Het lijkt opportuun om vandaag te herhalen dat, sinds 2018, wanneer de belastingplichtige een bezwaarschrift heeft ingediend bij de regiodirecteur en dit bezwaar werd afgewezen, het voortaan mogelijk is om, vooraleer naar de rechtbank te stappen, een vordering tot « verbetering » van deze beslissing tot verwerping in te dienen bij de « adviseur-generaal » of de « gedelegeerde ambtenaar » die deze beslissing genomen heeft (artikel 375 § 1/1 WIB 92).

Dit beroep kan ingediend worden door een mandataris van de belastingplichtige (boekhouder of advocaat) ook al is geen enkele mandataris tot dan toe tussengekomen. Het kan ook de gelegenheid zijn – als de vraag niet werd gesteld in het bezwaarschrift – om te vragen om gehoord te worden door de ambtenaar die belast is met dit beroep, alsook om het administratief dossier te consulteren. De adviseur-generaal « oordeelt bij gemotiveerde beslissing over de geformuleerde grieven ». Hij kan er hierdoor toe aangezet worden om de oorspronkelijke beslissing « recht te zetten » (artikel 375 § I/1 al. 2) en uiteindelijk de betwistte aanslag te verminderen, zodat op deze manier een eventuele nutteloze gerechtelijke procedure vermeden wordt…

Maar opgelet: terwijl de termijn om de zaak tegen het oorspronkelijke directiebesluit voor de rechtbank te brengen 3 maanden is, is de termijn tegen deze (nieuwe) beslissing die genomen werd na deze vordering tot rechtzetting slechts één maand. Dit is kort.