ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Drie Belgische fiscale stelsels die door de Europese Commissie in vraag worden gesteld

In februari 2013 heeft de Europese Commissie de boekhouding van niet minder dan drie Belgische fiscale stelsels in vraag gesteld voor wat betreft de fundamentele vrijheden die door de Europese verdragen worden gegarandeerd.

De Commissie heeft eerst en vooral beslist om België voor de Europese Hof van Justitie te slepen voor een fiscale vermindering die wordt toegestaan aan personen die fiscaal hun woonplaats in Wallonië hebben en die zij als discriminerend beschouwen.

De Commissie verzet zich in het bijzonder tegen het Waals decreet van 3 april 2009 wiens toepassing toelaat dat de aankoop van aandelen of obligaties die door de Caisse d’Investissement de Wallonie worden uitgegeven, recht kan geven op een vermindering van de belasting op het inkomen van fysieke personen. De Commissie stelt vast dat deze vermindering enkel wordt toegepast op de inwoners van het Waals Gewest, wat hen doet besluiten dat de uitsluiting van niet-bewoners, die hun inkomsten in die regio ontvangen, om van deze vermindering te genieten, discriminerend is en het het door de Europese verdragen voorziene vrij verkeer van werknemers belemmert.

De Commissie heeft zich tot het Europees Hof van Justitie gewend omdat de Belgische autoriteiten niet geantwoord hebben op het gemotiveerde advies dat hen in november 2011 werd overgemaakt en waarin hen officieel werd gevraagd om deze wettelijke bepaling te wijzigen teneinde hem in overeenstemming te brengen met de andere Europese voorschriften.

Bovendien heeft de Commissie, met twee gemotiveerde adviezen, formeel aan België gevraagd om, de fiscale bepalingen met betrekking tot enerzijds de belasting op betaalde interesten en anderzijds het stelsel van risicokapitaal dat in Vlaanderen gekend is onder de naam « Winwinlening » (win-win-lening), te wijzigen.

Wat betreft de belasting van interesten merkt de Commissie op dat de Belgische wetgeving de interesten die betaald worden aan buitenlandse investeringsmaatschappijen aan de voorheffing onderwerpt, alsook deze op titels die gedeponeerd of ingeschreven zijn op een rekening bij financiële instellingen buiten België, terwijl dat de interesten die betaald worden aan Belgische investeringsmaatschappijen of deze op titels die gedeponeerd of ingeschreven zijn op een rekening bij financiële instellingen in België daarentegen vrijgesteld zijn van voorheffing. De Commissie meent dat het hier om ongerechtvaardigde beperkingen van de vrije dienstverlening en het vrij verkeer van kapitalen gaat die door de Europese verdragen werden vastgelegd.

Wat het stelsel van risicokapitaal of « Winwinlening » betreft, die verleent een fiscale vermindering voor leningen die door de Vlamingen worden toegestaan aan bedrijven uit deze regio, terwijl dat de niet-bewoners die hun inkomsten ontvangen in België niet van deze vermindering kunnen genieten. De Commissie is van mening dat deze wetgeving ingaat tegen het vrij verkeer van werknemers en de vestigingsvrijheid die op Europees niveau georganiseerd wordt.

Het is zeker dat het enkel maar om een interpretatie gaat die door de Europese Commissie in zijn functie van toezichthouder op de verdragen wordt gesteund, en de enige juridische instantie die in staat is, in voorkomend geval, om België te sanctioneren voor het schenden van het recht van de Unie. De analyse die zij uitgevoerd heeft van de Belgische fiscale wetgeving voor wat betreft haar conformiteit met de Europese vrijheden, is niettemin waardevol en kan sommige belastingplichtigen steunen in hun wens om een belasting te betwisten of, omgekeerd, om het genot van een fiscaal voordeel te eisen.

Auteur : Nicolas Themelin

Trois régimes fiscaux belges remis en question par la Commission européenne

Au cours du mois de février 2013, la Commission européenne a contesté la compatibilité de pas moins de trois régimes fiscaux belges au regard des libertés fondamentales garanties par les traités européens.

La Commission a tout d’abord décidé de traduire la Belgique devant la Cour européenne de justice en raison d’une réduction fiscale octroyée aux résidents fiscaux wallons qu’elle juge discriminatoire.

La Commission s’oppose plus spécifiquement au décret wallon du 3 avril 2009, en application duquel l’achat d’actions ou obligations émises par la Caisse d’investissement de Wallonie peut donner droit à une réduction de l’impôt sur le revenu des personnes physiques. La Commission constate que cette réduction ne s’applique qu’aux résidents de la Région wallonne, ce qui l’amène à considérer que l’exclusion du bénéfice de cette réduction des non-résidents qui perçoivent leurs revenus dans cette région est discriminatoire et entrave la libre circulation des travailleurs prévue par les traités européens.

La Commission a saisi la Cour européenne de justice eu égard à l’absence de réponse des autorités belges à l’avis motivé qui leur a été adressé en novembre 2011, leur demandant officiellement de modifier cette disposition législative pour la rendre conforme aux prescriptions européennes.

En outre, par deux avis motivés, la Commission a formellement demandé à la Belgique de modifier les dispositions fiscales relatives à l’imposition des intérêts payés, d’une part, et au régime de capital-risque connu en Région flamande sous le nom de « Winwinlening » (Prêt gagnant-gagnant), d’autre part.

Pour ce qui concerne l’imposition des intérêts, la Commission remarque que la législation belge soumet au précompte les intérêts payés aux sociétés d’investissement étrangères ainsi que ceux afférents aux titres déposés ou inscrits en compte auprès d’institutions financières établies en dehors de Belgique, alors que les intérêts payés à des sociétés d’investissement belges ou afférents à des titres déposés ou inscrits auprès d’organismes financiers établis en Belgique sont, en revanche, exemptés de précompte. Il s’agit, de l’opinion de la Commission, de restrictions injustifiées à la libre prestation des services et à la libre circulation des capitaux établies par les traités européens.

Quant au régime de capital-risque dit « Winwinlening », il octroie une réduction fiscale pour des prêts accordés par des résidents de la Région flamande à des entreprises établies dans cette région, tandis que les non-résidents qui perçoivent leurs revenus en Belgique ne peuvent pas bénéficier de cette réduction. La Commission estime que cette législation va à l’encontre de la libre circulation des travailleurs et de la liberté d’établissement organisées au niveau européen.

Il s’agit, certes, uniquement d’une interprétation défendue par la Commission européenne en sa qualité de gardienne des traités, seule une instance juridictionnelle étant apte, le cas échéant, à sanctionner la Belgique pour violation du droit de l’Union. L’analyse qu’elle opère de la législation fiscale belge, au regard de sa conformité avec les libertés européennes, est toutefois précieuse et peut appuyer certains contribuables dans leur volonté de contester une imposition ou, inversement, de réclamer le bénéfice d’un avantage fiscal.

Auteur : Nicolas Themelin
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator