ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Het lot van de vrijstelling compenserende heffingen op het sparen

De laatste jaren is het behoud van de belastingvrijstelling op de gereglementeerde spaardeposito’s niet zonder slag of stoot geweest.

In haar eeuwige zoektocht naar nieuwe belastingen heeft de regering zich inderdaad gestort op de kredietinstellingen, beheerders van het spaargeld, eerder dan frontaal de spaarders aan te vallen en bijgevolg het risico te lopen de rug te keren naar een deel van haar kiezers.

Zo werden de kredietinstellingen in eerste instantie onderworpen aan een vermogensbelasting op, ofwel “ een jaarlijkse abonnementsbelasting”, bedoeld in de artikelen 161 en volgende van het Wetboek der Successierechten.

Deze heffing die door de bank zelf verschuldigd is, is vastgesteld op 0,08% van een quotiteit van het totale bedrag van de gereglementeerde spaardeposito’s. Zij werd uitgebreid tot de instellingen voor collectieve beleggingen alsook tot de verzekeringsmaatschappijen.

Door een wet van 22 juni 2012 werd in tweede instantie ook een jaarlijkse complementaire heffing van 0,05% ingevoerd in overeenstemming met de artikelen 201/10 en volgende van het Wetboek diverse rechten en taksen, ook verschuldigd op een quotiteit van het totale bedrag van de gereglementeerde spaardeposito’s.

Ze gaat gepaard met een wegingscoëfficient die daalt naargelang de leningen stijgen die door de kredietinstelling aan de reële economie op een zodanige wijze werden toegekend dat ze, volgens de regering, dit type van lening aanmoedigt.

Deze jaarlijkse complementaire heffing is opnieuw ten laste van de kredietinstellingen, maar ze werd nog niet uitgebreid tot de instellingen voor collectieve beleggingen noch tot de verzekeringsmaatschappijen.

Het Wetboek diverse rechten en taksen voorziet uitdrukkelijk dat ze niet kan verhaald worden op de titularis van de spaardeposito’s. Het respecteren hiervan lijkt echter, in de praktijk, moeilijk te controleren.

Deze heffingen werden allebei duidelijk opgesteld ter compensatie van het behoud van de belastingvrijstelling voor de gereglementeerde spaardeposito’s.

Teneinde conform te zijn met het Europese recht en na het arrest van het Europese Hof van Justitie van 6 juni 2013, zou de regering kunnen beslissen om de vrijstelling uit te breiden tot alle spaarrekeningen die geopend zijn bij banken die in andere lidstaten van de Europese Unie gevestigd zijn.

Tijdens een volgend budgettair conclaaf, zou ze ook kunnen beslissen om de fiscale last die al zwaar is voor ons land, nog zwaarder te maken door de belastingvrijstelling op de gereglementeerde spaardeposito’s stop te zetten.

In deze laatste mogelijkheid zou hij logischerwijze en gelijktijdig de vrijstelling compenserende heffingen op het sparen moeten intrekken die ten laste werden gelegd van de kredietinstellingen… tenzij hij daarbij besliste, om deze verschillende heffingen te laten blijven en zo een dubbelslag te slaan, dit ten koste van alle belastingplichtigen.

Auteur : Nicolas Themelin

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator