ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Het Preventieve Verdrag België – Frankrijk: weldra nieuws voor de meerwaarden op aandelen

Er werd een nieuw Verdrag ter preventie van de dubbele belasting ondertekend tussen België en Frankrijk. Ze zal in werking treden vanaf 1 januari volgend op de datum van ontvangst van de kennisgeving aan de laatste staat die ondertekend van de vervulling van de vereiste formaliteiten, wat betekent dat ze niet in werking zal treden voor 01/01/2023 of zelfs nog later.

Het nieuwe verdrag bevat vele wijzigingen in de verdeling van de heffingsbevoegdheden van België en Frankrijk.

Inzake de meerwaarden op aandelen zullen er onder meer veranderingen zijn voor de Franse fiscale ballingen maar, nog algemener, voor de Belgische ingezetenen die belangen hebben in Frankrijk.

In de eerste plaats moet er voor Franse fiscale ballingen die hun woonplaats in Frankrijk hebben gevestigd, aan worden herinnerd dat de keuze van België als woonstaat vaak wordt verklaard door het feit dat België een van de weinige landen in de Europese Unie is die vermogenswinsten op aandelen niet belast wanneer deze meerwaarden kunnen worden beschouwd als onderdeel van het normale beheer van privévermogen. Dit zal zo zijn in het geval van de verkoop door een aandeelhouder van zijn lang in eigendom zijnde werkmaatschappij. Ideaal plan voor een Franse ingezetene die ervoor kiest om zich in België te vestigen om zijn Franse vennootschap te verkopen, aangezien het dubbelbelastingverdrag momenteel de heffingsbevoegdheid voorbehoudt voor België.

De zaken zouden in de toekomst zowel langs Belgische als langs Franse kant kunnen veranderen.

Langs Belgische kant wordt een globale hervorming van de personenbelasting overwogen met een mogelijke belasting van de meerwaarden.

Langs Franse kant zal het nieuwe verdrag ter voorkoming van de dubbele belasting het spel komen te veranderen aangezien het in bepaalde gevallen voorziet dat de meerwaarden op substantiële deelneming in een Franse vennootschap die door een natuurlijke persoon gerealiseerd worden, belastbaar zullen zijn in Frankrijk (artikel 13.4 van het verdrag).

Volgens de nieuwe tekst van het preventieve verdrag zijn meerwaarden die door een Belgische fiscale ingezetene rechtstreeks (of onrechtstreeks, met name via een Belgische holding) realiseert op een substantiële deelneming in een Franse vennootschap (d.w.z. die recht geeft op 25% of meer van de winst van de Franse vennootschap) in Frankrijk belastbaar wanneer aan de volgende twee voorwaarden is voldaan:

(i) De Belgische ingezetene is sinds minstens 6 jaar tijdens de 10 jaar onmiddellijk voorafgaand aan de datum waarop die persoon Belgisch ingezetene werd, Frans fiscaal ingezetene; en

(ii) De Belgische ingezetene (voorheen Franse fiscale ingezetene ) heeft op een gegeven moment tijdens de 5 jaar onmiddellijk voorafgaand aan de datum waarop de verkoper van de Franse aandelen een Belgische ingezetene geworden is, een substantiële deelneming aangehouden in het kapitaal van een Franse vennootschap.

Op de datum van inwerkingtreding van het nieuwe verdrag zullen enkel Franse ballingen die al meer dan 10 jaar Belgische ingezetenen zijn geworden, niet worden beïnvloed door het nieuwe preventieve verdrag en zullen ze enkel in België belastbaar zijn op de eventuele gerealiseerde meerwaarde.

Daarentegen zal volgens het nieuwe verdrag elke Belgische ingezetene die een meerwaarde op aandelen van de vennootschap met overwegend onroerend karakter belast worden in Frankrijk.

Daarmee onderschrijft het nieuwe preventieve verdrag een bestaande Franse praktijk met betrekking tot meerwaarden op aandelen van vennootschappen met overwegend onroerend karakter.

De Franse Raad van State heeft immers in een arrest van 24 februari 2020 beslist dat de meerwaarde die een Belgische ingezetene realiseert op aandelen in een Franse (burgerlijke) vastgoedvennootschap, een winst is die voortvloeit uit de vervreemding van onroerende goederen in de zin van artikel 3 van het Frans-Belgisch belastingverdrag, omdat het Franse belastingrecht dergelijke aandelen gelijkstelt aan onroerende goederen wanneer deze vervreemd zijn door een persoon die geen fiscale woonplaats heeft in Frankrijk. Dit standpunt is controversieel in de rechtsliteratuur en is het onderwerp van een analyse van het tegendeel door het Franse Hof van Cassatie.

Het nieuwe preventieve verdrag beslecht de kwestie in het voordeel van Frankrijk, dat de bevoegdheid krijgt om meerwaarden te belasten op aandelen in een (Franse of buitenlandse) vennootschap waarvan het vermogen voor meer dan 50% van zijn waarde, rechtstreeks of onrechtstreeks, bestaat uit Frans onroerend goed dat niet wordt gebruikt voor de uitoefening van een ondernemersactiviteit. Deze belasting treft zowel natuurlijke personen die aandeelhouder zijn (tegen het tarief van 19% in de inkomstenbelasting en 7,5% als sociale voorafbetalingen) als vennootschappen (tegen het tarief van 25%).

Gezien de aangekondigde wijzigingen kan het raadzaam zijn bepaalde verrichtingen te formaliseren vóór de inwerkingtreding van het nieuwe preventieve verdrag.

Thema : Aandelen Auteur : Sylvie Leyder

Convention préventive Belgique – France : bientôt du nouveau pour les plus-values sur actions

Une nouvelle convention préventive de la double imposition a été signée entre la Belgique et la France. Elle entrera en vigueur à partir du 1er janvier qui suit la date de réception de notification au dernier Etat signataire de l’accomplissement des formalités requises, ce qui signifie qu’elle n’entrera pas en vigueur avant le 01/01/2023 voire plus tard encore.

La nouvelle convention comporte de nombreux changements dans la répartition des pouvoirs d’imposition de la Belgique et de la France.

Notamment, en matière de plus-values sur actions, il y aura du changement pour les exilés fiscaux français mais, plus généralement aussi, pour les résidents belges qui ont des intérêts en France.

Tout d’abord, pour les exilés fiscaux français qui ont établi leur résidence en France, rappelons que le choix de la Belgique comme Etat de résidence s’explique souvent par le fait que la Belgique est un des seuls pays de l’Union Européenne qui ne taxe pas les plus-values sur actions lorsque ces plus-values peuvent être considérées comme ressortant de la gestion normale d’un patrimoine privé. Tel sera le cas dans l’hypothèse de la vente par un actionnaire de sa société opérationnelle détenue depuis longtemps. Plan idéal pour un résident français qui choisit de s’installer en Belgique pour vendre sa société française puisqu’actuellement la convention préventive de double imposition réserve à la Belgique le pouvoir d’imposition.

Les choses pourraient changer à l’avenir tant du côté belge que du côté français.

Du côté belge, une réforme globale de l’Impôt des Personnes Physiques est envisagée avec une possible taxation des plus-values.

Du côté français, la nouvelle convention préventive de double imposition viendra changer la donne puisqu’elle prévoit, dans certaines hypothèses, que les plus-values sur participation substantielle dans une société française réalisées par une personne physique seront imposables en France (article 13.4 de la convention).

Selon le nouveau texte de la convention préventive, sont imposables en France, les plus-values réalisées par un résident fiscal belge directement (ou indirectement, notamment à l'intermédiaire d'une société holding belge) sur une participation substantielle dans une société française (c'est-à-dire qui donne droit à 25% ou plus des bénéfices de la société française) lorsque les deux conditions suivantes sont rencontrées :

(i) Le résident belge a été résident fiscal français pendant au moins 6 ans au cours des 10 années précédant immédiatement la date à laquelle cette personne est devenue résidente belge ; et

(ii) Le résident belge (ancien résident fiscal français) a détenu une participation substantielle dans le capital de la société française à un moment quelconque au cours des 5 années précédant immédiatement la date à laquelle le vendeur des actions françaises est devenu résident belge.

A la date d'entrée en vigueur de la nouvelle convention, seuls les exilés français devenus résidents belges depuis plus de 10 ans ne seront pas impactés par la nouvelle convention préventive et seront taxables uniquement en Belgique sur la plus-value éventuelle réalisée.

Par ailleurs, selon la nouvelle convention, tout résident belge qui réalisera une plus-value sur actions de société à prépondérance immobilière sera imposé en France.

Ce faisant, la nouvelle convention préventive entérine une pratique française existante concernant les plus-values sur actions de sociétés à prépondérance immobilière.

En effet, le Conseil d’État français a décidé, dans un arrêt du 24 février 2020, que la plus-value réalisée par un résident belge sur des parts de société (civile) immobilière française est un bénéfice résultant de l’aliénation de biens immobiliers au sens de l’article 3 de la convention fiscale franco-belge car la loi fiscale française assimile de telles parts à des biens immobiliers lors de leur aliénation par une personne qui n’est pas fiscalement domiciliée en France. Cette position est controversée en doctrine et fait l’objet d’une analyse en sens contraire par la Cour de cassation française.

La nouvelle convention préventive tranche la question en faveur de la France, à qui est déféré le pouvoir d’imposition des plus-values sur actions dans une société (française ou étrangère) dont les actifs sont constitués à plus de 50% de leur valeur, directement ou indirectement, de biens immobiliers français qui ne sont pas affectés à l’exercice d’une activité entrepreneuriale. Cette imposition touchera tant les personnes physiques actionnaires (au taux de 19% à l’Impôt sur le Revenus et 7,5% à titre de prélèvements sociaux) que les sociétés (au taux de 25%).

Compte tenu des changements annoncés, il peut être judicieux de formaliser certaines opérations avant l’entrée en vigueur de la nouvelle convention préventive.

Thème : Les actions Auteur : Sylvie Leyder
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator