ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Onderhoudsgelden zijn aftrekbaar …. op voorwaarde dat de vastgestelde vervaldagen gerespecteerd worden

Menig belastingplichtige is op een bepaald ogenblik onderhoudsgeld verschuldigd. Dit kan zijn oorsprong vinden in een gerechtelijke beslissing die bijvoorbeeld volgt op een echtscheiding of voortkomen uit vrijwillige betalingen (in toepassing van een akkoord tussen schuldeiser en schuldenaar) die uitgevoerd worden te voordele van een ouder of een kind die tijdelijk of permanent bijstand nodig heeft.

De gelden die betaald worden zijn voor 80% aftrekbaar voor de onderhoudsplichtige, indien ze aan de hierna volgende voorwaarden voldoen en zijn ook in dezelfde proportie belastbaar voor de onderhoudsgerechtigde. In dit verband dienen we te herinneren aan de verplichting, waar vaak aan voorbij wordt gegaan, die rust op de onderhoudsplichtigen om de roerende voorheffing op de gelden die betaald worden aan buitenlandse inwoners in te houden.

Om aanspraak te kunnen maken op de aftrek van het onderhoudsgeld dat effectief betaald werd, moet aan vier cumulatieve voorwaarden voldaan zijn :

  1. Ze moet betaald worden in uitvoering van een onderhoudsplicht voortvloeiend uit het Burgerlijk Wetboek of het Gerechtelijk Wetboek;
  2. De begunstigde van het onderhoudsgeld mag geen deel uitmaken van het gezin van de persoon die dit onderhoudsgeld betaalt ;
  3. . De betaling moet gerechtvaardigd worden op basis van bewijsstukken;
  4. Het onderhoudsgeld moet op regelmatige basis betaald worden.
</p>

Deze vier voorwaarden worden zeer strikt door de hoven en rechtbanken beoordeeld. Dat is onder meer het geval voor de vierde voorwaarde die vereist dat het onderhoudsgeld waarvan men de aftrek vraagt met een zekere regelmaat betaald wordt.

Dit beantwoordt aan een evident doel: vermijden dat de belastingplichtigen de aftrek vragen van alle stortingen die voor verschillende redenen aan hun naasten worden uitgevoerd zoals een verjaardag, het behalen van een diploma, …

Als niet wordt vereist dat de stortingen wekelijks of maandelijks moeten gebeuren, wordt toch geëist dat deze vóór de normale vervaldag worden uitgevoerd en zonder al te veel vertraging.

De rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen heeft ons daaraan herinnerd in een vonnis van 20 november 2015. In dat geval had de rechtbank de aftrekbaarheid uitgesloten van onderhoudsgelden die niet op regelmatige basis werden betaald, maar die afgehouden werden op het vakantiegeld van de onderhoudsplichtige.

Dit herinnert ons eraan hoe belangrijk het is om de vonnissen en akkoorden die de storting van een periodiek onderhoudsgeld aan een onderhoudsplichtige te respecteren. Naast de eventuele burgerlijke en strafrechtelijke sancties zij er inderdaad ook nog negatieve fiscale gevolgen voor de onderhoudsplichtige.

Thema : Huwelijk, Samenwonen, Scheiding Auteur : Pauline Maufort

Les rentes alimentaires sont déductibles … si elles respectent les échéances fixées

De nombreux contribuables se retrouvent un jour redevable d’une rente alimentaire. Celle-ci peut trouver sa source dans une décision de justice en suite, par exemple, d’un divorce ou résulter de paiements volontaires (en application d’un accord entre créancier et débiteur) effectués en faveur d’un parent ou d’un enfant qui se trouve temporairement ou de manière permanente dans un état de besoin.

Les rentes ainsi payée sont, si elles répondent aux conditions énoncées ci-dessous, déductibles à 80% dans le chef du débirentier et imposable, dans la même proportion, dans le chef du créancier alimentaire. A cet égard, il convient de rappeler l’obligation, parfois ignorée, qui pèse sur les débiteurs alimentaires de retenir le précompte professionnel sur les rentes payées à des résidents étrangers.

Pour prétendre à la déduction de la rente alimentaire effectivement payée, celle-ci doit répondre à quatre conditions cumulatives :

  1. Elle doit être payée en exécution d'une obligation alimentaire résultant du Code civil ou du Code judiciaire ;
  2. Le bénéficiaire de la rente ne peut pas faire partie du ménage de la personne qui paie cette rente ;
  3. Le paiement de la rente doit être justifié par des documents probants ;
  4. la rente doit être payée régulièrement.
</p> Ces quatre conditions sont appréciées de manière très stricte par les cours et tribunaux. C’est notamment le cas de la quatrième condition qui exige que la rente alimentaire dont on postule la déduction soit payée avec une certaine régularité. </p>

Cela répond à un objectif évident : il s’agit d’éviter que les contribuables postulent la déduction de tous les versements effectués à leurs proches en raison d’évènements divers tels qu’un anniversaire, l’obtention d’un diplôme…

S’il n’est ainsi pas requis que les versements soient hebdomadaires ou mensuels, il est toutefois exigé que ceux-ci soient faits à échéance normale et sans retard important.

C’est ce que nous a rappelé le tribunal de première instance d’Anvers dans un jugement du 20 novembre 2015.

En l’espèce, le tribunal avait exclu la déductibilité de rentes qui n’avaient pas été payées à intervalle régulier mais retenues sur le pécule vacances du débirentier.

Ceci rappelle l’importance de respecter les jugements et accords prévoyant le versement d’une rente périodique à un débiteur alimentaire. S’ajoutent, en effet, aux éventuelles sanctions civiles et pénales, des conséquences fiscales négatives pour le débiteur alimentaire.

Thème : Mariage, Cohabitation,Séparation Auteur : Pauline Maufort
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator