Wie nog steeds successie- of registratierechten te regulariseren heeft kan nu ook in Brussel en Wallonië terecht. Het heeft lang op zich laten wachten maar deze zomer is het wettelijk kader voor de fiscale regularisatie eindelijk gefinaliseerd.

Het samenwerkingsakkoord tussen de twee gewesten en de federale overheid dateert al van 20 februari 2017, maar dit diende nog officieel goedgekeurd te worden door alle drie de partijen alvorens in werking te kunnen treden. Het Waals gewest gaf haar goedkeuring bij decreet van 1 juni 2017, vervolgens keurde ook de federale overheid het akkoord goed bij wet van 30 juni 2017 en als laatste volgde ook de goedkeuring door het Brussels gewest bij ordonnantie van 13 juli 2017.

Sinds 19 juli 2017 is het dus ook mogelijk om de successiebelasting te regulariseren wanneer de erflater zijn woonplaats op het moment van overlijden had in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of in het Waals gewest.

Het samenwerkingsakkoord voorziet dat de federale overheid het beheer van de regularisaties zal verzekeren wanneer deze enerzijds gaan over bepaalde regionale belastingen en anderzijds over niet uitsplitsbare fiscaal verjaarde kapitalen (nl. bedragen waarvoor de aangever er niet in slaagt aan te tonen welk gedeelte betrekking heeft, enerzijds, op federale belastingen en anderzijds op de registratierechten en successierechten).

Het Vlaams gewest daarentegen staat zelf in voor het beheer van de regularisaties van de Vlaamse belasting. Vlaanderen heeft echter ook een samenwerkingsakkoord met de federale overheid gesloten voor wat betreft de niet-uitsplitsbare bedragen. Praktisch gezien komt het er dus op neer dat wanneer een belastingplichtige regionale belastingen uit het Brussels of Waals gewest dient te regulariseren, hij of zij één centraal aanspreekpunt heeft: het contactpunt regularisaties. Wie een Vlaamse belasting moet regulariseren zal zich zowel tot het (federale) contactpunt als tot de Vlaamse belastingdienst moeten richten.

Hoewel de federale wetgeving voorziet in een permanente regularisatie, geldt voor de gewesten echter een tijdelijke regeling die loopt tot eind 2020. Een regularisatie is echter uitgesloten voor successierechten verschuldigd op een nalatenschap die is opengevallen na 31 december 2016.

De geregulariseerde niet-verjaarde registratie- en successierechten zijn onderworpen aan een heffing van overeenkomstig het normale belastingtarief dat op hen van toepassing was op het moment dat de voormelde rechten verschuldigd waren vermeerderd met 22 procentpunten. Indien het normale tarief dus 30% was, zal men nu een heffing verschuldigd zijn van 52%. Deze verhoging stijgt met één procentpunt per jaar (2018: 23%, 2019: 24% en 2020: 25%).

De geregulariseerde verjaarde registratie- en successierechten zijn onderworpen aan een heffing van een tarief van 37 procent. Ook deze heffing stijgt met één procentpunt per jaar (2018: 38%, 2019: 39% en 2020: 40%).

Bij KB van 21 juli 2017 werden de te gebruiken formulieren voor de regularisatie aangifte gepubliceerd, evenals het formulier van regularisatie-attest, zodat nu het wettelijk kader rond is.