ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Einde van de dubbele belasting van Franse dividenden

De rechtspraak geeft eindelijk gelijk aan Belgische aandeelhouders van Franse vennootschappen van wie de dividenden twee keer belast worden.

Een dividend van Franse oorsprong die door een privépersoon die inwoner is van België verkregen wordt, wordt aan de bron belast in Frankrijk, maar wordt daarnaast in België ook onderworpen aan roerende voorheffing.

De Belgische belastingadministratie weigert echter sinds vele jaren om de Franse inhouding aan de bron op de roerende voorheffing te verrekenen zodat de dividenden twee keer belast worden.

Voor een wet van 1988 werd de dubbele belasting vermeden door de verrekening van een “forfaitair buitenlands belastingkrediet” (FBB): de administratie verrekende de bronbelasting op de Belgische voorheffing, wat de dubbele belasting vermeed.

De wet van 1988 heeft het forfaitair buitenlands belastingkrediet geschrapt voor privé-investeerders, in strijd met het Verdrag ter Preventie van de Dubbele Belasting dat werd afgesloten tussen België en Frankrijk om het voor de Belgische inwoners die dividenden van Franse oorsprong ontvangen hebben die onderworpen werden aan een inhouding aan de bron in Frankrijk de mogelijkheid te geven de belasting die in België verschuldigd is te verlagen ten belope van een forfaitair buitenlands belastingkrediet onder de voorwaarden die vastgelegd werden door de Belgische wetgeving zonder dat dit belastingkrediet lager mag zijn dan 15% van het nettobedrag van het dividend.

Sindsdien heeft de rechtspraak altijd het voordeel van de verrekening van een forfaitair buitenlands belastingkrediet geweigerd, door te weigeren om rekening te houden met het preventieve Verdrag en door te oordelen dat België het FBB wettelijk had kunnen verbieden voor de privé-investeerders.

In 2017 heeft het Hof van Cassatie echter erkend dat de dubbele belasting van dividenden van Franse oorsprong strijdig is met het preventieve Verdrag dat tussen Frankrijk en België werd afgesloten en heeft de belastingplichtigen in het gelijk gesteld, zich hiervoor baserend op de voorrang van het internationaal recht op het nationaal recht.

Deze rechtspraak werd gevolgd door het Hof van Beroep van Brussel, dat de voorrang van het Verdrag ter Preventie van de Dubbele Belasting op het Belgische intern recht erkent.

De administratie heeft zich nog niet neergelegd bij deze nieuwe rechtspraak.

In dit stadium zal elke aandeelhouder aangeraden worden na te gaan of hij een vordering kan indienen die gebaseerd is op deze nieuwe rechtspraak teneinde de terugbetaling van de Belgische belasting die onterecht geïnd werd, te bekomen.

Auteur : Pascale Hautfenne

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator