ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Bankgeheim: buitenlandse inwoners beschermd zoals de Belgen

Op 16 mei 2013 werd een belangrijk arrest geveld door het Grondwettelijk Hof.

Naar aanleiding van een beroep dat werd ingesteld door een vereniging van belastingplichtigen, heeft het Hof een bepaling van de wet van 7 november 2011 die als doel had de communicatie van bankgegevens van niet-inwonende belastingplichtigen aan hun nationale administratie te vergemakkelijken, gedeeltelijk geannuleerd.

Deze tekst voorzag dat wanneer een buitenlandse administratie aan de Belgische fiscus informatie vraagt betreffende een bankrekening van een buitenlandse inwoner bij een Belgische bank, de Belgische fiscus zich rechtstreeks tot de bank kon richten, zonder de betrokken belastingplichtige op de hoogte te brengen.

We weten door een vorig arrest dat het Grondwettelijk Hof van mening was dat het opheffen van het bankgeheim voor Belgische belastingplichtige inwoners niet conform was met de grondwet, tenzij er bepaalde garanties aan gekoppeld werden.

Onder deze garanties was er het feit dat de belastingplichtige vooraf moest verwittigd worden en het feit dat de administratie moest beschikken over aanwijzingen van fraude vooraleer over te gaan tot een bancair onderzoek.

Het Grondwettelijk Hof heeft zopas beslist dat de verplichting om de belastingplichtigen te verwittigen over het bestaan van een bancair onderzoek moest toegepast worden voor zowel de buitenlandse belastingplichtigen als voor de Belgische belastingplichtigen, omdat het onderscheid tussen de beide een discriminerend karakter heeft.

Voortaan zal de fiscus de betrokken belastingplichtigen vooraf moeten verwittigen wanneer hij door een buitenlandse administratie gevraagd wordt om informatie van bancaire aard over te maken, ook al gaat het om buitenlandse inwoners.

Deze vraag die van pure procedurele aard kan blijk te zijn, is in realiteit heel belangrijk als we ze in een internationale context plaatsen. Er bestaat een aanhoudend conflict tussen de Franse en de Zwitserse fiscus, juist omdat de Franse administratie, die in dit geval weinig bezorgdheid toont voor de individuele rechten, eist dat de Zwitserse fiscus de Franse belastingplichtigen die het voorwerp zijn van een onderzoek naar hun Zwitserse rekening, niet op de hoogte brengt. De Zwitserse administratie is echter van mening dat de belastingplichtigen het recht hebben om op de hoogte gebracht te worden, vooral met het oog op het aanwenden van eventuele rechtsmiddelen tegen de vraag van de Franse fiscus.

Het arrest van het Belgisch Grondwettelijk Hof zorgt voor een belangrijke steun voor de positie van de Zwitserse fiscus in haar conflict met de Franse administratie.

Thema : Bankgeheim Auteur : Thierry Afschrift

Secret bancaire : les résidents étrangers protégés comme les belges

Un important arrêt a été rendu par la Cour Constitutionnelle le 16 mai 2013.

Statuant sur un recours d’une association de contribuables, la Cour a partiellement annulé une disposition de la loi du 7 novembre 2011, qui avait pour objet de faciliter la communication de données bancaires de contribuables non-résidents à leur administration nationale.

Ce texte prévoyait que lorsqu’une administration étrangère demande des informations au fisc belge concernant un compte bancaire d’un résident étranger dans une banque belge, le fisc belge pouvait s’adresser directement à la banque, sans prévenir le contribuable concerné.

L’on sait que par un arrêt antérieur, la Cour Constitutionnelle avait considéré que la levée du secret bancaire pour les contribuables résidents belges n’était conforme à la constitution que parce qu’elle était assortie de certaines garanties.

Parmi ces garanties, figurait le fait que le contribuable devait être averti au préalable, et le fait que l’administration devait disposer d’indices de fraude avant de recourir à une enquête bancaire.

La Cour Constitutionnelle vient de décider que l’obligation de prévenir les contribuables de l’existence d’une enquête bancaire devait s’appliquer tant pour les contribuables étrangers que pour les contribuables belges, parce qu’une distinction entre les uns et les autres avait un caractère discriminatoire.

Dorénavant, le fisc devra, lorsqu’il est requis de fournir des informations d’ordre bancaire à une administration étrangère, prévenir préalablement les contribuables concernés, même s’il s’agit de résidents étrangers.

Cette question qui peut paraître de pure procédure est en réalité très importante si on la situe dans un contexte international. Un conflit persistant existe en effet entre le fisc français et le fisc suisse, précisément parce que l’administration française, en l’occurrence peu soucieuse du respect des droits individuels, exige que le fisc suisse n’avise pas les contribuables français faisant l’objet d’une enquête sur leur compte suisse. L’administration suisse considère en revanche que ces contribuables ont le droit d’être avertis, notamment en vue d’exercer des recours éventuels contre la demande du fisc français.

L’arrêt de la Cour Constitutionnelle belge constitue un appui important pour la position de l’administration fiscale suisse dans son conflit avec l’administration française.

Thème : Le secret bancaire Auteur : Thierry Afschrift
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator