ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Een nieuwe dreiging voor het beroepsgeheim van boekhouders

Artikel 458 van het Strafwetboek straft personen die uit hoofde van hun staat of beroep weet hebben van geheimen die men hen heeft toevertrouwd en die deze onthuld hebben, met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en een vastgelegde boete. Er bestaan uitzonderingen in het geval dat deze personen die opgeroepen worden om in recht of voor een parlementaire onderzoekscommissie getuigenis af te leggen en deze instantie of de wet hen verplicht om deze geheimen bekend te maken.

De externe accountants, externe belastingconsulenten, externe erkend boekhouders, externe erkend boekhouders-fiscalisten en bedrijfsrevisoren maken deel uit van de personen die door het beroepsgeheim gebonden zijn.

Zij mogen dus in principe niets onthullen van hetgeen zij vernomen hebben in het kader van hun beroep en dat houdt een belangrijke bescherming van hun klanten in.

Een nieuwe wet zal echter de situatie voor deze boekhouders veranderen. Het wetsontwerp van 12 maart 2013, dat diverse wetgevingen inzake de continuïteit van ondernemingen wijzigt, werd door de Kamer aangenomen en werd niet geëvoceerd door de Senaat. Het wetsontwerp werd goedgekeurd en afgekondigd op 27 mei 2013. Het zou dus binnenkort moeten gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad.

Deze tekst legt nieuwe verplichtingen op aan de boekhouders en moedigt hen aan om informatie die normaal onder het beroepsgeheim valt, toch te onthullen.

Zo legt de nieuwe wet aan de externe accountant, de externe belastingconsulent, de externe erkend boekhouder, externe erkend boekhouder-fiscalist en bedrijfsrevisor die in de uitoefening van hun opdracht gewichtige en overeenstemmende feiten vaststellen die vatbaar zijn om de continuïteit van de onderneming van de schuldenaar in gevaar te brengen, op om de schuldenaar hiervan uitvoering te informeren. Tot daar brengt de tekst a priori geen problemen met zich mee.

Maar, de tekst stelt verder dat “indien de schuldenaar binnen de maand nadat hij werd geïnformeerd, niet de nodige maatregelen neemt om de continuïteit van de onderneming de verzekeren voor een periode van minimum twaalf maanden, kunnen de externe accountant, de externe belastingconsulent of de bedrijfsrevisor schriftelijk de voorzitter van de rechtbank van koophandel op de hoogte brengen”! Welnu, deze beroepsmensen kunnen in principe geen informatie aan derden, inclusief de voorzitter van de rechtbank van koophandel, overmaken zonder hun beroepsgeheim te schenden. Het is trouwens voor die reden dat het wetsontwerp verder gaat met te zeggen dat, in die veronderstelling, artikel 458 van het Strafwetboek niet van toepassing zal zijn.

Hoewel de nieuwe wet het hen niet oplegt, laat het sindsdien wel de mogelijkheid voor de betrokken beroepsmensen om vertrouwelijke informatie door te geven aan de voorzitter van de rechtbank van koophandel en dit zonder een strafrechtelijke sanctie te riskeren die gelinkt is aan de overtreding van het beroepsgeheim.

Daarentegen voorziet de nieuwe wet ook dat de rechter informatie kan inzamelen bij diezelfde mensen met een cijferberoep over de aanbevelingen die zij gedaan hebben aan de schuldenaar en, in voorkomend geval, de maatregelen die genomen zijn teneinde de continuïteit van de onderneming te verzekeren. Nogmaals, het ontwerp preciseert dat artikel 458 van het Strafwetboek in dat geval niet van toepassing is.

In die veronderstellingen zullen de beoogde beroepsmensen, en enkel zij, niet meer gebonden zijn aan het beroepsgeheim.

Deze nieuwe tekst houdt een gevaarlijk precedent in en geeft de vernieuwde indruk dat de wetgever niet veel belang hecht aan het beroepsgeheim, en zelfs de boekhouders, accountants en revisoren aanmoedigt om het vertrouwen die hun klanten rechtmatig in hen vestigen, te beschamen.

Auteur : Lida Achtari

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator