ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Erfovereenkomsten en voorafgaande schenkingen: geen fiscaal gevolg (Waals Gewest)

De laatste maanden verschenen berichten in de pers over een incoherentie die zou kunnen voortvloeien uit de – belangrijke - beslissing van de burgerlijke wetgever om de realisatie van erfovereenkomsten bestemd voor het behoud van de familiale verstandhouding na de erfenis te omkaderen. Deze burgerlijke bepalingen konden inderdaad gezien worden als onjuist, gelet op de fiscale bepalingen inzake schenkingsrechten op roerende middelen.

Op fiscaal gebied hebben de schenker en de begiftigde de keuze om de roerende schenking die zij wensen te doen al dan niet te registreren.

Indien deze schenking niet geregistreerd is en de schenker leeft nog drie jaar daarna, dan zal de schenking vrijgesteld worden van successierechten (en schenkingsrechten).

Indien de schenker binnen de drie jaar sterft, zonder dat de schenking geregistreerd werd, dan zullen er successierechten verschuldigd zijn op het bedrag van de schenking.

Een van de principes van burgerlijke erfovereenkomsten is om de schenkingen die in het verleden door de auteurs van de overeenkomst werden gedaan te melden aan de medeondertekenaars van die overeenkomst. Een ander principe is dat deze, om geldig te zijn, moeten geregistreerd zijn.

Met deze verplichte registratie van de overeenkomst rees de volgende vraag: moeten de schenkingen die niet vooraf geregistreerd werden, maar in dergelijke overeenkomst, die zelf moet geregistreerd worden, vermeld worden, beschouwd worden als zijnde op dat moment ook automatisch geregistreerd (terwijl dit misschien oorspronkelijk niet de wens was van de partijen – wat de betaling niet opportuun zou maken – en/of terwijl de termijn van drie jaar die op fiscaal gebied van toepassing is, misschien reeds verlopen is – wat de betaling zinloos zou maken)?

Dit kon voor diverse technische redenen gedacht worden, ook als het duidelijk niet ging over de intentie van de burgerlijke wetgever – en nog minder deze van de fiscale wetgever, die zich tot op heden nog niet had uitgesproken over de kwestie.

Op vandaag is het echter een gedane zaak in Wallonië, aangezien het Waals Gewest zopas beslist heeft om de fiscale wetgeving te verduidelijken teneinde deze aan te passen aan het bestaan van erfovereenkomsten. Voortaan stelt het Waals Wetboek van Successierechten op uitdrukkelijke manier niet-geregistreerde schenkingen die in een geregistreerde erfovereenkomst vermeld staan, vrij van registratierechten.

Met andere woorden, een niet-geregistreerde schenking die in een geregistreerde erfovereenkomst vermeld staat, zal op het moment van deze registratie niet onderworpen worden aan een verplichte heffing van schenkingsrechten.

Dit houdt natuurlijk de toepassing van de fiscale bepalingen met betrekking tot de overlevingstermijn van drie jaar niet tegen, wat wel een kwestie blijft die volledig onafhankelijk is van het bestaan van een eventuele burgerlijke erfovereenkomst.

We kunnen de kwestie voortaan dus als volgt weergeven:

  • de niet-geregistreerde schenkingen (zelfs al zijn ze vermeld in een erfovereenkomst) blijven verder de belastinggrondslag vormen voor de successierechten in geval van overlijden van de schenker binnen de drie jaar na de schenking;
  • de registratie van de schenking maakt het mogelijk dit risico te vermijden, tegen betaling van schenkingsrechten (aan een tarief tussen 3,3 en 5,5 % in het Waals Gewest), onafhankelijk van het eventuele bestaan van een erfovereenkomst;
  • de roerende schenkingen die meer dan drie jaar voor het overlijden gedaan werden, blijven definitief vrijgesteld van successierechten, waarbij het bestaan van een eventuele erfovereenkomst dus zonder gevolg blijft;
  • als een roerende schenking vermeld is in een erfovereenkomst die, krachtens de wet, geregistreerd zal moeten worden, dan zal deze geen andere fiscale behandeling krijgen dan deze die gegeven wordt aan een roerende schenking die niet in dergelijke overeenkomst vermeld wordt.
Thema : Successierechten Auteur : Severine Segier

Pactes successoraux et donations antérieures : pas d’incidence fiscale (Région wallonne)

Ces derniers mois, la presse s’est fait l’écho d’une incohérence pouvant résulter de la décision - certes louable - du législateur civil, d’encadrer la réalisation des pactes successoraux destinés à préserver l’entente familiale post-succession. Ces dispositions civiles pouvaient en effet être vues comme inadéquates, au regard des dispositions fiscales en matière de droits de donation portant sur des avoirs mobiliers.

En matière fiscale, le donateur et le donataire ont le choix d’enregistrer, ou non, la donation mobilière à laquelle ils entendent procéder.

Si cette donation n’est pas enregistrée, et que le donateur survit trois ans à celle-ci, la donation sera exemptée d’impôts de succession (et de donation).

Si le donateur décède dans les trois ans, sans que la donation n’ait été enregistrée, les droits de succession seront dus sur le montant de la donation.

Or, l’un des principes des pactes successoraux civils est de mentionner les donations qui ont été effectuées par le passé par les auteurs du pacte, au bénéfice des cosignataires de celui-ci. Un autre est qu’ils doivent, pour être valides, faire l’objet d’un enregistrement.

Avec cet enregistrement obligatoire du pacte est née l’interrogation suivante : les donations, non enregistrées préalablement, mais mentionnées dans un tel pacte quant à lui nécessairement enregistré, doivent-elles être considérées comme étant également enregistrées d’office à ce moment (alors que tel n’était peut-être pas le souhait des parties à l’origine - ce qui rendrait le paiement inopportun - et/ou alors que le délai de trois ans applicable en matière fiscale, est peut-être déjà écoulé - ce qui rendrait le paiement inutile) ?

Pour diverses raisons techniques, il était permis de le penser, même s’il ne s’agissait manifestement pas de l’intention du législateur civil - et encore moins de celle du législateur fiscal, qui ne s’était pas jusqu’à présent prononcé sur la question).

C’est cependant chose faite à présent en Wallonie, puisque la Région wallonne vient de décider de clarifier la législation fiscale, afin de l’adapter à l’existence des pactes successoraux.

Désormais, le Code des droits de succession wallon exempte de droits d’enregistrement, de manière explicite, les donations non enregistrées qui seraient mentionnées dans un pacte successoral enregistré.

En d’autres termes, une donation non enregistrée, reprise dans un pacte enregistré, ne fera pas l’objet d’un prélèvement obligatoire des droits de donation à l’occasion de cet enregistrement.

Cela n’empêche évidemment pas l’application des dispositions fiscales relatives au délai de survie de trois ans, qui reste une question tout à fait indépendante de l’existence d’un éventuel pacte civil successoral.

On peut donc désormais schématiser la question de la manière suivante :

  • les donations non enregistrées (même mentionnées dans un pacte successoral) continuent à former la base taxable aux droits de succession, en cas de décès du donateur dans les trois ans de la donation ;
  • l’enregistrement de la donation permet d’éviter ce risque, contre paiement des droits de donation (à un taux compris entre 3, 3 et 5,5 % en Région wallonne), indépendamment de l’existence éventuelle d’un pacte successoral ;
  • les donations mobilières effectuées plus de trois ans avant le décès, restent définitivement exemptes de droits de succession, l’existence éventuelle d’un pacte successoral restant sans incidence ;
  • si une donation mobilière est mentionnée dans un pacte successoral, qui sera, en vertu de la loi, nécessairement enregistré, elle ne fera pas l’objet d’un traitement fiscal différent de celui donné à une donation mobilière ne figurant pas dans un tel pacte.
Thème : Les droits de succession Auteur : Severine Segier
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator