ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Dividend van Franse oorsprong: verbod op dubbele belasting

Zoals uitgelegd in een vorig artikel heeft het Hof van Cassatie op 16 juni 2017 beslist dat België, op grond van de voorrang van het internationaal recht op het nationaal recht, de QFIE (forfaitaire buitenlandse belastingkorting) tegen het tarief van 15% moet toepassen op dividenden van Franse oorsprong die worden uitgekeerd aan een Belgische inwoner, ondanks het verdwijnen van de QFIE uit het Belgisch nationaal recht, in overeenstemming met het tussen België en Frankrijk gesloten dubbelbelastingverdrag.

De Belgische belastingadministratie had aangegeven niet te buigen voor dit arrest (dat intussen in een andere zaak door het Hof van Beroep in Brussel werd gevolgd in een arrest van september 2018).

Naar aanleiding van het arrest van het Hof van Cassatie van 2017 werd de zaak doorverwezen naar het Hof van Beroep te Antwerpen.

Deze laatste heeft zojuist bevestigd dat het Belgisch-Franse dubbelbelastingverdrag, op grond van het algemene rechtsbeginsel van de voorrang van het internationaal recht boven het nationaal recht, voorrang heeft op de bepalingen van het nationaal recht.

Dubbele belasting moet, in overeenstemming met het preventieve Verdrag, worden voorkomen door de toekenning van een "forfaitair buitenlands belastingquotum" (QFIE), waarvan het tarief niet minder dan 15% mag bedragen: de Belgische administratie moet de ingehouden bronbelasting verrekenen met de Belgische roerende voorheffing, waardoor dubbele belastingheffing wordt vermeden.

Er zij aan herinnerd dat, hoewel de wet van 1988 het forfaitaire buitenlandse belastingtarief voor particuliere beleggers heeft afgeschaft, deze afschaffing in strijd is met het tussen België en Frankrijk gesloten dubbelbelastingverdrag, dat Belgische ingezetenen die dividenden uit Franse bron hebben ontvangen en die in Frankrijk aan de bronbelasting zijn onderworpen, toestaat de in België verschuldigde belasting te verminderen met een forfaitair buitenlands belastingtarief onder de door de Belgische wetgeving vastgestelde voorwaarden, zonder dat dit tarief minder dan 15% van het nettobedrag van het dividend mag bedragen.

Het Hof van Beroep van Antwerpen bevestigt dat België dus een minimale forfaitaire buitenlandse belasting moet heffen (15%, dit tarief is voorzien in het preventief Verdrag) en dat de Belgische fiscus zich niet kan beroepen op de interne Belgische regels die deze vermindering aan bijkomende voorwaarden onderwerpen.

Meer dan ooit wordt de Franse aandeelhouders aangeraden een beroep te doen op basis van deze jurisprudentie, die is bevestigd, om de terugbetaling te verkrijgen van de Belgische belasting die in strijd met het dubbelbelastingverdrag is geheven.

Auteur : Pascale Hautfenne

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator