Men heeft al vaak de vraag gesteld naar de aftrekbaarheid als beroepskosten van de kosten verbonden aan een MBA (Master of Business Administration) in het buitenland.

De wettelijke bepaling op dat vlak is artikel 49 van het WIB dat bepaalt dat de kosten die de belastingplichtige in het belastbare tijdperk heeft gedaan of gedragen om de belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden, als beroepskosten aftrekbaar zijn.

Artikel 53, 1° WIB overweegt dat als beroepskosten niet worden aangemerkt de kosten “van onderwijs of opvoeding en alle andere uitgaven die voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid niet noodzakelijk zijn”.

De vraag is dus in welke mate de kosten verbonden aan het behalen van een MBA gedaan of gedragen worden om de belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden.

Het antwoord is al lange tijd gekend: de opleidingskosten vormen doorgaans enkel aftrekbare beroepskosten indien zij een rechtstreekse band hebben met de door de belastingplichtige uitgeoefende beroepsactiviteit op het moment dat de opleiding begint.

De kosten verbonden aan het behalen van een MBA gevolgd in het buitenland zijn dus aftrekbaar mits zij beantwoorden aan deze voorwaarde.

De kosten zijn in dat geval gemaakt om de belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden.

De Dienst Voorafgaande Beslissingen (DVB) aanvaardt eveneens het beroepskarakter van die kosten wanneer de opleiding in rechtstreeks verband staat met de huidige beroepswerkzaamheid van de geïnteresseerde en wanneer die opleiding hem moet toelaten om in de toekomst zijn functie met meer bekwaamheid uit te oefenen.

De DVB heeft recent nog de aftrek van verschillende kosten aanvaard op grond van artikel 49 WIB 92. Wij vermelden volgende voorbeelden: inschrijvingskosten, kosten in verband met de toelatingstesten, selectiekosten, kosten van een verplichte gezondheidsverzekering, intresten betaald op leningen aangegaan voor de financiering van de MBA-opleiding, kosten voor de aankoop van boeken en studiemateriaal, huisvestingskosten, reis- en transportkosten, kosten in verband met de aankoop van een laptop en een gsm, abonnementskosten en kosten van internet. De DVB aanvaardt de aftrek krachtens artikel 49 WIB 92 gezien het volgen van de opleiding in rechtstreeks verband staat met de huidige beroepswerkzaamheid en bijdraagt tot een hogere kwaliteit, bekwaamheid en bredere inzichten waarmee de huidige functie in de toekomst kan worden uitgevoerd.

Deze recente beslissingen van de Dienst Voorafgaande beslissingen tonen aan dat de DVB rekening houdt met de beroepswerkzaamheid van de belastingplichtige en de mate waarin de MBA hem zal toelaten om diezelfde beroepswerkzaamheid met hogere kwaliteit, bekwaamheid en bredere inzichten uit te voeren.

In die context zijn wij verbaasd over een wetsvoorstel dat in de maand mei werd neergelegd. Dat voorstel beoogt de aftrek van de kosten verbonden aan MBA’s af te schaffen. De tekst van het voorstel bekritiseert in dat opzicht het standpunt van de DVB en kwalificeert haar beslissingen als “in strijd met de wet”.

Deze bevestiging is niet correct. De beslissingen van de DVB zijn zeker in het voordeel van de belastingplichtige, maar wel volledig in overeenstemming met artikel 49 gezien men kon aantonen dat er een verband was tussen de kost en de beroepswerkzaamheid.

De beslissingen van de DVB zijn dus perfect wettig en in rechte lijn met de rechtspraak die al lange tijd in deze materie werd ontwikkeld, no offence aan de auteurs van het wetsvoorstel…

Il a souvent été question de la déductibilité des frais liés à un MBA (Master of Business Administration) à l’étranger à titre de frais professionnels.

La disposition légale en la matière est l’article 49 du CIR qui énonce que sont déductibles, à titre de frais professionnels, les frais que le contribuable a faits ou supportés pendant la période imposable en vue d'acquérir ou de conserver des revenus imposables.

L'article 53,1° CIR considère certes que ne constituent pas des frais professionnels les dépenses « d'instruction ou d'éducation et toutes autres dépenses non nécessitées par l'exercice de la profession ».

La question est donc déterminer la mesure dans laquelle les frais liés à l’obtention d’un MBA sont supportés en vue d’acquérir ou de conserver des revenus imposables.

La réponse est connue depuis longtemps : les frais de formation, en général, ne constituent des dépenses professionnelles déductibles que si elles présentent un lien direct avec l’activité professionnelle exercée par le contribuable au moment où la formation est entamée.

Les frais liés à l’obtention d’un MBA suivi à l’étranger sont dès lors déductibles pour autant qu’ils répondent à cette condition.

Les frais sont dans ce cas exposés en vue d'acquérir ou de conserver des revenus.

Le Service des Décisions anticipées (SDA) accepte, lui aussi, le caractère professionnel des frais, lorsque la formation se trouve en rapport direct avec l'activité professionnelle actuelle de l'intéressé et lorsqu’elle doit lui permettre d'exercer à l'avenir sa fonction avec plus de compétence.

Le SDA a encore récemment accepté la déduction des droits d'inscription et des tests d'admission, des frais de sélection, de l'assurance hospitalisation obligatoire, des intérêts payés sur les emprunts pour financer la formation MBA, des livres et du matériel d'étude, des frais d'hébergement local avec les frais de voyage et de transport, d'ordinateur portable, d'abonnement de GSM et d'internet, en vertu de l'article 49 CIR 92, étant donné que le fait de suivre la formation avait un rapport direct avec l'activité professionnelle actuelle et contribue à l'acquisition d'une aptitude professionnelle plus grande.

Ces décisions récentes du Service des Décisions anticipées montrent que le SDA prend en compte l’activité professionnelle du contribuable et la mesure dans laquelle le MBA va lui permettre, tout en exerçant la même activité, d’obtenir une plus grande aptitude professionnelle.

On s’étonnera, dans ce contexte, qu’une proposition de loi ait été déposée au mois de mai dernier, en vue notamment de supprimer la déductibilité de frais liés à des MBA. Le texte de la proposition critique à cet égard ouvertement les prises de position du SDA et qualifie ses décisions de « contraires à la loi ».

Cette affirmation est inexacte : les décisions du SDA sont certes favorables au contribuable, mais elles sont prises en total respect de l’article 49, dès lors qu’il a pu être démontré qu’il y a un lien entre la dépense et l’activité professionnelle.

Les décisions du SDA sont dès lors parfaitement légales et en droite ligne avec la jurisprudence développée de longue date en la matière, n’en déplaise aux auteurs de la proposition de loi…