ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

UBO-register: een nieuw middel in de strijd tegen witwassen (en de fiscale fraude?)

De wet van 18 september 2017 heeft de 4e Anti-witwasrichtlijn (Richtlijn (EU) 2015/849 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of de financiering van terrorisme) omgezet in Belgisch recht.

Een van de nieuwigheden die door de Richtlijn werden geïntroduceerd, is de verplichting voor de Lidstaten om een centraal register op te starten met de uiteindelijke begunstigden van vennootschappen die in België werden opgericht en andere juridische entiteiten (Ultimate Beneficial Owner Register of het UBO-register).

In België zal dit centraal register beheerd worden door de “Administratie van de Thesaurie”, een dienst die bij wet van 18 september 2017 binnen de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst van Financiën werd opgericht.

Volgens de wet van 18 september 2017 zijn de vennootschappen en andere juridische entiteiten (zoals bijvoorbeeld de trusts, stichtingen, de (I)VZW’s) voortaan verplicht om de gegevens te verzamelen en bij te houden van hun uiteindelijke begunstigden, zijnde de natuurlijke personen die, en laatste instantie, de vennootschap of de juridische entiteit bezitten of controleren.

Deze gegevens moeten overgemaakt worden aan de Administratie van de Thesaurie die de gegevens zal verzamelen en bewaren en het Belgische UBO-register zal beheren. Het is ook die dienst die de kwaliteit van de gegevens zal controleren.

We moeten ook opmerken dat de wet ook communicatieverplichtingen voorziet voor de trustees en andere entiteiten die handelen als fiduciaire.

Volgens de 4e Anti-witwasrichtlijn moet de toegang tot het UBO-register plaatsvinden in het beperkte kader van het voorkomen van het witwassen van geld en de strijd tegen het financieren van terrorisme.

De toegang is voorzien:

  • Zonder beperking: voor de bevoegde autoriteiten van de Lidstaten en voor de cellen van financiële informatie (zoals het CFI in België);
  • In het kader van een onderzoek naar hun eigen cliënteel: voor de onderworpen entiteiten, met name de beroepsmensen die door de Richtlijn geviseerd worden in het kader van hun verplichtingen om hun klanten te identificeren en hun verplichting inzake waakzaamheid (meer bepaald de accountants, de fiscale raadgevers, de advocaten en notarissen);
  • In het kader van een toegang tot minimale informatie: aan elke persoon of organisatie die een gewettigd belang kan aantonen.

Na het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zal een koninklijk besluit de modaliteiten voor de toegang tot het UBO-register nog moeten vastleggen, alsook de manier waarop de informatie zal verzameld en beheerd worden.

Hoewel het eerst zo voorzien was dat de fiscale administratie enkel het recht zou hebben om het UBO-register te consulteren in het kader van de anti-witwaswet, moeten we echter vaststellen dat België er ondertussen voor gekozen heeft om de toegang tot de informatie in het UBO-register voor de fiscale administratie uit te breiden. Het ontwerp van programmawet dat op 6 november 2017 werd neergelegd, voorziet inderdaad dat de fiscale administratie voor wat betreft een duidelijk bepaalde belastingplichtige het UBO-register zal kunnen consulteren “teneinde de juiste belastingheffing te kunnen verzekeren”.

Indien deze bepaling van de programmawet gevalideerd is, zal de toegang tot het UBO-register in België dus ingeschreven worden als een middel ter bestrijding van de fiscale fraude en zal het buiten het kader van het voorkomen van witwassen treden.

In de zin van de wet van 18 september 2017 zijn de UBO’s de volgende personen :

  • Voor de vennootschappen: de natuurlijke perso(o)n(en) die meer dan 25% van het stemrecht of het kapitaal van de vennootschap bezitten, de natuurlijke perso(o)n(en) die controle uitoefenen op de vennootschap of nog de natuurlijke perso(o)n(en) die de functie van bedrijfsleider hebben.
  • Voor de trusts en gelijkaardige constructies: de oprichter(s), de trustees, de beschermheer, de begunstigden of de categorie van personen in wiens belang de trust werd opgericht.
  • Voor de stichtingen en de (I)VZW’s : de oprichters, de natuurlijke personen of de categorie van personen in wiens belang de entiteit werd opgericht, de leden van de raad van bestuur, de personen die de entiteit mogen vertegenwoordigen of die belast zijn met het dagelijks bestuur.

Ten slotte onderlijnen we nog dat de verplichting om de gegevens aan het UBO-register over te maken op de schouders rust van de bestuurders van de geviseerde entiteiten die een administratieve boete tussen de 50 en 5.000 EUR kunnen oplopen indien deze kennisgeving niet gebeurt.

De wet van 18 september 2017 is op 16 oktober 2017 in werking getreden.

Auteur : Sylvie Leyder

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator