ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Het recht op erfpacht en opstal stijgt van 0,20 naar 2,00%

Onder de vele bepalingen van de programmawet van 28 juni 2013, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 1 juli 2013, werden twee substantiële wijzigingen aangebracht aan de materie van de registratierechten. Deze betreffen het bedrag van het algemeen vast recht en deze van het recht dat van toepassing is op de contracten tot vestiging van erfpachtrechten of opstalrechten en hun overdrachten.

Artikel 11 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten voorzag dat de specifieke proportionele of vaste rechten werden geïnd volgens het tarief dat het Wetboek had vastgelegd, maar dat voor alle akten en documenten die niet in dit tarief werden voorzien, het algemeen vast recht van 25,00 EUR van toepassing was.

Artikel 11 van de programmawet heeft het bedrag van het algemeen vast recht verdubbeld aangezien dit recht vanaf nu 50,00 EUR bedraagt. Deze verhoging van het algemeen vast recht is van toepassing op alle akten en documenten die dienen geregistreerd te worden en dit vanaf 1 juli 2013.

De reden die door de regering werd gegeven om het bedrag van dit recht te verhogen, is dat dit recht niet meer werd aangepast sinds 1993.

Bovendien stelde artikel 83 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, voor wat betreft de toepassing van het Wetboek, de overeenkomsten ter vestiging van erfpacht- of opstalrechten en hun overdrachten, gelijk met huurovereenkomsten en overdrachten van huurovereenkomsten, zodanig dat voor allebei eenzelfde recht werd toegepast dat vastgesteld werd op 0,20%.

Voortaan vestigt artikel 12 van de programmawet op de vestigingen en de overdrachten van erfpachtrechten en opstalrechten een tarief van registratierecht afzonderlijk van het huurrecht van 0,20% dat voorheen van toepassing was.

Terwijl dat dit recht voor de huurovereenkomsten, onderverhuurovereenkomsten en overdrachten van handelshuurovereenkomsten vastgesteld blijft op 0,2%, wordt het recht voor de overeenkomsten ter vestiging van erfpacht of opstal en hun overdrachten, volgens de voorbereidende werken, opgetrokken naar 2,00%, « om dit recht op die manier wat dichter bij het tarief van het verkooprecht te brengen”.

Het recht werd ondertussen vastgesteld op 0,50% en niet op 2,00% wanneer de vestiging of de overdracht van het recht toegestaan wordt aan een vereniging zonder winstoogmerk, een internationale vereniging zonder winstoogmerk of een gelijkaardige rechtspersoon die conform werd opgericht en die onderworpen is aan de wetgeving van een andere Lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die bovendien zijn maatschappelijke zetel, zijn centrale administratie of zijn hoofdkantoor op het grondgebied van de Europese Economische Ruimte heeft.

Artikel 12 van de programmawet is van toepassing vanaf 1 juli 2013. Zij is ook van toepassing op de authentieke akten die ter registratie worden voorgelegd vanaf 1 juli 2013 wanneer zij een overeenkomst bekrachtigen die het voorwerp was van een onderhandse akte die vóór deze datum werd opgesteld.

Deze twee wijzigingen die aan de materie van de registratierechten werden aangebracht en die door geen enkele reële economische motivering ondersteund worden, zijn uiteraard enkel van budgettaire orde. Zelfs al hebben ze vooral betrekking op de specifieke operaties van erfpacht en opstal, betreffen ze mogelijks ook elke inwoner die in de toekomst zou kunnen aangezet worden om zich nog wat meer te onteigenen ten voordele van de staat.

Thema : Vastgoed Auteur : Nicolas Themelin

Le droit sur les emphytéoses et superficies passe de 0,20 à 2,00 %

Parmi les nombreuses dispositions de la loi-programme du 28 juin 2013, publiée au Moniteur belge le 1er juillet 2013, deux modifications substantielles ont été apportées à la matière des droits d’enregistrement. Celles-ci concernent le montant du droit fixe général et celui du droit applicable aux contrats constitutifs de droits d’emphytéose ou de superficie et leurs cessions.

L’article 11 du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe prévoyait que les droits proportionnels ou fixes spécifiques étaient perçus suivant le tarif établi par le Code mais que pour tous les actes et écrits non prévus dans ce tarif, le droit fixe général, d’un montant de 25,00 EUR, était d’application.

L’article 11 de la loi-programme a doublé le montant du droit fixe général puisqu’il s’élève désormais à 50,00 EUR. Cette hausse du droit fixe général s’applique à tous les actes et écrits présentés à la formalité de l’enregistrement à partir du 1er juillet 2013.

Le prétexte avancé par le gouvernement pour doubler le montant de ce droit est qu’il n’avait plus été adapté depuis 1993.

Par ailleurs, l’article 83 du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe assimilait aux baux et aux cessions de baux, pour l’application du Code, les contrats constitutifs de droits d’emphytéose ou de superficie et leurs cessions, de telle sorte qu’ils étaient assimilés à un droit identique fixé à 0,20 %.

Désormais, l’article 12 de la loi-programme établit, pour les constitutions et les cessions de droits d’emphytéose et de superficie, un taux de droit d’enregistrement distinct du droit de bail de 0,20 % précédemment applicable.

Alors que celui-ci reste fixé à 0,20 % pour les baux, sous-baux et cessions de baux de biens immeubles, le droit est porté à 2,00 % pour les contrats constitutifs de droits d’emphytéose ou de superficie et leurs cessions, « de manière à quelque peu rapprocher ce droit du taux du droit de vente », selon les travaux préparatoires.

Le droit est cependant fixé à 0,50 %, et non à 2,00 %, lorsque la constitution ou la cession du droit est consentie à une association sans but lucratif, une association internationale sans but lucratif ou une personne morale analogue créée conformément et assujettie à la législation d’un autre Etat membre de l’Espace économique européen et qui a en outre son siège statutaire, son administration centrale ou son principal établissement sur le territoire de l’Espace économique européen.

L’article 12 de la loi-programme s’applique à partir du 1er juillet 2013. Il s’applique également aux actes authentiques présentés à la formalité à partir du 1er juillet 2013 dans les cas où ils constatent une convention qui a fait l’objet d’un acte sous seing privé antérieur à cette date.

Soutenues par aucune justification économique réelle, ces deux modifications apportées à la matière des droits d’enregistrement sont évidemment de seul ordre budgétaire. Même si elles visent principalement les opérations spécifiques d’emphytéose et de superficie, elles concernent potentiellement chaque citoyen qui pourrait à l’avenir être amené à se déposséder encore un peu plus au profit de l’Etat.

Nicolas THEMELIN

Thème : L'immobilier Auteur : Nicolas Themelin
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator