ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

De fiscus krijgt nieuwe fiscale termijnen

Introductie

Tijdens deze zomer werd binnen de regering een akkoord bereikt over nieuwe belastingtermijnen die langer zijn dan de huidige.

De nieuwe termijnen zijn de volgende:

  • 4 jaar in geval van niet- aangifte of laattijdige aangifte
  • 10 jaar in geval van fraude
  • 6 jaar in geval van specifieke situaties met een extern element
  • 10 jaar in geval van « complexe » aangiften

De inwerkingtreding van deze nieuwe termijnen is gepland voor het aanslagjaar 2023.

Dit is wat het wetsvoorstel in grote lijnen zegt:

De aanslagtermijn van 3 naar 4 jaar

In geval van een niet-aangifte of een laattijdige aangifte wordt de huidige termijn van 3 jaar voorzien in 354 lid 1 van het Wetboek inkomstenbelasting 1992 verlengd tot 4 jaar. In geval van een onvolledige of onnauwkeurige aangifte of enige andere onregelmatigheid blijft het belastingtijdvak 3 jaar.

De aanslagtermijn van 7 naar 10 jaar

Deze zelfde periode wordt verlengd tot 10 jaar (in totaal) in geval van frauduleuze opzet van de belastingplichtige. Ter herinnering, de periode van drie jaar wordt momenteel verlengd met 4 jaar (7 jaar in totaal) in geval van fraude.

De aanslagtermijn van 6 jaar

Het wetsontwerp voorziet ook in een aanslagtermijn voor sommige specifieke grensoverschrijdende situaties, omdat het vaak om complexere dossiers gaat, aangezien de wettelijke normen van verschillende landen moeten worden toegepast.

Worden bedoeld:

  • De vennootschappen die deel uit maken van een multinationale groep met een geconsolideerde omzet van 750 miljoen euro alsook andere vennootschappen als ze meer dan 50 miljoen euro exploitatie- en financiële opbrengsten hebben of meer dan 100 voltijdse medewerkers hebben. Dit geldt voor de vennootschappen die onderworpen zijn aan internationale aangifteverplichtingen (lokaal dossier of rapport land per land).
  • De vennootschappen die aanspraak maken op een vrijstelling van bronbelasting op grond van een belastingrichtlijn of een fiscaal verdrag (bijvoorbeeld de moeder-dochterrichtlijn).
  • De vennootschappen die betalingen doen aan belastingparadijzen die moeten worden aangegeven.
  • Een Belgische belastingplichtige die het voordeel van de FGBB (dividenden van Franse oorsprong) aanvraagt of elk ander voordeel uit een Verdrag ter preventie van de dubbele belasting of een richtlijn.

Deze nieuwe termijn wordt gerechtvaardigd door het feit dat de belastingadministratie meer tijd nodig heeft om dit soort "complexere" dossiers te bestuderen. Het is echter niet noodzakelijk dat het dossier echt complex is om de periode van 6 jaar van toepassing te laten zijn, aangezien het loutere lidmaatschap van een categorie van betrokken zaken voldoende is om deze periode af te dwingen.

De aanvraag tot het voordeel van de FGBB, kan bijvoorbeeld moeilijk worden geacht voldoende complex te zijn om de aanslagtermijn te verlengen tot 6 jaar…

De aanslagtermijn van 10 jaar in geval van zogenaamde « complexe » aangiften

Als het begrip "complexe aangiften" tot nu toe zeer obscuur is gebleven, weten we dat de fiscus tien jaar terug kan gaan wanneer hun onderzoeken uitvoerig betrekking hebben op:

  • Hybride constructies
  • Regelingen met betrekking tot CFC’s
  • Alle « juridische constructies » die onderworpen zijn aan de kaaimantaks (Artikelen 2, §1, 13° en 5/1 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992).

Deze nieuwe termijn komt bovenop de termijn van tien jaar bedoeld in de artikelen 333 en 354 van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992, zoals gewijzigd door de wet van 11 februari 2019 (in werking getreden op 1 april 2019). Deze termijn wordt toegekend aan de fiscus wanneer hun onderzoeken betrekking hebben op "juridische constructies".

Het enkele feit dat men zich in een van de gevallen bevindt die als complex worden beschouwd, is voldoende voor de toepassing van de termijn van 10 jaar, aangezien de aanwijzingen van fraude niet door het wetsvoorstel worden vereist. De geringste onnauwkeurigheid in de aangifte, zelfs onbedoeld, is dan voldoende.

De bewaartermijn voor boeken en documenten wordt ook verlengd tot 10 jaar.

Thema : Vennootschapsbelasting

Auteur : Laure Vande Putte

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator