ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Belasting op beursverrichtingen: nog meer

Terwijl de regering nalaat om te stemmen over een hervorming van de vennootschapsbelastingen, heeft de programmawet van 25 december 2016 opnieuw de belastingen op roerende inkomsten verhoogd.

We herhalen eerst en vooral dat de programmawet beslist heeft om de roerende voorheffing te verhogen waarvan het basistarief verhoogt van 27 naar 30% voor de roerende inkomsten die vanaf 1 januari 2017 betaald of toegekend worden.

Indien de programmawet ook de belasting van 33% schrapt op de speculatieve waardevermeerderingen op beursgenoteerde titels ( die de Staat niet de verwachte inkomsten heeft opgeleverd), dan werd deze schrapping ruimschoots gecompenseerd door de uitbreiding van de belasting op de beursverrichtingen (TBV) over twee assen.

We herhalen eerst dat de TBV een forfaitaire heffing is die zowel de aankoop- als verkoopverrichtingen treft die op de secundaire markt worden uitgevoerd wanneer deze Belgische of buitenlandse aandelen of obligaties betreffen, maar ook de kapitalisatieaandelen van Sicavs, vastgoedcertificaten enz… Het tarief van de TBV varieert (van 0,09% tot 1,32%) volgens het type van financieel instrument en de aard van de verrichting.

Tot nu was de TBV enkel gericht op de in België afgesloten of uitgevoerde verrichtingen, zodat de transacties die uitgevoerd werden door de tussenpersoon van een buitenlandse financiële instelling erbuiten vielen. De Belgische inwoners die over een derdenrekening beschikten in het buitenland werden dus niet door de TBV getroffen.

Eerste verandering : vanaf 1 januari 2017 wordt het toepassingsveld van de TBV uitgebreid naar de afgesloten of uitgevoerde verrichtingen in het buitenland waarvoor de opdrachtgever zijn fiscale woonplaats in België heeft. Volgens de programmawet zal een beursverrichting ook beschouwd worden als zijnde afgesloten of uitgevoerd in België « wanneer de opdracht tot de verrichtingen rechtstreeks of onrechtstreeks gegeven worden aan een tussenpersoon in het buitenland, ofwel door een natuurlijke persoon die zijn gewoonlijke woonplaats heeft in België, of door een rechtspersoon voor rekening van een zetel of vestiging ervan in België ».

De transacties die uitgevoerd worden door Belgische investeerders op buitenlandse platformen worden dus voortaan geviseerd met als gevolg dat de Belgische investeerders, die ertoe gehouden zijn elke buitenlandse transactie binnen de 2 maanden aan te geven op straffe van laattijdigheidsintresten en/of een boete, zich zullen moeten regelen met hun buitenlandse banken om erop toe te zien dat de kwalificatie van het financieel instrument correct gebeurt en om de betaling van de belasting te garanderen ofwel door een maandelijkse aangifte te doen bij het kantoor dat bevoegd is inzake TBV, ofwel door aan hun buitenlandse platformen te vragen om de taak van TBV-verschuldigde aan een wettelijke vertegenwoordiger in België over te laten.

De tweede uitbreidingsas van de TBV betreft de plafonds van de TBV die verdubbeld worden en respectievelijk gaan naar 1.300 €, 1.600 € en 4.000 €.

Een ding staat vast : ziehier een belasting die het roerend vermogen nog meer verzwaard aangezien ze onafhankelijk van het al dan niet bekomen van een winst wordt toegepast, dat ze wordt toegepast op het reële bedrag van de transactie, zonder rekening te houden met eventuele kosten die de verrichting kunnen verzwaren ( zoals makelaarskosten of instap- of uitstapkosten) en dat de bankkosten voor de reporting bijgevolg waarschijnlijk zullen herbekeken worden. Zo veel ongemakken die de Belgische inwoners ertoe zullen aanzetten om aanpassingsstrategieën te ontwikkelen.

Auteur : Sylvie Leyder

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator