ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

België stelt een kadaster van buitenlandse onroerende goederen op

De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft op 12 februari 2021 wegens “hoogdringendheid” een wet aangenomen houdende wijziging van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 op het vlak van onroerende goederen gelegen in het “ buitenland”.

Deze wet, die aan de Koning ter bekrachtiging werd voorgelegd, heeft tot doel onroerend goed dat zich in het buitenland bevindt op dezelfde manier te behandelen als onroerend goed dat zich in België bevindt voor wat betreft de toepassing van inkomstenbelastingen.

Men moet er inderdaad aan denken dat de Europese Commissie België reeds in 2007 op de vingers had getikt voor haar ongunstige methode om de belastbare basis van het inkomen uit onroerend goed van Belgische ingezetenen te bepalen voor de goederen die zij in het buitenland bezitten.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie oordeelde in april 2018 dat België zijn verplichtingen had geschonden door een systeem te handhaven op grond waarvan buitenlandse inkomsten uit onroerend goed zwaarder werden belast dan inkomsten uit Belgisch onroerend goed.

Terwijl de gebouwen in België die gebruikt worden voor huisvesting alleen worden belast op basis van het kadastraal inkomen, worden onroerende goederen in het buitenland die gebruikt worden voor huisvesting belast op basis van de werkelijke huurwaarde. Op 12 november 2020 veroordeelde Hof van Justitie van de Europese Unie België, dat zijn wetgeving nog niet had gewijzigd, tot betaling van een forfaitair bedrag van 2.000.000 euro en een boete van 7.500 euro per dag vanaf de uitspraak van het arrest tot België zijn wetgeving gewijzigd heeft. Het was dus meer dan dringend geworden voor België om een wet aan te nemen die het houden van onroerende goederen door Belgische ingezetenen in het buitenland en in ieder geval in Europa niet discrimineert.

Nieuwe meldingsplicht:

De wet van 12 februari 2021, die met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 van kracht is, introduceert een nieuwe meldingsplicht bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie:

  • De Belgische ingezetenen moeten spontaan, uiterlijk op 31 december 2021, alle zakelijke rechten die ze op 31 december 2020 houden op een onroerend goed in het buitenland aangeven.
  • De Belgische ingezetenen die een zakelijk recht op een gebouw in het buitenland verwerven of overdragen, moeten dit aangeven binnen de 4 maanden.
  • De niet-Belgische ingezetenen moeten binnen de 30 dagen vanaf de 1e dag van de belastbare periode waarvoor ze onderworpen zijn aan de PB houder zijn van een zakelijk recht.

De administratieve boete voor het niet aangeven, die afschrikkend wilde werken, is vastgesteld tussen 250 en 3.000 euro.

Bepaling van het kadastraal inkomen voor onroerende goederen in het buitenland:

De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie zal een kadastraal inkomen voor de buitenlandse gebouwen bepalen.

Dit kadastraal inkomen zal bepaald worden voor alle al dan niet gebouwde onroerende goederen gevestigd in het buitenland, voor zover een Belgische ingezetene ofwel houder is van een zakelijk recht, ofwel de oprichter is van een juridische constructie dat dergelijk recht heeft.

Het kadastraal inkomen van al dan niet gebouwde gebouwen in het buitenland zal vastgelegd worden op basis van de schaal van 2 euro per hectare.

Wat de opgerichte gebouwen betreft, naast de drie bepalingsmethodes van het KI die reeds in het Wetboek van inkomstenbelastingen staan (huurwaarde, vergelijking, waarde 1975 gekapitaliseerd aan 5,3%), voert de wet een vierde methode in die vertrekt van de actuele waarde.

Vertrekkend van het idee dat het voor de belastingplichtige gemakkelijker is om de actuele waarde van het onroerend goed in het buitenland te kennen, laat deze methode toe om de actuele waarde om te zetten door er een correctiefactor op toe te passen, teneinde de waarde van 1975 te bepalen.

Deze correctiefactor wordt elk jaar vastgesteld door deze van het vorige jaar te vermenigvuldigen met het gemiddelde van de maandelijkse benchmarks met betrekking tot de lineaire verplichtingen op 10 jaar verhoogd met één. De correctiefactor is vastgesteld op 15,036 voor het jaar 2020.

Om een onwettigheid te corrigeren, heeft België ervoor gekozen om een echt kadaster van onroerende goederen van Belgen in het buitenland (zelfs ook in naakte eigendom) op te stellen.

Zelfs de onroerende goederen die gehouden worden door “juridische constructies” waarvan de oprichter een Belgische ingezetene is, moeten aangegeven worden.

Het verzamelen van gegevens door de fiscus gaat onverbiddelijk door…

De implementatie kan echter arbeidsintensief zijn voor het algemeen beheer van de patrimoniumdocumentatie.

Thema : Vastgoed Auteur : Muriel Igalson

La Belgique établit un cadastre des biens immobiliers étrangers

La Chambre des représentants a adopté le 12 février 2021 une loi, au bénéfice de l’« urgence », « portant modification du Code des impôts sur les revenus 1992 sur le plan des biens immobiliers sis à l'étranger ».

Cette loi, qui est soumise à la sanction royale, a pour objectif de traiter les biens immobiliers situés à l’étranger de la même manière que les biens immobiliers situés en Belgique pour l’application des impôts sur les revenus.

Il faut en effet se rappeler que déjà en 2007, la Commission européenne avait tapé sur les doigts de la Belgique pour sa méthode désavantageuse de détermination de la base imposable des revenus immobiliers des résidents belges pour les biens qu’ils détiennent à l’étranger.

La Cour de Justice de l’union européenne avait d’ailleurs estimé en avril 2018 que la Belgique a manqué à ses obligations en maintenant un système en vertu duquel les revenus immobiliers étrangers étaient taxés plus lourdement que les revenus de biens immobiliers belges.

En effet, tandis que les immeubles situés en Belgique et affectés à l’habitation ne sont taxés que sur base du revenu cadastral, les immeubles situés à l’étranger affectés à l’habitation sont taxés sur base de la valeur locative réelle. Le 12 novembre 2020, la Cour de Justice de l’Union européenne a condamné la Belgique, qui n’avait toujours pas modifié sa législation, à payer une somme forfaitaire de 2 000 000 euros et une astreinte de 7 500 euros par jour à compter du prononcé de l’arrêt et jusqu’à ce que la Belgique ait modifié sa législation.

Il était donc devenu plus qu’urgent pour la Belgique d’adopter une loi ne discriminant pas la détention par les résidents belges de biens immeubles à l’étranger et en tout cas en Europe.

Nouvelle obligation déclarative :

La loi du 12 février 2021, qui rétroagit au 1er janvier 2021, instaure une nouvelle obligation déclarative à l’égard de l’Administration générale de la Documentation patrimoniale :

  • Les résidents belges doivent déclarer spontanément, pour le 31 décembre 2021 au plus tard, tout droit réel qu’ils détiennent au 31 décembre 2020 sur un bien immeuble situé à l’étranger.
  • Les résidents belges qui acquièrent ou cèdent un droit réel sur un immeuble à l’étranger doivent le déclarer dans les 4 mois
  • Les non- résidents belges doivent dans les 30 jours être titulaire d’un droit réel, à partir du 1er jour de la période imposable pour laquelle ils sont assujettis à l’IPP.

L’amende administrative pour non déclaration, qui a été voulue dissuasive, est fixée entre 250 et 3.000 EUR.

Détermination du Revenu cadastral pour les biens immeubles étrangers :

L’Administration générale de la Documentation patrimoniale va déterminer un revenu cadastral pour les immeubles étrangers.

Ce revenu cadastral va être déterminé pour tous les biens immobiliers bâtis ou non bâtis, situés à l’étranger, pour autant qu’un résident belge est soit titulaire d’un droit réel, soit est le fondateur d’une construction juridique possédant un tel droit.

Le revenu cadastral des immeubles non bâtis sis à l’étranger sera fixé sur base de l’échelle de 2 euros par hectare.

Quant aux immeubles bâtis, outre les trois méthodes de détermination du RC déjà présentes dans le Code des impôts sur les revenus (valeur locative, comparaison, valeur 1975 capitalisée à 5,3%), la loi instaure une quatrième méthode qui part de la valeur actuelle.

Partant de l’idée, qu’il est plus aisé pour le contribuable de connaître la valeur actuelle du bien immeuble sis à l’étranger, cette méthode permet de convertir la valeur actuelle, en lui appliquant un facteur de correction, afin de déterminer la valeur de 1975.

Ce facteur de correction sera fixé chaque année en multipliant celui de l’année précédente par la moyenne des indices de références mensuels relative aux obligations linéaires à 10 ans augment d’un. Le facteur de correction est fixé à 15,036 pour l’année 2020.

Conclusion

Au motif de corriger une illégalité, la Belgique a choisi d’établir un véritable cadastre des biens immeubles détenus par des belges (même uniquement en nue-propriété) à l’étranger.

Même les biens immeubles détenus par des « constructions juridiques » dont un résident belge est fondateur doivent être déclarés.

La collecte des données par le fisc se poursuit inexorablement...

La mise en pratique risque toutefois d’être laborieuse pour l’administration générale de la Documentation patrimoniale.

Thème : L'immobilier Auteur : Muriel Igalson
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator