ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Binnenkort het einde van de successierechten op de gezinswoning in Brussel

Op vandaag leidt het overlijden van een partner of een wettelijke samenwonende tot de verplichting van het betalen van successierechten op het volledige geërfde vermogen. Ook al bestaat er een voordeeltarief voor de gemeenschappelijke gezinswoning, kunnen de successierechten in Brussel hoog oplopen en, in bepaalde gevallen, de overlevende partner of samenwonende zelfs dwingen tot de verkoop van de gezinswoning om de successierechten te kunnen betalen.

Sinds 2007 al is er in het Vlaams Gewest in dergelijk geval geen recht meer verschuldigd voor wat betreft de gezinswoning.

Voorstellen van beschikkingen werden al sinds 2007 aan het Brussels Parlement voorgelegd, alsook in juni 2013 teneinde de successierechten op de gezinswoning af te schaffen.

Op het einde van september jongstleden werd een ontwerp van beschikking door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest goedgekeurd. Het ontwerp werd overgemaakt aan de Raad van State voor advies en moet daarna nog goedgekeurd worden door het Brussels Parlement. Zonder nieuwe ontwikkelingen, zullen de partners en samenwonenden geen successierechten meer moeten betalen op het gebouw waarin hun gezinswoning gevestigd was.

Het voordeel zal belangrijk kunnen zijn voor de overlevende partner en het doel van de Brusselse regering is net om de uittocht van oudere personen te voorkomen, meer bepaald in de richting van het Vlaamse Gewest.

Nemen we als voorbeeld een gepensioneerd koppel, zonder kinderen, gedomicilieerd in Brussel sinds vijf jaar, gehuwd onder het wettelijk stelsel ( te weten zonder een huwelijkscontract te hebben afgesloten) en eigenaar van een gezinswoning waarvan de venale waarde 1.000.000 € bedraagt.

De overlevende partner of samenwonende zal zo de helft van het gebouw met een waarde van 500.000 € erven. Op vandaag zijn de successierechten op het gebouw dat dienst deed als laatste woonplaats van de overledene berekend op een progressief tarief per schijf van 2 % (tot 50.000 €) met een maximum van 30% (boven de 500.000 €). Het totaal aan verschuldigde successierechten in dergelijk geval zou iets meer dan 77.000 € bedragen. Zelfs al is dit bedrag iets lager dan hetgeen tot in 2012 verschuldigd was, kan het, in bepaalde gevallen, de overlevende partner verplichten tot het verkopen van het gebouw dat als laatste woonplaats diende. Het kan ook bepaalde personen aanzetten tot het kopen van een woning in het Vlaams Gewest met de bedoeling zich daar te vestigen.

Als het Brussels Parlement effectief de volledige afschaffing van de successierechten tussen overlevende samenwonenden of partners zou stemmen voor wat betreft de gezinswoning, dan zal er in de voorheen gestelde hypothese geen enkele successierecht verschuldigd zijn.

Thema : Successierechten Auteur : Tristan Krstic

Bientôt la fin des droits de succession sur le logement familial à Bruxelles

Dans l’état actuel des choses, le décès d’un conjoint ou d’un cohabitant légal entraîne l’obligation de payer des droits de successions sur l’ensemble du patrimoine hérité. A Bruxelles, s’il existe bien un taux préférentiel pour le logement familial commun, les droits de succession peuvent être malgré tout élevés et, dans certains cas, contraindre même le conjoint ou le cohabitant survivant à la vente du logement familial afin de pouvoir payer les droits de successions.

En Région flamande, depuis 2007 déjà, aucun droit n’est dû dans un tel cas pour ce qui concerne le logement familial.

Des propositions d’ordonnance avaient été déposées devant le Parlement bruxellois dès 2007, ainsi qu’en juin 2013 afin de supprimer les droits de succession portant sur le logement familial.

Fin septembre dernier, un projet d’ordonnance a été approuvé par le Gouvernement de la Région de Bruxelles-capitale. Le projet a été transmis au Conseil d’état pour avis et il devra ensuite encore être approuvé par le Parlement bruxellois. Sauf rebondissement, les conjoints et cohabitants ne devront plus payer de droit de succession portant sur l’immeuble dans lequel ils avaient fixé leur logement familial.

Le gain pourra s’avérer important pour le conjoint survivant et l’objectif du gouvernement bruxellois est notamment d’éviter l’exode de personnes âgées, notamment vers la Région Flamande.

Prenons à titre d’exemple un couple de pensionnés, sans enfants, domicilié à Bruxelles depuis cinq ans, marié sous le régime de la communauté légale (à savoir sans avoir conclu de contrat de mariage) et propriétaire d’une maison familiale dont la valeur vénale est de 1.000.000 €. Le conjoint ou le cohabitant survivant héritera ainsi de la moitié de l’immeuble, d’une valeur de 500.000 €. Dans l’état actuel des choses, des droits de succession sur l’immeuble servant de dernière résidence du défunt sont calculés au taux progressif par tranche de 2 % (jusqu’à 50.000 €) à maximum 30 % (au-delà de 500.000 €). Le total des droits de successions dus dans un tel cas serait d’un peu plus de 77.000 €. Même si ce montant est légèrement inférieur à celui qui était dû jusqu’en 2012, il peut, dans certains cas, contraindre le conjoint survivant à vendre l’immeuble servant de dernier logement familial. Il pourrait également pousser certaines personnes à acheter un logement en Région Flamande pour s’y établir.

Si le Parlement bruxellois devait effectivement voter la suppression totale des droits de succession entre cohabitants ou conjoints survivants pour ce qui concerne le logement familial, aucun droit de succession ne serait dû dans l’hypothèse précitée.

Thème : Les droits de succession Auteur : Tristan Krstic
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator