ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Editorial : Les droits oubliés des contribuables

L’on sait que la Cour Européenne des Droits de l’Homme considère, de manière inexplicable, que les droits de la défense, y compris l’accès à un tribunal indépendant et impartial, garanti par l’article 6 de la Convention Européenne des Droits de l’Homme, n’existe qu’en matière civile ou répressive, et non en matière fiscale. Cela amènerait à la conclusion étrange que les contribuables, et eux seuls, seraient les seuls à ne pas avoir droit à un jugement équitable. Heureusement, la loi belge prévoit que les recours en matière d’impôts sur les revenus sont tranchés par les tribunaux de première instance, et deviennent donc des instances civiles, pour lesquelles les droits de la défense sont dès lors garantis.

La question reste toutefois ouverte dans d’autres domaines que le litige fiscal proprement dit. En particulier, les liens souvent suspects entre la procédure fiscale et les procédures pénales pour fraude fiscale ne sont toujours pas réglés de manière satisfaisante. En 1986, la loi belge avait introduit des textes, très partiels et très insuffisants, dénommés « la charte du contribuable ». Mais des modifications multiples intervenues depuis lors ont pratiquement anéanti cette « charte ».

Un ministre des finances qui voudrait rétablir l’équilibre entre les pouvoirs du fisc et les droits des contribuables devrait s’atteler à la rédaction d’une nouvelle charte, bien plus complète, qui devrait régir les relations entre les administrations et ceux à qui l’impôt est réclamé. Mais y a t’il une volonté politique dans ce sens actuellement ?

Auteur : Thierry Afschrift

Editoriaal: De vergeten rechten van de belastingplichtigen

We weten dat het Europese Hof van de Rechten van de Mens onbegrijpelijk meent dat de rechten van de verdediging, met inbegrip van de toegang tot een onafhankelijke en onpartijdige rechtbank wat gegarandeerd wordt door artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, enkel in burgerlijke en strafrechtelijke zaken bestaan, en niet in fiscale zaken. Dat leidt ons tot vreemde conclusie dat de belastingplichtigen, en enkel zij, de enigen zouden zijn die geen recht hebben op een eerlijk proces. Gelukkig voorziet de Belgische wetgeving dat de beroepsprocedures in zaken van inkomstenbelastingen beoordeeld worden door de rechtbanken van eerste aanleg en worden dus burgerlijke vorderingen waarvoor de rechten van de verdediging bijgevolg gegarandeerd worden.

De vraag blijft echter open voor wat betreft andere gebieden dan het fiscaal geschil zelf. In het bijzonder worden de vaak verdachte banden tussen de fiscale procedure en de strafrechtelijke procedures voor fiscale fraude nog steeds niet voldoende geregeld. In 1986 heeft de Belgische wetgeving zeer gedeeltelijke en ontoereikende teksten ingediend, genaamd « het charter van de belastingplichtige ». Maar de vele wijzigingen die sindsdien werden aangebracht, hebben dit « charter » zo goed als vernietigd.

Een minister van financiën die het evenwicht tussen de machten van de fiscus en de rechten van de belastingplichtigen zou willen herstellen, zou een nieuw en vollediger charter moeten opstellen, die de relaties regelt tussen de verschillende administraties en deze aan wie de belasting wordt gevraagd. Maar is er momenteel een politieke wil in die zin?

Auteur : Thierry Afschrift
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator