ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

De vruchtgebruik/naakte eigendom constructie : de fiscus moet de belastbare voordelen bewijzen

Als er al een juridische constructie bestaat die in het kader van KMO’s vaak wordt gebruikt, dan is het zeker de verrichting die voor de vennoot – zaakvoerder bestaat uit de overdracht van het vruchtgebruik – voor een bepaalde periode – van een gebouw die hij bezit aan het bedrijf die hij bezit.

Deze constructie zorgt er door eenvoudige mechanismes van burgerlijk recht voor dat zowel het bedrijf als zijn zaakvoerder belastingen kunnen besparen.

Het is inderdaad zo dat het bedrijf dat het vruchtgebruik heeft gekregen haar belastbare grondslag verlaagt dankzij de afschrijving van de verkregen rechten en het ten laste nemen van de onderhoudskosten van het gebouw, van de financiële lasten die gepaard gaan met de investering, alsook van de kosten van eventuele bouwwerken of transformatiewerken van het bezwaarde goed.

Wat de zaakvoerder betreft, die krijgt op het einde van het contract de volle eigendom van het gebouw terug, met inbegrip van de verbeteringen en de transformaties die eraan werden aangebracht, in voorkomend geval zonder vergoeding en in ieder geval, zonder belasting, gezien de consolidatie van de volle eigendom op het einde van het contract geen aanleiding geeft tot belasting (er is op dat ogenblik inderdaad geen overdracht van recht dat aanleiding geeft tot een belasting).

Rekening houdend met haar ontegensprekelijke fiscale « rentabiliteit » bekritiseert de administratie haast op systematische wijze de vruchtgebruik/naakte eigendom constructies die door de belastingplichtigen worden opgezet.

Zij is van mening dat de regels van het vruchtgebruik niet werden gerespecteerd en gaat over tot ofwel een afwijzing van bepaalde kosten in hoofde van het bedrijf, ofwel tot de belasting van een voordeel van alle aard in hoofde van de zaakvoerder.

Dit is over het algemeen het geval wanneer het bedrijf werken die in principe toekomen aan de naakte eigenaar volledig financiert.

De rechtbank van eerste aanleg van Namen heeft onlangs een interessant vonnis geveld over de vraag rond de bewijslast die bij de administratie ligt om, in hoofde van de zaakvoerder, een voordeel in natura te belasten.

In dit geval had het bedrijf aan de administratie een lijst bezorgd met alle werken die het bedrijf had uitgevoerd.

Bij het lezen van die lijst bleek dat het bedrijf een reeks werken had gefinancierd die konden beschouwd worden als « grote herstellingen » die normaal gezien ten laste van de naakte eigenaar zijn. Anderen daarentegen konden beschouwd worden als inrichtingswerken die contractueel ten laste van de vruchtgebruiker worden gelaten.

Bij de vaststelling van de belasting heeft de administratie echter enkel verklaard dat het totaalbedrag van de werken duidelijk aantoonde dat het om werken ging die in principe ten laste van de naakte eigenaar zijn voor zover dat ze groter waren dan een investering beperkt tot het bedrag van de inkomsten uit het vruchtgebruik. Ze had geen enkel onderscheid gemaakt volgens het soort uitgevoerde werken.

De rechtbank zal dat gedrag bestraffen : volgens de rechtbank had de administratie, om haar bewijs te leveren, elke werkpost moeten analyseren en moeten bepalen of het ging om grote herstellingen of inrichtingswerken ; enkel de eerste konden de berekening van een voordeel van alle aard rechtvaardigen in hoofde van de vruchtgebruikers. Aangezien het arbitraire karakter van de belasting blijkbaar niet werd aangevoerd, had de rechtbank besloten dat het bedrag van een reeks werken niet belastbaar was en had ze de opgelegde bijdragen dienovereenkomstig verlaagd.

De rechtbank had ook aan de aanvrager toegekend dat er rekening zou gehouden worden met een afschrijving van de werken ten belope van 10% per jaar

Deze beslissing is conform de regels inzake de bewijslast : als de fiscus wilt belasten, moet hij de elementen aantonen die aanleiding geven tot het recht dat hij wenst in te roepen.

Ondanks de kritiek die hij over het algemeen krijgt van de administratie blijft de vruchtgebruik/naakte eigendom constructie een fiscaal interessante verrichting. Maar op voorwaarde, zoals altijd in fiscale zaken, dat de spelregels worden gerespecteerd.

Auteur : Pauline Maufort

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator