ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Grensarbeiders: ondertekening van een Belgisch-Luxemburgs minnelijk akkoord

Sinds enkele maanden zijn de Belgische loontrekkenden die in het Groothertogdom Luxemburg gaan werken het voorwerp van een strenge controles door de Belgische fiscale Administratie.

De belasting van de beroepsinkomsten van deze loontrekkenden in het Groothertogdom Luxemburg – ten voordele van een Belgische belasting – op basis van een zeer letterlijke toepassing van het Verdrag ter preventie van de dubbele belasting die werd afgesloten tussen België en het Groothertogdom Luxemburg, staat ter discussie.

Men moet weten dat volgens artikel 15 van het Verdrag ter preventie, een Belgische loontrekkende die in België woont en in het Groothertogdom Luxemburg werkt, zijn inkomen enkel in het Groothertogdom belast ziet, wanneer de loontrekkende fysiek aanwezig is in het Groothertogdom om er zijn loontrekkende activiteiten uit te oefenen.

De bedoeling van de controle die gedurende het volledige jaar 2014 door de Belgische fiscale Administratie werd uitgevoerd op de Belgische loontrekkenden was om hen te vragen aan te tonen dat hun loontrekkende activiteit weldegelijk fysiek werd uitgeoefend op Luxemburgs grondgebied.

In vele gevallen was dit bewijs moeilijk te leveren, want de Administratie was niet tevreden met alleen maar het voorleggen van het arbeidscontract en vroeg nog andere bewijzen, wat moeilijk was voor de loontrekkende die in een bedrijf werkt dat geen priksysteem heeft en nog meer voor de loontrekkende die zijn kantoor niet verlaat om te gaan eten.

Volgens de Belgische Administratie was het gevolg dat de loontrekkende die de gevraagde bewijzen niet kon voorleggen een tweede keer belast werd in België, zelfs in het geval dat de loontrekkende stipt door zijn Luxemburgse werkgever naar België of naar het buitenland werd gestuurd.

Het minnelijk akkoord van 16 maart 2015 voorzag hiervoor een tolerantiedrempel van 24 werkdagen voor de fysieke aanwezigheid buiten het gewoonlijke Werkstaat.

Daaruit resulteert dat de uitoefening van de activiteit buiten de gewoonlijke Werkstaat de belastingbevoegdheid niet wijzigt indien de duur van de uitgeoefende activiteiten korter is dan 25 dagen.

Teneinde een grotere rechtszekerheid te garanderen, zijn de ministers ook overeengekomen dat de gemeenschappelijke regels voor de controle van grensarbeiders gepubliceerd zullen worden en een gradatie inzake bewijs zullen bevatten in functie van de door de werknemer uitgeoefende activiteit. Zo zal het voor de werknemers die een activiteit uitoefenen waarvoor hun aanwezigheid op de werkvloer essentieel is, voldoende zijn om een arbeidscontract voor te leggen in hetwelke duidelijk vermeld wordt wat de uitgeoefende functies zijn en waar deze worden uitgeoefend. Er zal onder andere een mogelijkheid bestaan, onder bepaalde voorwaarden, om de bewijzen die verzameld werden voor een recent jaar in te roepen om de aanwezigheid tijdens een vorig jaar te attesteren.

Het akkoord treedt in werking vanaf 1 januari 2015.

Hopelijk zal het akkoord op een redelijke manier door de Belgische en Luxemburgse fiscale autoriteiten toegepast worden en zal dit de uitwisselingen tussen de twee landen vergemakkelijken.

Auteur : Sylvie Leyder

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator