ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Schenkingen voor een buitenlandse notaris: naar het einde van de « kaasroute »?

De laatste jaren heeft Vlabel, de Vlaamse belastingdienst, meermaals geprobeerd om te omschrijven waarom Vlaamse schenkers zo enthousiast zijn om notariële roerende schenkingen te doen voor een Nederlandse notaris, zodat het mogelijk is om op volledig wettelijke manier de civiele veiligheid van een notariële akte te verbinden aan het ontbreken van fiscale kosten van de schenking, onder voorwaarde van een overleving van 3 jaar. Een wetsvoorstel (waarvan de inwerkingtreding nog niet werd bepaald) voorziet echter de verplichting om alle notariële schenkingsakten te onderwerpen aan registratie, bijgevolg met inbegrip van de buitenlandse akten. Het voorstel werd op 10 juli gestemd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers; dat plant dus het einde van de notariële akten die in Nederland worden verleden om (wettelijk) te vermijden dat er registratierechten van 3%, 3,3%, 5,5% of 7% op een roerende schenking in België moeten betaald worden.

Het voorstel werd gestemd (met meerderheid … van de 17 parlementairen die aanwezig waren in die zomerse periode) en werd onder dringende omstandigheden neergelegd, hoewel we ons kunnen afvragen van welke urgentie sprake is: hoe kunnen we dit inderdaad gaan rechtvaardigen, hoewel het probeert om een wettelijke situatie te bestrijden die (zonder december andere betwisting dan deze van Vlabel) sinds 1 december 1939 geldt, welke de datum van inwerkingtreding van het Wetboek van registratierechten is?

Zoals zo vaak zal hetgeen Vlabel niet verkrijgt door haar voorzichtig gewaagde standpunten ongetwijfeld uiteindelijk verkregen worden via een wetswijziging in het voordeel van haar standpunt. Inzake roerende schenkingen had Vlabel zo bijvoorbeeld een advies uitgebracht volgens welk een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik niet meer kon doorgevoerd worden zonder een voorafgaande registratie te doen om geen successierechten te moeten betalen bij het overlijden van de schenker. Dit zeer bekritiseerde standpunt werd vernietigd door de Raad van State in een arrest van 12 juni 2018 waarbij ze – terecht – werd beschouwd als onwettig.

Maar de drie Gewesten zouden het risico kunnen lopen op één lijn gezet te worden: als de registratierechten dan al een gewestelijke aangelegenheid zijn, dan is de bevoegdheid om te beslissen over de akten die verplicht moeten geregistreerd worden toch federaal gebleven. Het is dus op federaal niveau dat dit wetsvoorstel werd neergelegd.

Niet alle schenkingen worden echter door deze verplichting van onderwerping aan schenkingsrechten geviseerd: enkel de notariële akten.

Met andere woorden, een schenker zal nog steeds in staat zijn om roerende voorwerpen te schenken (schilderijen, sieraden, bankbiljetten, enz.) van "hand tot hand." Schenkingen van geld door bankoverschrijving, vorderingen, rechten van een levensverzekeringscontract, in volle eigendom en met een pacte adjoint (om onder andere een terugkeerclausule, een lijfrenteheffing, enz.) zullen altijd mogelijk zijn zonder de schenking aan de registratie te hoeven voorleggen, maar altijd met dezelfde (dezelfde) gevolgen wat betreft successierechten indien de schenker binnen drie jaar overlijdt (of, voor de effecten van Vlaamse familiebedrijven, zeven jaar), gevolgen waaraan schenkingen voor buitenlandse notarissen op dit moment ook worden blootgesteld.

Los van de legitieme juridische kritiek die een dergelijke wetswijziging zal krijgen, moet een schenker die overweegt om een schenking te doen voor een Nederlandse notaris dit zeker snel doen, aangezien de wet, eenmaal aangenomen, tien dagen na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad in werking zou treden. Op dit moment wordt de tekst echter door de Raad van State onderzocht, juist vanwege de kwestie van de inwerkingtreding ervan, aangezien de gewesten zich ook zullen moeten aanpassen. Het gaat er dus om ofwel de wet aan het eind van het jaar in werking te laten treden ofwel de gewesten een jaar de tijd te geven om hun wetgeving te wijzigen door haar een jaar later in werking te laten treden.

Deze wijziging laat ons vrezen voor een verhoging van de tarieven van de rechten op roerende schenkingen (eens de registratieverplichting wettelijk vergrendeld is, is het zeer eenvoudig om de tarieven te verhogen); we moeten dus hopen dat de gewestelijke wetgever de lessen die hij getrokken heeft uit de drastische verlaging van diezelfde tarieven van vijftien jaar geleden, die de praktijk van geregistreerde schenkingen aanmoedigde en de inkomsten van de Staat aanzienlijk verhoogde, niet vergeten is.

Men zou echter ook de tegenovergestelde situatie kunnen tegenkomen, waarin de drie Gewesten zouden concurreren (zoals ze al hebben gedaan voor schenkingen van familiebedrijven, die in het Waalse Gewest nu onder bepaalde voorwaarden volledig zijn vrijgesteld van schenkingsrechten), om potentiële rijke schenkers aan te trekken, aangezien het de woonplaats van de schenker is die bepaalt welk gewest bevoegd is voor de belasting van de schenkingen die hij tijdens zijn leven doet.

Laten we hopen dat de Gewesten zich zullen realiseren dat het meer in hun financieel belang is om in te zetten op indirecte belastingwinsten (gegenereerd door de aanwezigheid op hun grondgebied op lange termijn van gezinnen die waarschijnlijk schenkingen zullen doen en door de mogelijkheid om geschonken fondsen opnieuw in het economische weefsel te injecteren, de waardering van onroerend vermogen, enz.), dan op de onmiddellijke winst uit één enkele belasting.

Thema : Successierechten

Auteur : Severine Segier

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator