ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Nieuwe verplichting tot aangifte levensverzekeringscontracten: vele vragen

Sinds 1 januari 2013 werd een nieuwe aangifteverplichting opgelegd aan in België wonende fysieke personen die een levensverzekeringscontract hebben ondertekend in het buitenland: “ De jaarlijkse aangifte van personenbelasting moet de vermelding bevatten van het bestaan van individuele levensverzekeringscontracten die door de belastingplichtige of zijn echtgenoot, alsook door de kinderen op de persoon over wie ze ouderlijk gezag hebben conform artikel 376 van het Burgerlijk Wetboek, werden afgesloten bij een verzekeringsmaatschappij die in het buitenland gevestigd is en van het of de landen waar deze contracten werden afgesloten”.

Deze verplichting heeft vooral tot doel de administratie de mogelijkheid te geven om een duidelijker beeld te krijgen op de belastingplichtigen die levensverzekeringscontracten hebben onderschreven in het buitenland en meer in het bijzonder in Luxemburg.

Men kan zich vragen stellen over de wettelijkheid van deze verplichting voor zover zij niet als doel heeft een belasting te kunnen heffen, aangezien de levensverzekeringscontracten vrijgesteld zijn van personenbelasting, mits het respecteren van de voorwaarden die door het Wetboek van Inkomstenbelastingen zijn voorgeschreven (vrijstelling van de tak 23 en vrijstelling van de tak 21 met een termijn van meer dan acht jaar).

Welnu, de administratie mag niet vragen om meer gegevens in de belastingaangifte in te vullen dan deze die nodig zijn om de belasting op het inkomen te bepalen, zoals terecht werd opgeworpen door een parlementariër en conform met de rechtspraak van de Raad van State. Aangezien de belasting op levensverzekeringen meer en meer evolueert naar een indirecte belasting, zijn deze in principe ontheven in de personenbelasting en de aangifteverplichting kent dus geen rechtvaardiging in het kader van een jaarlijkse aangifte van personenbelasting (Analytisch verslag – Commissie van Financiën en Budget van 26 maart 2013 – Vraag 6 van Veerle WOUTERS).

Er zou dus geen enkel fiscaal herstel op de inkomstenbelasting mogelijk moeten zijn in hoofde van de belastingplichtige, aangezien de levensverzekeringscontracten niet belastbaar zijn in het Belgisch fiscaal recht, althans wanneer ze beantwoorden aan de voorwaarden voor vrijstelling van roerende voorheffing zoals voorzien door het Wetboek van de Inkomstenbelastingen zelf.

Aangezien deze ongewijzigd is gebleven, zal de aangifteverplichting van levensverzekeringscontracten geen impact hebben op de fiscaliteit als dusdanig van toepassing op het levensverzekeringscontract.

Men kan zich bovendien vragen stellen over de conformiteit van deze verplichting, die enkel de contracten viseert die in het buitenland werden afgesloten, met het Europees recht die de discriminatie tussen de buitenlandse en Belgische verzekeraars (onder andere) verbiedt.

Het mechanisme waartegen de regering inderdaad wenst te strijden (witwassen van niet aangegeven inkomsten) is evengoed mogelijk met een Belgisch contract als met een Luxemburgs contract…. De maatregel is dus onevenredig en zou logischerwijze moeten gesanctioneerd worden door het Grondwettelijk Hof of door het Europese Hof van Justitie.

Auteur : Pascale Hautfenne

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator