ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Roerende schenkingen voor een buitenlandse notaris: circulaire en details

Recente wetten zijn de doodsklokken komen luiden voor roerende schenkingen die voor een buitenlandse notaris werden doorgevoerd (gewone wet van 03/12/2020 en bijzondere wet van 13/12/2020).

Deze wetten hebben tot doel om sinds 15 december 2020 de registratie van notariële akten die in het buitenland zijn verleden en die recht geven op een inter vivos schenking van roerende goederen te verplichten.

Een circulaire heeft de contouren van deze nieuwe verplichting verduidelijkt (circulaire 2021/C/27 van 16 maart 2021). Het lezen van deze circulaire laat ons toe om te beoordelen welke donaties onder deze nieuwe wetten vallen en welke, a contrario, de planningsconstructies zijn die mogelijk blijven.

In de eerste plaats moet worden opgemerkt dat de administratie in deze circulaire aangeeft dat "de wet een einde wil maken aan een vorm van belastingontduiking die het mogelijk maakte om de schenking van roerende goederen die blijkt uit een buitenlandse notariële akte vrij te stellen van belastingheffing in België". Er moet echter aan worden herinnerd dat vóór deze wetten van december 2020 het gebruik van dit type schenking perfect mogelijk en wettelijk was: het waren geldige en tegenstelbare schenkingen naar Belgisch recht, omdat ze in de notariële vorm waren, maar niet onderworpen aan Belgische registratierechten, omdat het Belgische recht niet verplicht was om schenkingen te registreren, enkel notariële akten die in België werden verleden. Schenkingen die vóór 15 december 2020 bij een buitenlandse notaris (zoals een Zwitserse of Nederlandse notaris) zijn gedaan, blijven dus geldig, onder voorbehoud van de overleving van de schenker gedurende de drie jaar na de schenkingsakte.

De circulaire bevestigt dat deze nieuwe registratieplicht in België van toepassing is op schenkingen door een inwoner van het Koninkrijk. Met andere woorden, enkel buitenlandse schenkingen waarbij een (fiscaal) Belgische ingezeten schenker betrokken is, zijn onderworpen aan registratie in België. Buitenlandse notariële akten waarin een Belgische begiftigde aan wie een schenking is gedaan door een niet-Belgische ingezetene, hoeven dus niet geregistreerd te worden.

Het begrip inwoner van het Koninkrijk zal door de schenker worden beoordeeld aan de hand van de traditionele criteria die zijn vastgesteld, dat wil zeggen dat op de dag waarop de schenking voor een buitenlandse notaris wordt gedaan, moet worden beoordeeld of de schenker zijn werkelijke, effectieve en ononderbroken verblijfplaats in België heeft. Als de schenker op het moment van de schenking niet-ingezetene is en vervolgens een Belgische ingezetene wordt, mag de schenking niet in België worden geregistreerd, behalve in het geval dat de echtheid van de niet-woonplaats zou gesimuleerd zijn.

Voor Belgische schenkers die nog steeds in de verleiding zouden komen om hun schenkingen te laten registreren bij een buitenlandse notaris, bevestigt de circulaire verder dat de deadline voor de registratie van de schenking 4 maanden vanaf de akte is (in plaats van 15 dagen voor Belgische akten) om eventuele beëdigde vertalingen mogelijk te maken. Indien de schenking voor een buitenlandse notaris wordt verleend onder een opschortende voorwaarde, gaat de termijn voor overlegging voor inschrijving in op de dag waarop de schenking wordt gedaan, op voorwaarde dat het criterium dat bij wet in aanmerking wordt genomen, de buitenlandse notariële akte is.

Tot slot, en vooral, bevestigt de circulaire dat aangezien deze nieuwe registratieplicht alleen van toepassing is op buitenlandse notariële akten, deze nieuwe verplichting niet van toepassing is op roerende schenkingen die bij een onderhandse akte worden gedaan, zelfs niet als de schenker een inwoner van het Koninkrijk is. Handgiften met een pacte adjoint, onrechtstreekse schenkingen, zoals die welke onder bepaalde voorwaarden zouden kunnen voortvloeien uit bankoverschrijvingen, blijven mogelijk zonder registratie.

Overdrachtsmogelijkheden buiten de werkingssfeer van de schenkingsrechten blijven daarom mogelijk, meestal met de voorwaarde van overleving van de schenker. Er zij aan herinnerd dat het in het laatste geval altijd mogelijk is om op elk moment gedurende de periode van drie jaar de onderhandse overeenkomst vrijwillig voor te leggen aan het bevoegde Kantoor Rechtszekerheid, en onderworpen te worden aan het tarief van de schenkingsrechten (3% of 7% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of in het Vlaamse Gewest; 3,3% of 5,5% in het Waals Gewest) in plaats van het risico te lopen dat de schenking opnieuw wordt geïntegreerd in de nalatenschap en belast wordt tegen de veel minder gunstige progressieve tarieven van de successierechten.

Auteur : Sylvie Leyder

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator