ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Auteursrecht en naburige rechten: De kwalificatie van "beschermd werk" onderworpen aan de beoordeling van de fiscus

De omzendbrief 2022/C/22 van 25 februari laatstleden die door de fiscus werd gepubliceerd (hierna genoemd: “de Omzendbrief”) stelt een addendum aan de Omzendbrief van 21 mei 2012 voor.

In de eerste plaats vult ze die aan door rekening te houden met de beslissingen die op dit gebied zijn genomen. Ze voegt er het volgende aan toe:

  • de parlementaire vraag van 20 april 2016, waarop het antwoord rekening houdt met het principe volgens hetwelk het fiscaal recht zich baseert op de realiteiten en uitnodigt om na te kijken of de inkomsten effectief uit de overdracht of concessie van de auteursrechten voortkomen.
  • een arrest van het Hof van Beroep van Gent van 2018 waaruit blijkt dat de fiscale rechter en de belastingambtenaar bevoegd zijn om het al dan niet bestaan van een beschermd werk na te kijken.
  • Een arrest van het Hof van Cassatie van 25 juni 2020 waarin wordt herhaald dat de geschriften in het kader van het beroep van advocaat op zich geen beschermd werk vormen in de zin van de wetgeving op de auteursrechten en de naburige rechten.

Bovendien voorziet de Omzendbrief dat computerprogramma’s, met inbegrip van het voorbereidend materieel, weldegelijk beschermd zijn door auteursrechten. Een nuttige verduidelijking voor de gemeenschap van informatici programmeurs.

Ten slotte onderlijnt de Omzendbrief de bevoegdheid van de fiscus voor de beoordeling van de kwalificatie van een « beschermd werk ».

Begrijp dat de belastingambtenaar zijn mening kan geven over een overeenkomst van overdracht of een concessie van auteursrechten, en dit om de composities tegen te houden die hij iets te bizar zou vinden.

Het resultaat is een gerechtvaardigde angst voor de belastingplichtige, die van een zuiver subjectieve beoordeling door de ambtenaar.

Het is ook nuttig eraan te herinneren dat deze bevoegdheid onderworpen blijft aan de controle van de hoven en rechtbanken, waardoor elke mogelijke afwijking wordt uitgesloten.

Kortom, laten we niet vergeten dat de nieuwe Omzendbrief enkele verduidelijkingen aanbrengt aan de vorige omzendbrief. Wat de bevoegdheid van de belastingdienst met betrekking tot de kwalificatie als beschermd werk betreft, deze kan indien nodig door de fiscale rechter worden onderzocht.

Perrine RUDEWIEZ </p>

Droits d’auteur et droits voisins : La qualification « d’œuvre protégée » soumise à l’appréciation du Fisc

La Circulaire 2022/C/22 du 25 février dernier publiée par le Fisc (ci-après ; « la Circulaire) propose un addendum de la Circulaire du 21 mai 2012.

Tout d’abord, elle la complète en tenant compte des décisions rendues en la matière. Elle y intègre :

  • la question parlementaire du 20 avril 2016, dont la réponse tient compte du principe selon lequel le droit fiscal se fonde sur des réalités et invite à vérifier que les revenus procèdent effectivement de la cession ou de la concession de droits d’auteur.
  • un arrêt de la Cour d’appel de Gand de 2018, duquel il ressort que le juge fiscal et l’agent taxateur sont compétents pour vérifier de l’existence ou non d’une œuvre protégée.
  • un arrêt de la Cour de cassation du 25 juin 2020, rappelant que les écrits dans le cadre de la profession de l’avocat ne constituent pas en soi une œuvre protégée au sens de la législation sur les droits d’auteur et les droits voisins.

En outre, la Circulaire prévoit que les programmes d’ordinateur, en ce compris le matériel préparatoire, sont bel et bien protégés par les droits d’auteur. Une précision utile pour la communauté des informaticiens développeurs.

Enfin, la Circulaire souligne la compétence du Fisc dans l’appréciation de la qualification d’« œuvre protégée ».

Comprenez que l’agent taxateur pourra donner son avis sur une convention de cession ou une concession de droits d’auteur, et ce, afin de freiner les compositions que celui-ci jugerait un peu trop fantasques.

Il en résulte une crainte légitime pour le contribuable, celle d’une appréciation purement subjective de la part de l’agent.

Aussi, il est utile de rappeler que cette compétence reste soumise au contrôle des Cours et Tribunaux écartant ainsi toute dérive possible.

En somme, retenons que la nouvelle Circulaire apporte quelques précisions à la circulaire précédente. Quant à la compétence du Fisc relative à la qualification d’œuvre protégée, elle pourra, le cas échéant, être contrôlée par le juge fiscal.

Perrine RUDEWIEZ

ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator