ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Beperking van de betalingen in contanten: verschillen in de EU

Het probleem van de beperking van betalingen in contanten werd in een vorig nummer van juni 2012 aangekaart.

De programma-wet van 29 maart 2012 heeft belangrijke wijzigingen aangebracht inzake betalingen in contanten. Deze wet moet gezien worden in het kader van de strijd tegen het witwassen van geld.

Sinds 1 januari 2014 werd het maximumbedrag voor betalingen in contanten gebracht op 3.000 euro (artikel 171). Deze wijziging doelt ook op de betaling in contanten van een voorschot.

Bij verkopen van gebouwen is de betaling in contanten volledig verboden geworden. Het bedrag werd inderdaad teruggebracht tot 0 euro (artikel 170).

De sancties die voorzien zijn voor het niet respecteren van deze beperking kunnen zeer zwaar zijn. Er kan een boete opgelegd worden gaande van 250 euro tot 225.000 euro (artikel 41 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en voor de financiering van terrorisme). Ze mag echter niet hoger zijn dan 10 % van het bedrag dat in contanten werd betaald.

Enkel privé-personen vallen niet rechtstreeks onder de wet. Er kan wel een verplichting tot aangifte aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) worden opgelegd aan beroepsmensen. Zij zouden kunnen vervolgd worden als ze een betaling in contanten aanvaarden voor een bedrag dat hoger is dan het voorziene maximumbedrag.

Er bestaan grote verschillen binnen de Europese Unie voor wat betreft het bedrag. Er is inderdaad geen harmonie voorzien hierover.

Bepaalde landen, zoals Finland, Oostenrijk, Zweden en ook het Verenigd Koninkrijk kennen geen beperking.

In andere landen is de beperking vastgesteld op meer dan 10.000 euro voor de niet-inwonende consumenten en op ongeveer 2.500 euro voor fiscale inwoners. Dit is het geval in Frankrijk en Spanje.

Deze wijziging die werd aangebracht aan de programma-wet dreigt een negatieve impact te hebben op de handel in België. Men kan het bestaan van een zekere discriminatie vaststellen. De Belgische en buitenlandse consumenten zullen inderdaad geneigd zijn om naar de ons omringende landen te trekken zoals Duitsland of Frankrijk om daar hun aankopen te doen.

Men kan zich dan ook afvragen of dergelijke maatregel echt efficiënt is ?

De tendens in Europa neigt naar een – soms belangrijke – vermindering van de maximumbedragen voor betalingen in contanten.

De Belgische wetgever wil strijden tegen fraude en we zullen er ons naar alle waarschijnlijkheid in de toekomst mogen verwachten dat er dergelijke maatregelen bij komen.

Auteur : Florence Cappuyns

Limitation des paiements en espèces : disparités dans l’UE

La question de la limitation des paiements en espèces a été abordée dans un précédent numéro datant de juin 2012.

La loi-programme du 29 mars 2012 a apporté d’importantes modifications en matière de paiements en espèces. Cette loi s’inscrit dans le cadre de la lutte contre le blanchiment des capitaux.

Depuis le 1er janvier 2014, le seuil d’interdiction des paiements en espèces a été ramené à 3.000 € (article 171). Cette modification vise également le paiement en espèce d’un acompte.

En matière de ventes d’immeubles, le paiement en espèces est devenu tout à fait interdit. Le montant a en effet été rabaissé à 0 € (article 170).

Les sanctions prévues en cas de non-respect de cette limitation peuvent être lourdes. Une amende allant de 250 € à 225.000 € peut être prononcée (article 41 de la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l’utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme). Elle ne peut néanmoins pas excéder 10 % de la somme réglée en espèces.

Seuls les particuliers ne sont pas visés directement par la loi. Une obligation de dénonciation à la Cellule de traitement des informations financières (CTIF) pourra être imposée aux professionnels. Ce dernier pourra être poursuivi s’il accepte un paiement en espèces pour un montant supérieur au seuil prévu.

De grandes disparités existent au sein de l’Union européenne quant au montant. Il n’y a, en effet, pas d’harmonie prévue à ce sujet.

Certains pays, tels que la Finlande, l’Autriche, la Suède ou encore le Royaume-Uni ne connaissent pas de limitation.

Dans d’autres pays, le seuil de la limitation est fixé à plus de 10.000 € pour les non résidents consommateurs, et à environ 2.500 € pour les résidents fiscaux. C’est le cas de la France et de l’Espagne.

Cette modification apportée par la loi-programme risque d’avoir un impact négatif sur le commerce en Belgique. L’on peut constater l’existence d’une certaine discrimination. En effet, les consommateurs belges et étrangers seront tentés de se rendre dans les pays limitrophes tels que l’Allemagne ou la France pour y effectuer des achats.

On peut par ailleurs se demander si une telle mesure est réellement efficace ?

La tendance en Europe progresse vers une diminution – parfois importante – des seuils pour les paiements en espèces.

Le législateur belge veut lutter contre la fraude et il faut probablement s’attendre à ce qu’à l’avenir, de telles mesures se multiplient.

Auteur : Florence Cappuyns
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator