ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Luxemburg – beperking van de aftrekbaarheid van interesten – omzendbrief van 2 juni 2021

Artikel 168 bis van de Luxemburgse wet op de inkomstenbelasting (hierna “LIR”), die sinds 1 januari 2019 van toepassing is, heeft een beperking van de aftrek van interesten op leningen voor bepaalde Luxemburgse belastingplichtigen ingevoerd.

Op 2 juni 2021 publiceerde de Luxemburgse belastingdienst een omzendbrief over deze beperkingsregel. Dit is een update van een omzendbrief van 8 januari 2021 over hetzelfde onderwerp (omzendbrieven nr. 168bis en 168bis/1).

In vergelijking met de oude versie verduidelijkt de omzendbrief van 2 juni wat wordt bedoeld met leden van een geconsolideerde groep, die profiteren van een regel die afwijkt van de regeling van beperking van de aftrekbaarheid van interesten. Dit is een gelegenheid om het toepassingsgebied van deze regel in herinnering te roepen.

Artikel 168bis LIR introduceert een plafond voor de aftrek van netto financiële lasten, die in de wet en de omzendbrief worden aangeduid als " financieringskostensurplus", tot het percentage van 30% van de fiscale EBITDA (d.w.z. winst vóór interesten, belastingen, waardeverminderingen en afschrijvingen), terwijl wordt voorzien in een de minimis financiële drempel die de volledige aftrek van extra financieringskosten tot een maximum van 3 miljoen EUR mogelijk maakt. Met andere woorden, de betrokken belastingplichtigen zijn alleen onderworpen aan de 30%-belasting-EBITDA-limietregel wanneer het financieringskostensurplus meer dan 3 miljoen EUR bedraagt.

Op enkele uitzonderingen na geldt deze beperking van de aftrek van Luxemburgse interesten voor Luxemburgse ingezeten vennootschappen en Luxemburgse vaste inrichtingen van niet-ingezeten belastingplichtigen.

De omzendbrief verduidelijkt de niet-limitatieve lijsten van financieringskosten.

Ze preciseert dat de financieringskosten bestaan uit rentelasten op alle vormen van schuld, andere kosten die economisch gelijkwaardig zijn aan interesten en kosten die zijn gemaakt om financiering te zoeken.

De interesten op uitgifte- en aflossingspremies in verband met financiële instrumenten, zoals obligaties zonder coupon, inwisselbare obligaties en converteerbare obligaties, worden ook wel financieringskosten genoemd.

De omzendbrief verduidelijkt verder dat bedragen die verschuldigd zijn op instrumenten die beschikbaar zijn in het kader van Islamitische financiering, moeten worden behandeld als financieringskosten wanneer ze fiscaal kunnen worden gelijkgesteld met een traditioneel financieel instrument.

De overschrijding van de financieringskosten in verband met schuldbewijzen die vóór 17 juni 2016 zijn aangegaan, is uitgesloten van de toepassing van de beperkingsregel voor interestaftrek, maar de uitsluiting wordt niet uitgebreid tot latere wijzigingen. De omzendbrief voorziet in een niet-limitatieve lijst van wijzigingen die niet als latere wijzigingen worden beschouwd en die derhalve geen invloed hebben op de aftrekbaarheid van het totale interestbedrag op dergelijke verworven leningen.

Alle wijzigingen met betrekking tot: de vervaldatum van het schuldinstrument, de rentevoet of de methode voor de berekening van de rentevoet, het geleende bedrag, de partijen bij de schuld worden derhalve beschouwd als "toegestane" wijzigingen.

De omzendbrief verduidelijkt dat een reorganisatie zoals een fusie of splitsing of een migratie naar een ander land geen invloed heeft op de toepassing van deze "grootvaderclausule" op voorwaarde dat de oorspronkelijke voorwaarden van de lening niet worden gewijzigd.

Met betrekking tot de berekening van de aftrekbaarheidsdrempel per jaar wordt in de omzendbrief bepaald dat het aftrekplafond dat overeenkomt met het plafond van 3 miljoen euro of 30% van de EBITDA van de belastingplichtige op elk boekjaar van toepassing is. Dit betekent dat een oefening van minder dan twaalf maanden moet worden behandeld als een volledige oefening.

Ten slotte wordt in de omzendbrief gesteld dat de overschrijding van de financieringskosten zonder tijdsbeperking kan worden uitgesteld, terwijl de capaciteit voor ongebruikte interesten maximaal vijf jaar kan worden uitgesteld.

Met andere woorden, wanneer een belastingplichtige zijn beschikbare aftrekplafond in een begrotingsjaar niet volledig heeft opgebruikt, kan hij in het volgende boekjaar (en de daaropvolgende boekjaren) naast de in dat boekjaar gemaakte interesten ook de interesten aftrekken die in het voorgaande boekjaar niet in mindering werden gebracht. Daarentegen mag het bedrag aan interesten dat de maximaal toegestane aftrek van een exploitatiejaar overschrijdt, alleen in de volgende 5 exploitatiejaren in mindering worden gebracht.

In de huidige versie van de omzendbrief geeft de Luxemburgse belastingdienst nadere informatie over de afwijkende regeling die van toepassing is op leden van geconsolideerde groepen. Een belastingplichtige die tot een geconsolideerde groep behoort, kan op verzoek al zijn extra financieringskosten in mindering brengen indien hij kan aantonen dat de verhouding tussen zijn eigen vermogen en al zijn activa moet worden geacht groter te zijn dan of gelijk is aan de equivalente verhouding van de groep waartoe hij behoort en waarvan het hoofd een entiteit is die een geconsolideerde jaarrekening opstelt.

De toepassing van deze afwijkende regeling veronderstelt de naleving van de voorwaarden: de belastingplichtige moet in feite lid zijn van een geconsolideerde groep, dat wil zeggen volledig worden geïntegreerd in de geconsolideerde jaarrekening die door de entiteit aan het hoofd van de groep is opgesteld, en deze jaarrekening moet worden opgesteld in overeenstemming met een van de in aanmerking komende boekhoudkundige referentiekaders en aan passende controle worden onderworpen.

Wat de eerste voorwaarde betreft, wordt in de omzendbrief bepaald dat de belastingplichtige regel voor regel volledig moet worden geconsolideerd in de geconsolideerde jaarrekening. Alleen organisaties die volledig zijn geïntegreerd in de geconsolideerde jaarrekening worden erkend als leden van de geconsolideerde groep.

Wanneer er meerdere geconsolideerde groepen zijn waarvan de jaarrekening op het eerste gezicht als basis voor de toepassing van deze afwijkende clausule zou kunnen dienen, wordt gepreciseerd dat het de geconsolideerde jaarrekening is die door de uiteindelijke consoliderende entiteit wordt opgesteld en die zullen worden gebruikt.

Om de afwijkende regeling van toepassing te laten zijn, moet de geconsolideerde jaarrekening ook worden opgesteld in overeenstemming met een in aanmerking komend boekhoudkundig referentiekader, d.w.z. in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) of in overeenstemming met het nationale systeem voor financiële verslaggeving van een lidstaat. Deze geconsolideerde jaarrekening wordt vervolgens onderworpen aan een passende audit door een deskundige die gemachtigd is de geconsolideerde jaarrekening te controleren overeenkomstig het nationale recht van de uiteindelijke consoliderende entiteit.

De afwijkingsregeling is niet ambtshalve van toepassing. In de omzendbrief wordt bepaald dat de belastingplichtige, om daarvoor in aanmerking te komen, een daartoe strekkend verzoek moet indienen, dat moet worden ingediend voor elk exploitatiejaar waarvoor de belastingplichtige van de afwijkingsregeling gebruik wenst te maken. Een belastingplichtige kan dus voor elk boekjaar kiezen of hij al dan niet kiest voor de toepassing van de derogatieregeling. Natuurlijk moet de belastingplichtige ook aantonen dat zijn verhouding groter is dan of gelijk is aan die van de geconsolideerde groep. Hij moet daarom bij zijn aangifte inkomstenbelasting de gegevens voegen van de elementen die nodig zijn om de relevante ratio's te bepalen.

In het licht van de verduidelijkingen in de omzendbrief is het van belang voor belastingplichtigen die deel uitmaken van een geconsolideerde groep of voor degenen die de verduidelijkingen van de circulaire over het systeem van beperking van de interestaftrek nog niet hadden gelezen, om de nodige aanpassingen aan te brengen in hun beleid rond interestaftrek en om de nodige bewijsstukken te verkrijgen voor hun volgende belastingaangifte in Luxemburg.

Auteur : Angélique Puglisi

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator