ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Eindelijk een belangrijke hervorming van de registratierechten op onroerende schenkingen

Reeds enkele jaren geleden werden de successierechten en registratierechten in België geregionaliseerd, wat eindelijk geleid heeft tot een gezonde fiscale concurrentie tussen de Gewesten. Omdat ze meer resistent zijn aan deze evolutie, zijn de schenkingen van gebouwen echter lang het zwakke broertje gebleven.

De materie werd heel recent gereviseerd in elk van de drie Gewesten, die elk de schenkingsrechten op gebouwen gevoelig verlaagd hebben.

Zoals steeds is het het Vlaams Gewest die de beweging op gang heeft getrokken, gevolgd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat zich, onder voorbehoud van bepaalde specificaties, eenvoudigweg het algemene tarief dat sinds 1 juli 2015 van toepassing is in Vlaanderen heeft overgenomen; daarna is het Waals Gewest gevolgd, op 17 december 2015, door haar tarieven in belangrijke mate te verlagen (maar toch nog in mindere mate), maar met behoud van haar complex tariefstructuur.

We merken op dat inzake onroerende schenkingen, de registratierechten op de schenkingen in principe zullen bepaald worden door de woonplaats van de schenker (ongeacht de plaats waar het gebouw zich bevindt), voor zover dat hij daar sinds minstens twee jaar, zes maanden en één dag gedomicilieerd is.

In het Vlaams Gewest, voorzag het oude tarief onroerende schenkingsrechten van 30% voor een waarde boven 500.000€ in rechte lijn en tussen echtgenoten (met inbegrip van de wettelijke of feitelijke samenwonenden), en tarieven van 65%, 70% en 80% boven de schijf van 175.000€, respectievelijk voor schenkingen aan broers/zussen, tussen ooms, tantes, neven of nichten, of tussen alle andere personen.

Deze extreme tarieven maakten elke onroerende schenking naar deze personen onuitvoerbaar, die min of meer verplicht werden om het gebouw te verkopen om de rechten de betalen ; het resultaat was een belangrijk verlies aan fiscale inkomsten (nu is het geweten dat het beter is om minder af te houden op een bredere belastbare grondslag, dan veel op een waardeloze belastbare grondslag), maar ook een economische rem op de toegang tot eigendom en op de financiële situatie van de belastingplichtigen.

Deze tarieven werden gebracht op een maximum van 27% in rechte lijn en tussen echtgenoten, en op 40% tussen alle andere personen, in beide gevallen boven de 450.000€.

Bovendien is er in Vlaanderen een voorkeurstarief van toepassing dat kan zakken tot respectievelijk 18% of 31% indien er bepaalde verbintenissen werden aangegaan door de schenkers voor de energievriendelijke renovatie van het gebouw, die moeten uitgevoerd worden binnen de vijf jaar na de schenking, en voor een minimum van 10.000€ exclusief BTW: uitgaven die dus bescheiden kunnen zijn, maar die een meer dan concurrentieel tarief met zich meebrengen.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waren de oude tarieven 30% boven de 500.000€ tussen samenwonenden en in rechte lijn, en respectievelijk 65%, 70% en 80% boven de 250.000€ voor respectievelijk schenkingen tussen broers en zussen, ooms, tantes, neven of nichten en alle andere personen. Er werd een voorkeurtarief voorzien voor de schenking van de gezinswoning.

Voortaan zal een tarief van 27% worden toegepast in rechte lijn vanaf de waarde van 450.000€, en van 40% tussen alle andere personen. Niettemin is dit tarief niet van toepassing op feitelijke samenwonenden, dit in tegenstelling tot het Vlaams Gewest waar dat wel het geval is (de feitelijke samenwonenden worden dus belast volgens het tarief dat van toepassing is op buitenlanders).

Een andere nieuwigheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: de afschaffing van het progressievoorbehoud gedurende drie jaar voorafgaand aan het overlijden. Voor 1 januari 2016 werd rekening gehouden met een gebouw dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tijdens de drie jaar voorafgaand aan het overlijden werd geschonken voor de berekening van de successierechten; voortaan blijven de geschonken gebouwen (fiscaal gezien) definitief buiten de successie. Deze maatregel schaft echter de progressie gedurende het leven van de schenker niet af, wat hem verplicht om elke drie jaar schenkingen te voorzien om de belastbare schijven te spreiden.

In het Waals Gewest waren de tarieven extreem complex en bevatten ze vele schijven en heffingsdrempels die varieerden in functie van de verwantschapsgraad; het maximale tarief bedroeg 30% tussen echtgenoten en in rechte lijn boven de 500.000€ en 65%, 70% en 80% boven de 250.000€, voor schenkingen tussen respectievelijk broers en zussen, ooms, tantes, neven en nichten, en alle andere personen.

Er werd een voorkeurtarief voorzien voor de schenking van de hoofdverblijfplaats, maar dit onder vele voorwaarden en waardoor er bovendien nog weinig interesse was voor gebouwen met een waarde hoger dan 100.000€…

In het Waals Gewest zijn het vooral de schijven die werden aangepast en die algemeen geleid hebben tot een vermindering van de schenkingsrechten op een geschonken gebouw waarvan de waarde onder de 500.000€ ligt (aangezien het maximumtarief op 30% blijft vanaf een waarde van 500.000€); niettemin zijn de tarieven die van toepassing zijn op schenkingen respectievelijk tussen broers en zussen, ooms, tantes en neven, nichten en alle andere personen, het voorwerp van een tarief, dat eindelijk wat redelijker is, van 40% tussen broers en zussen, en 50% voor alle andere personen, boven een waarde van 450.000€. Aanvullende verminderingen zijn voorzien voor de schenkingen van de hoofdverblijfplaats.

Voor alle duidelijkheid, het blijft fiscaal gesproken interessanter om een gebouw te schenken wanneer men in Vlaanderen woont, of in Brussel, maar de afweging van de belangen tussen het probleem van de algemene belastingpolitiek en deze van het zich niet ontwortelen, zal vanaf 1 januari 2016 meer in balans zijn en zal het voor sommige belastingplichtigen die in het Waals Gewest wonen mogelijk maken om van aanvaardbare tarieven te kunnen genieten zonder hiervoor noodzakelijkerwijze te moeten wegtrekken.

We moeten echter vermelden dat volgens de schijven en de identiteit van de schenkers, de rechten die verschuldigd zijn in Wallonië twee keer deze kunnen bedragen die voor eenzelfde situatie verschuldigd zijn in Vlaanderen of in Brussel; men moet dus blijven geval per geval bekijken om op optimale manier te kunnen genieten van tariefverminderingen die heel interessant kunnen zijn.

Thema : Vastgoed

Auteur : Severine Segier

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator