te doen in de staat waar haar inrichting gevestigd is.

Versterking van de maatregelen ter bestrijding van fiscale fraude « transfer pricing ». De informatie-uitwisseling zal opgevoerd worden, net zoals de controlemaatregelen, teneinde de strijd aan te binden met misbruiken in die materie. Ook het criterium dat het toelaten of verwerpen van een intrestvoet mogelijk maakt, zal gewijzigd worden.

Invoering van een tijdelijke maatregel die gunstig is voor de conversie van "vrijgestelde reserves" in "belastbare reserves". Tijdens een periode van 2 jaar die in 2020 zal starten, zal het toegelaten zijn voor een bedrijf om zijn "vrijgestelde reserves" die bestaan op 31 december 2016 om te zetten in ("normale") "belastbare reserves", door op deze reserve een verlaagde belasting van 15% toe te passen (dat tarief zal onder bepaalde voorwaarden nog kunnen verlaagd worden).

Afschaffing van de aftrekbaarheid van het disconto voor schulden met betrekking tot niet-afschrijfbare activa. Vanaf 2020 zal het niet meer mogelijk zijn om dergelijk disconto af te trekken.

Afschaffing van de mogelijkheid om een degressieve afschrijving toe te passen voor activa die vanaf 1 januari 2020 worden aangekocht of opgericht. De degressieve afschrijving zal fiscaal niet meer mogelijk zijn. Bovendien zullen de KMO's het eerste afschrijvingsjaar slechts prorata temporis kunnen aftrekken, ofwel in proportie met het deel van het boekjaar tijdens welk de betrokken vaste activa werd aangekocht of opgericht.

Diverse wijzigingen. Vanaf 2020 zullen de boetes die verband houden met directe en indirecte belastingen, en ook de aparte bijdrage op geheime commissies, volledig niet-aftrekbaar worden. Het stelsel van fiscale aftrekbaarheid van autokosten zal ook opnieuw bekeken worden, en dit ook voor elektrische voertuigen. Het maximumbedrag van aftrekbaarheid zal vastgesteld worden op 100%. We zullen ook een wijziging zien van de "tax shelter" regeling. Ten slotte zullen er een reeks vrijstellingen worden geschrapt (vrijstelling voor bijkomend personeel, vrijstelling voor sociaal passief verbonden met een eenheidsstatuut, vrijstelling van 40% voor salarissen van stagiaires, enz.).

Het ogenblik is dus aangebroken voor alle bedrijven die in België aan de belastingen onderworpen zijn, of ze nu een KMO zijn of niet, om zonder uitstel over te gaan tot een "fiscale audit" van hun toestand om precies te kunnen bepalen wat de gevolgen zullen zijn van deze nieuwe maatregelen op hun fiscale last, en uiteindelijk, de toestand van hun schatkist. In voorkomend geval zullen ze ervoor zorgen dat ze hun gedrag aanpassen teneinde de wijzigingen in de toekomst te anticiperen.

Elke wil tot herstructurering zal echter met zorg bestudeerd worden om er de fiscale gevolgen van te bekijken, maar ook om de verenigbaarheid te controleren van de beoogde wijzigingen met de nieuwe BEPS-normen die door de OESO ontwikkeld werden, die erop gericht zijn de internationale dimensie van vele bedrijfsrelaties in te kaderen (door een effectieve belasting op te leggen op alle ondernemingen waar ze hun winsten maken, en de volledige fiscale transparantie, dit alles met de bedoeling te strijden tegen het risico van effectieve dubbele belasting), of nog deze die voortkomen uit de ATAD-richtlijnen van de EU.

We zullen uiteraard aandachtig blijven voor de toekomstige ontwikkelingen van het aangekondigde hervormingsplan van de vennootschapsbelasting.

Thema : Vennootschapsbelasting

Auteur : Jonathan Chazkal, Melanie Daube

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator