ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Het risico op successierechten na schenking verzekeren

Wat betreft de roerende schenkingen moeten de handgift van een roerend goed of een som geld alsook de schenking per bankoverschrijving niet verplicht geregistreerd worden. Het is dus perfect wettelijk om een schenking te doen en deze niet voor registratie voor te leggen en dus bijgevolg geen schenkingsrecht te betalen.

Om dat verlies aan belastinggrondslag te voorkomen, heeft de wetgever een bijzondere regel uitgevaardigd die opgenomen werd onder artikel 7 van het Wetboek van successierechten, volgens hetwelk de goederen waarover « de overledene kosteloos heeft beschikt gedurende de laatste drie jaar vóór zijn overlijden, worden beschouwd als deel uitmakend van zijn nalatenschap indien de schenking niet onderworpen werd aan het registratierecht voor schenkingen ».

Bijgevolg zullen de geschonken goederen in geval van overlijden van de schenking tijdens de drie jaar voor de niet geregistreerde roerende schenking, opnieuw in de nalatenschap worden opgenomen en onderworpen worden aan successierechten.

Er is dus een niet te verwaarlozen fiscaal risico verbonden aan het overlijden van de schenker. Dit risico kan echter op twee manieren geneutraliseerd worden :

  1. Door de schenking voor registratie aan te bieden De schenking zal onderworpen worden aan registratierechten waarvan het tarief niet gebonden is aan de waarde van het geschonken goed, maar enkel varieert in functie van de graad van verwantschap die bestaat tussen de schenker en de begiftigde (rechten tussen 3,3 en 7,7% in het Waalse Gewest tegen 3 à 7% in het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Wanneer het tarief van de registratierechten op schenkingen lager is dan het tarief van de successierechten (progressieve tarieven per schijf en waarvan het tarief afhangt van de verwantschap), dan maakt deze techniek het mogelijk, op fiscaal gebied, om de belastingslast op de overdracht van een vermogen bij overlijden te verminderen.
  2. Door een overlijdensverzekering af te sluiten Men kan zich verzekeren voor het betalen van successierechten die zouden moeten betaald worden in geval van vroegtijdig overlijden van de schenker tijdens de periode van onzekerheid van drie jaar. In dat geval garandeert de verzekering aan de verzekeringsnemer de betaling van het kapitaal dat in de voorwaarden is vermeld en wat hem dan toelaat om de successierechten die hem door de fiscus zullen gevraagd worden, te betalen.

Wanneer de verzekeringspremie lager is dan de schenkingsrechten (wat in principe het geval is, zoniet zou de afsluiting van een overlijdensverzekering geen zin hebben), is het financieel gezien interessanter om te opteren voor een overlijdensverzekering eerder dan de schenkingsrechten te betalen.

Maar we moeten opletten voor het feit dat artikel 8 van het W.Succ. de sommen die geïnd worden bij het overlijden van de overledene krachtens een levensverzekering, aan successierechten onderwerpt. Deze techniek is dus pas fiscaal optimaal als de verzekeringsnemer de begiftigde is. In dat geval zal het kapitaal dat door de verzekering aan de begunstigde betaald wordt (in dit geval, ook de begiftigde) in geval van het overlijden van de verzekerde (de schenker) niet in de nalatenschap opgenomen worden en zal dit niet aan successierechten onderworpen worden.

Chloé BINNEMANS
Thema : Successierechten Auteur : Chloé Binnemans

Assurer le risque de droits de succession après donation

En matière de donations mobilières, le don manuel d’un bien meuble ou d’une somme d’argent ainsi que la donation par virement bancaire ne sont pas obligatoirement enregistrables. Il est donc parfaitement légal de faire une donation en s’abstenant de la présenter à l’enregistrement et en s’abstenant, par conséquent, de payer le droit de donation.

Pour prévenir cette perte de matière imposable, le législateur a édicté une règle particulière, inscrite à l’article 7 du Code des droits de succession, selon laquelle les biens dont « le défunt a disposé à titre gratuit dans les trois ans précédant son décès, sont considérés comme faisant partie de sa succession si la libéralité n’a pas été assujettie au droit d’enregistrement établi pour les donations ».

Par conséquent, en cas de décès du donateur dans les trois ans de la donation mobilière non enregistrée, les biens donnés seront réintégrés dans la masse successorale et soumis aux droits de succession.

Il existe donc un risque fiscal non négligeable lié au décès du donateur. Ce risque peut néanmoins être neutralisé de deux manières :

  1. En présentant la donation à l’enregistrement La donation sera soumise à un droit d’enregistrement dont le taux est indépendant de la valeur du bien donné mais varie uniquement en fonction du degré de parenté existant entre le donateur et le donataire (droits compris entre 3,3 et 7,7% en Région wallonne contre 3 à 7% en Région flamande et de Bruxelles-Capitale). Dès lors que le taux des droits d’enregistrement des donations est moins élevés que ceux des droits de succession (taux progressifs par tranches et dont le tarif dépend du lien de parenté), cette technique permet, sur le plan fiscal, d’alléger la charge d’impôt qui frappe la transmission d’un patrimoine à cause de mort.
  2. En souscrivant une assurance décès Il est possible de s’assurer pour le paiement des droits de succession qui devraient être payés en cas de décès prématuré du donateur pendant la période d’incertitude de trois ans. Dans ce cas, l’assurance garantit au preneur d’assurance le paiement du capital indiqué dans les conditions, lui permettant ainsi de payer les droits de succession qui lui seront réclamés par le fisc.

Lorsque la prime d’assurance est inférieure aux droits de donations (ce qui est en principe le cas, sans quoi la souscription à une assurance décès n’aurait pas de sens), il est financièrement parlant plus intéressant d’opter pour l’assurance décès que de payer les droits de donation.

Il conviendra néanmoins d’être attentif au fait que l’article 8 du C.succ. soumet aux droits de succession les sommes recueillies au décès du défunt en vertu d’une assurance sur la vie. Cette technique n’est donc fiscalement optimale que si le preneur d'assurance est le donataire. Dans ce cas, le capital versé par l'assurance au bénéficiaire (en l’espèce, également le donataire) en cas de décès de l’assuré (le donateur) n’entrera pas dans la masse successorale et ne sera pas soumis aux droits de succession.

Chloé BINNEMANS

Thème : Les droits de succession Auteur : Chloé Binnemans
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator