ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Eindelijk een rechtzetting van een onrechtvaardigheid voor erfgenamen inzake levensverzekeringscontracten !

In een vorige IDEFISC (april 2013) hebben wij de dramatische gevolgen voor erfgenamen uiteen gezet van een wet van 10 december 2012 die de wet op de landverzekeringsovereenkomst.

Deze wet, onder voorwendsel van bescherming van de reservataire erfgenamen had voor de fiscale administratie als gevolg dat de vervolging en de recuperatie van successierechten die door derden verschuldigd waren op sommen die ontvangen werden ten gevolge van de uitvoering van een levensverzekeringscontract, ten laste van de erfgenamen,te vergemakkelijk, zelfs als deze laatste niet de minste cent hadden getrokken.

Een combinatie van wettelijke bepalingen zorgde inderdaad aan de ene kant voor een solidaire verantwoordelijkheid van de wettelijke erfgenamen met de bijzondere legatarissen die begunstigden waren van de levensverzekeringscontracten (en debiteuren van de successierechten die tot 80 % van het ontvangen kapitaal konden oplopen) en, aan de andere kant, voor een vergemakkelijking van het aanroepen van de erfrechtelijke reserve door de wettelijke erfgenamen, waardoor « duistere » contracten makkelijker zichtbaar werden voor de fiscus.

In de hypothese dat de wettelijke erfgenaam zijn deel van het levensverzekeringscontract opeiste, zijn belangen benadeelde ten voordele van een derde, werd de fiscale administratie hiervan ingelicht, en kon hij de successierechten die verschuldigd waren op het kapitaal van de levensverzekering recupereren ten laste van de erfgenamen (die enkel maar hetgeen dat hen verschuldigd was hadden geëist), terwijl de kans dat de derde ondertussen het kapitaal had dien verdwijnen, weldegelijk aanwezig was.

Een arrest van het Grondwettelijk Hof had deze solidariteit tussen erfgenamen en legatarissen reeds in 2010 gesanctioneerd, maar zonder een concrete oplossing te bieden om dit probleem op te lossen wat tot bijzonder onrechtvaardige situaties leidde, waar de erfgenamen ertoe gehouden waren de successierechten die door de bevoorrechte derde verschuldigd waren, te vereffenen, zonder aan het kapitaal te hebben kunnen raken.

Het is inderdaad zo dat de wettelijke erfgenamen in principe de afgifte van legaten kunnen weigeren zolang de bijzondere legatarissen de successierechten die ze verschuldigd zijn aan de Schatkist zelf niet hebben betaald

Niettemin is deze beschermingsmaatregel voor erfgenamen, die dient om hen te beschermen tegen deze wettelijke solidariteit, niet geldig in geval van een levensverzekeringscontrat, aangezien de begunstigde van het levensverzekeringscontract zich niet tot de erfgenamen moet richten voor de afgifte van het verzekerde kapitaal, maar enkel tot de verzekeringsmaatschappij die geen toestemming moet vragen aan de erfgenamen om het verzekerde kapitaal te betalen aan de begunstigde die werd aangeduid in het contract.

Aangezien het kapitaal wordt uitbetaald zonder tussenkomst van de erfgenamen kunnen zij niet zeker zijn van de effectieve betaling van de successierechten.

Op vandaag is dit opgelost dankzij een wet van 21 december 2013 die op 10 januari 2014 van kracht werd.

Deze wet voegt een zin toe aan artikel 70 van het Wetboek van successierechten, die zegt dat de solidariteit enkel nog van toepassing is op rechten en interesten die verschuldigd zijn op een aankoop die door artikel 8 van het Wetboek van successierechten gelijkgesteld is met een legaat.

Met andere woorden, deze solidariteit is niet meer van toepassing op bedragen die door een derde worden ontvangen bij uitvoering van een levensverzekeringscontract.

Op deze manier wordt er een uitzondering gemaakt op de regel volgens dewelke de wettelijke erfgenamen en de legatarissen onder algemene titel van de erfenis van een inwoner van het Koninkrijk verantwoordelijk zijn voor de rechten en interesten die verschuldigd zijn door de legatarissen onder bijzondere titel.

Voortaan voorziet de wet van 21 december 2013 dat het principe van de verantwoordelijkheid van de erfgenamen en legatarissen onder algemene titel niet wordt toegepast in de hypothese van de perceptie, door een derde, van een kapitaal van levensverzekering waarvoor successierechten door deze derde verschuldigd zijn ten voordele van de Schatkist.

Auteur : Severine Segier

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator