ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Werk in Luxemburg: de Belgische fiscus mag niet toegeven aan willekeur

Er werd een interessante beslissing genomen door de rechtbank van eerste aanleg van Luik inzake de vrijstelling van inkomsten van Luxemburgse oorsprong.

De belastingplichtige woonde in België en was zaakvoerder van een B.V. H, een vennootschap naar Luxemburgs recht die actief is in de commercialisatie van veranda's en waarvan hij het grootste gedeelte van het kapitaal bezit.

Hij gaf in België zijn inkomsten van Luxemburgse oorsprong aan onder het stelsel van bezoldigingen voor bedrijfsleiders; hij vermeldde uitdrukkelijk dat deze inkomsten van Luxemburgse oorsprong waren.

De taxatieambtenaar weigerde de inkomsten van Luxemburgse oorsprong vrij te stellen door te laten gelden dat « als de belastingplichtige een vrijstelling eist op grond van een dubbelbelastingverdrag, moet hij aantonen dat de belastingvoorwaarden die door dit verdrag worden opgelegd, weldegelijk voldaan zijn. De toepassingsvoorwaarden voor een uitzonderingsstelsel tegenover een gewoonlijk stelsel moeten bewezen worden door de belastingplichtige die er het voordeel van opeist ».

Welnu, de belastingplichtige legde vele stukken neer die een Luxemburgse aanwezigheid aantoonden.

De administratie baseerde zich op artikel 15§1 van Het Belgisch-Luxemburgs dubbelbelastingverdrag om de vrijstelling in België te weigeren, op basis van de woonplaats van de belastingplichtige; volgens deze bepaling, « zijn de lonen, salarissen en andere gelijkaardige bezoldigingen die een inwoner van een contracterende Staat ontvangt in het kader van een betaalde baan, enkel belastbaar in deze contracterende Staat (België) ».

De administratie weigerde in zijn geheel elke vrijstelling van inkomsten, en zou de totaliteit van deze inkomsten in België belasten, zonder rekening te houden met de door de belastingplichtige neergelegde stukken, die zijn fysieke aanwezigheid in het Groothertogdom Luxemburg aantoonden.

De belastingplichtige liet voor de rechtbank gelden dat het feit dat de bewijsstukken werden genegeerd, het bewijs van het gemelde principe miskende en de aangekondigde belastingen willekeurig maakte.

Volgens de belastingplichtige, die door de rechtbank zal gevolgd worden, kan de administratie slechts aan de willekeur ontsnappen als ze wat betreft de elementen waarover zij beschikt en onder controle van de rechtbanken, de verhouding tussen de belastbare inkomsten in België en in het Groothertogdom Luxemburg vastlegt.

In dit opzicht stelt de rechtbank vast dat er uit alle documenten die de eiser voorgelegd heeft, blijkt dat hij op regelmatige basis fysiek in het Groothertogdom Luxemburg aanwezig is.

Het onderzoek van het uittreksel van de visakaarten voor het betwiste jaar toont herhaaldelijke uitgaven over het hele jaar 2007 aan en regelmatig uitgevoerde uitgaven op diverse locaties in het Groothertogdom.

De belastingplichtige legde ook nog de maandelijkse betaling van huurgelden voor de kantoren die hij gebruikt te Rombach, alsook telefoonkosten.

De voorgelegde facturen in bijlage van de klacht toonden aan dat vele prestaties werden geleverd ten voordele van klanten en vennootschappen die in het Groothertogdom Luxemburg gevestigd zijn.

Ontvangstbewijzen voor parkeerkosten in de stad Luxemburg tonen ook nog de fysieke aanwezigheid van de belastingplichtige in het Groothertogdom Luxemburg aan.

De rechtbank werpt ook op dat het feit betrapt te zijn op overdreven snelheid in Arlon, Attert of Léglise in de richting van het Groothertogdom Luxemburg de overtuiging nog versterkt dat de belastingplichtige regelmatig naar het Groothertogdom Luxemburg ging tijdens werkdagen.

Volgens de rechtbank tast het feit dat deze documenten die aan de Belgische staat werden overhandigd en de concrete gevolgen die eruit voortvloeien en die eenvoudigweg genegeerd werden, de bijdrage willekeurig aan.

Het rechtsmiddel werd gegrond verklaard en leidt tot de annulering van de bijdrage.

We zullen uit deze beslissing onthouden dat de administratie de argumentatie van een belastingplichtige die een fysieke aanwezigheid in Luxemburg aantoont, niet kan verwerpen zonder in de willekeur te vallen en zonder het dubbelbelastingverdrag dat werd afgesloten tussen België en Luxemburg te schenden.

Auteur : Pascale Hautfenne

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator