ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Elke drie jaar de onroerende schenkingen verdelen en zijn persoonlijke onderneming schenken: veranderingen in het Waals Gewest

Om een gebouw te schenken dat bestemd is voor de uitoefening van het beroep van de schenker, blijkt het vaak opportuun om beroep te doen op de fiscale voorkeursbepalingen die de schenking van handelsondernemingen onderwerpen aan 0% registratierechten.

Wanneer een gebouw niet bestemd is voor professionele activiteiten, maar privé is en dit via schenking zal overgedragen worden, dan is het aan te raden dit elke drie jaar in verdeelde opeenvolgende schijven te doen teneinde deze schenking onder de minst hoge tarieven van registratierechten onder te brengen (vb.: 3% voor een onroerende schenking met een waarde van 150.000 €, in rechte lijn).

Elke drie jaar wordt de berekeningsbasis van de rechten die verschuldigd zijn op onroerende goederen « opnieuw op nul gezet », wat het mogelijk maakt om opnieuw de laagste schijf te gebruiken voor een nieuwe geplande schenking.

Volgens de waarde van het gebouw, het aantal schenkers en het aantal begiftigden dan lijkt het zo mogelijk de totaliteit of een groot deel van een niet-professioneel gebouw via schenking over te dragen aan een tarief van 3% en deze uit de massa die onderworpen is aan successierechten.

Bijvoorbeeld, een onverdeeld gebouw kan volledig geschonken worden door twee ouders aan hun twee kinderen, mits de toepassing van het tarief van 3% indien de waarde van dat gebouw 600.000 € niet overschrijdt.

Dit progressievoorbehoud van een termijn van drie jaar was evenwel gericht op zowel de privé-gebouwen als de bedrijfsgebouwen, terwijl deze laatste terzelfdertijd konden overgedragen worden als de persoonlijke onderneming waarvoor ze bestemd waren, wat enkel de toepassing van een verlaagd tarief van 0% met zich mee zou brengen. Met deze bedrijfsgebouwen werd evenwel rekening gehouden voor de berekening van het progressievoorbehoud van drie jaar, en dit op volledig onlogische wijze.

Sinds kort is dit progressievoorbehoud, die de opeenvolgende schenkingen van gebouwen die tijdens drie opeenvolgende jaren werden gedaan tussen dezelfde partijen bij elkaar optelt, in het Waals Gewest niet meer van toepassing op schenkingen van bedrijfsgebouwen die dus niet meer in de triënnale globalisering.

Artikel 137 van het Waalse Wetboek van registratierechten werd inderdaad gewijzigd om te voorzien dat de waarden van gebouwen die in aanmerking moeten genomen worden, de waarden zijn die als inningsgrondslag werden gebruikt gedurende de drie vorige jaren. Als één van de geschonken gebouwen een bedrijfsgebouw is dat overgedragen werd in het kader van een schenking van onderneming (schenking onderworpen aan een tarief van 0% in het Waals Gewest), dan zal dit bedrijfsgebouw niet in aanmerking worden genomen alsof het deel uit maakt van een daaropvolgende schenking voor de berekening van de termijn van drie jaar en de toepassing van het progressievoorbehoud, aangezien de waarde van het gebouw niet gebruikt wordt als inningsgrondslag.

Het feit een gebouw te integreren in een schenking van een persoonlijke onderneming heeft dus voortaan geen invloed meer op de fractionering van onroerende schenkingen elke drie jaar, en deze wetgevende incoherentie zal de onroerende vermogensplanning dus niet meer hinderen wanneer het onroerend vermogen zowel professioneel als privé is.

Deze belangrijke maatregel is op 3 september 2018 in werking getreden.

Auteur : Severine Segier

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator