ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

De NBB en bepaalde financiële instellen mogen toegang hebben tot de gegevens van het Rijksregister

In een vorig nummer informeerden wij u over de publicatie in het Belgisch Staatsblad van een koninklijk besluit betreffende de werkingsmodaliteiten van het « centraal aanspreekpunt » (CAP) dat werd opgericht binnen de Nationale Bank van België (NBB).

Dit « centraal aanspreekpunt », dat gecreëerd in 2011 werd in het kader van de versoepeling van het bankgeheim, heeft tot doel het oplijsten van bepaalde gegevens (identiteit van de klanten, bankrekeningnummers en contracten) die de financiële instellingen voortaan over hun klanten moeten doorgeven. De gegevens die op die manier worden verzameld, zullen door de fiscale administratie kunnen geconsulteerd worden in geval van aanwijzingen van fiscale fraude of wanneer deze van plan is om tot belasting over te gaan op grond van tekenen en indiciën van gegoedheid.

In die context werd een nieuw koninklijk besluit van 3 februari 2014 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Deze heeft tot doel aan de NBB en bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen toegang te verlenen tot de fiches van het rijksregister van natuurlijke personen teneinde een correcte registratie van de gegevens in het CAP toe te laten.

Deze toegang is echter beperkt: eerst in tijd, vervolgens in het soort toegankelijke gegevens en ten slotte in de toegangsmodaliteiten.

Zo is dergelijke toegang slechts mogelijk van 11 februari tot 31 december 2014.

Het koninklijk besluit voorziet ook dat slechts bepaalde gegevens van het Rijksregister (naam, voornaam, geboortedatum en -plaats) toegankelijk zijn en dit enkel als de betrokken instellingen dit nummer nog niet hebben geregistreerd in numerieke en gestructureerde vorm in het kader van een andere wetgeving.

Bovendien is een opzoeking niet toegelaten als de financiële instelling reeds op z'n minst over de naam, de voornamen en de geboortedatum van hun klant beschikten op het moment dat de opzoeking wordt aangevat.

Aan de andere kant voorziet het koninklijk besluit een onrechtstreekse toegangswijze via de VZW IDENTIFIN. Deze VZW krijgt op gemotiveerde aanvraag van een financiële instelling de toegang toegekend tot de gegevens van het Rijksregister. De toegankelijke gegevens en de toegangsperiode zijn ook beperkt.

Het verslag aan de Koning dat het koninklijk besluit lijkt deze onrechtstreekse toegang te bevoorrechten. We moeten echter vaststellen dat de tekst van het koninklijk besluit aan de financiële instellingen niet verplicht om zich te richten tot de VZW.

Ten slotte laat het koninklijk besluit aan de bedoelde instellingen die reeds beschikken over het rijksregisternummer van hun klanten in het kader van andere wettelijke verplichtingen, toe om dit nummer te hergebruiken in het kader van en voor de correcte registratie bij het CAP.

Het gebruik van het rijksregisternummer is gerechtvaardigd door de noodzaak om elke fout of verwarring te vermijden die met name gelinkt is aan het bestaan van homoniemen of aan een typefout bij het identificeren van klanten.

Zonder zich uit te spreken over de efficiëntie van de maatregel of over haar gegrondheid ten overstaan van de bescherming van gegevens van persoonlijke aard, moet men toegeven dat ze een consequent administratief werk inhoudt voor de financiële instellingen die deze gegevens moeten aanleveren en dit werk zal zeker kosten met zich meebrengen. De vraag is dus wie deze zal dragen...

Auteur : Pauline Maufort

La BNB et certaines institutions financières autorisées à accéder aux données du Registre national

Dans un précédent numéro, nous vous informions de la publication au moniteur belge de l’arrêté royal précisant les modalités de fonctionnement du « point de contact central » (PCC) instauré au sein de la Banque National de Belgique (BNB).

Ce « point de contact central », crée en 2011 dans le cadre de l’assouplissement du secret bancaire, a pour objet de répertorier certaines informations que les institutions financières ont désormais l’obligation de communiquer sur leurs clients (identité des clients, numéros de comptes et contrats). Les informations ainsi recueillies pourront être consultées par l’administration fiscale en cas d’indices de fraude fiscale ou lorsque celle-ci envisage de recourir à la taxation sur signes et indices d’aisance.

Dans ce contexte, un nouvel arrêté royal du 3 février 2014 a été publié au moniteur belge.

Celui-ci vise à permettre à la BNB et aux établissements de banque, de change, de crédit et d’épargne un accès aux fichiers du registre national des personnes physiques afin de permettre un enregistrement correct des informations dans le PCC.

Cet accès est toutefois limité : temporellement d’abord, dans le type de données accessibles ensuite et dans les modalités d’accès enfin.

Ainsi, un tel accès n’est possible que du 11 février au 31 décembre 2014.

L’arrêté royal prévoit également que seules certaines données du Registre national (nom, prénom, date et lieu de naissance) sont accessibles et ce uniquement si les institutions concernées n’ont pas déjà enregistré ce numéro sous une forme numérique et structurée dans le cadre d’une autre législation.

En outre, une recherche n’est autorisée que si l’institution financière disposait déjà au minimum du nom, des prénoms et de la date de naissance de leur client au moment d’initier la recherche.

D’autre part, l’arrêté royal prévoit un mode d’accès indirect par le biais de l’ASBL IDENTIFIN. Cette ASBL se voit accorder, sur demande motivée d’une institution financière, l’autorisation d’accéder aux données du Registre national. Les données accessibles et la période d’accès sont également limitées.

Le rapport au Roi accompagnant l’arrêté royal semble privilégier cet accès indirect. Force est toutefois de constater que le texte de l’arrêté royal n’impose pas aux institutions financières visées de s’adresser à l’ASBL.

Enfin, l’arrêté royal permet aux établissements visés, qui disposent déjà du numéro de registre national de leurs clients dans le cadre d’autres obligations légales, de le réutiliser dans le cadre et pour les besoins de l’enregistrement correct au PCC.

L’utilisation du numéro de registre national est justifiée par la nécessiter d’éviter toute erreur ou confusion, notamment liée à l’existence d’homonyme ou à une faute de frappe, lors de l’identification des clients.

Sans se prononcer sur l’efficacité de la mesure ou sur son bien-fondé vis-à-vis de la protection des données à caractère personnel, il faut admettre qu’elle implique un travail administratif conséquent pour les institutions financières débitrices de ces informations et ce travail aura nécessairement un coût. La question est donc de savoir qui le supportera …

Auteur : Pauline Maufort
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator