Les articles 7 à 9 de la loi du 18 juillet 2021 portant des mesures de soutien temporaires en raison de la pandémie prévoient un avantage fiscal pour la renonciation volontaire aux loyers des mois de juin, juillet, août et/ou septembre 2021.

Pour que cet avantage fiscal soit accordé, l’entreprise doit avoir été obligée de fermer pendant au moins un jour dans le mois pour lequel il est renoncé au loyer.

Cet avantage consiste en :

• Une réduction d’impôt à l’impôt des personnes physiques (et à l’impôt des non-résidents/personnes physiques) ; ou

• Un crédit d’impôt non-remboursable à l’impôt des sociétés (et à l’impôt des non-résidents/sociétés).

Pour pouvoir bénéficier de cet avantage, les règles applicables sont les suivantes :

Pour l’impôt des personnes physiques et impôts des non-résidents/personnes physiques :

Le propriétaire, usufruitier, emphytéote, superficiaire ou possesseur qui renonce à la totalité ou à une partie du loyer et des avantages locatifs, peut revendiquer une réduction d’impôts à condition que :

• Le bien immobilier pour lequel il est renoncé au loyer soit situé en Belgique ;
• Le loyer concerne une partie du bien immobilier qui est affecté par l’entrepreneur-locataire à sa propre activité professionnelle ;
• Le locataire soit un indépendant à titre principal, une petite société ou une petite association, et qu’il ait exercé une activité professionnelle dans l’immeuble pour la période concernée ;
• Le locataire ait été obligé de fermer l’unité d’établissement dans l’immeuble concerné suite aux mesures prises par l’autorité fédérale à partir du 12 mars 2020 dans le cadre de la pandémie du COVID-19, à savoir qu’une fermeture obligatoire d’un jour pendant le mois concerné suffit ;
• Le locataire et le bailleur ne soient pas des personnes liées, c’est-à-dire des conjoints, partenaires, etc. ;
• La renonciation au loyer et aux avantages locatifs prenne la forme d’une suspension de l’obligation de payer le loyer, et qu’il soit renoncé à minimum 40 % du loyer et des avantages locatifs ;
• La renonciation soit volontaire, formelle, définitive et irrévocable, qu’elle intervienne par écrit, et qu’une copie de cet accord écrit soit remis à l’administration fiscale au plus tard de 15 novembre 2021.

En outre, il convient de noter que le montant à prendre en considération pour la réduction d’impôt ne peut s’élever à plus de 5.000 euros par mois par contrat de bail, ni à plus de 45.000 euros par contribuable pour tous les contrats de bail réunis.

Enfin, la réduction d’impôt est octroyée pour l’année de revenus 2021, liée à l’exercice d’imposition 2022. Elle est égale à 30 % du montant à prendre en compte du loyer et des avantages locatifs auxquels il est renoncé.

Pour l’impôt des sociétés et impôt des non-résidents/sociétés :

Les conditions sont en majorité les mêmes que pour l’impôt des personnes physiques et impôt des non-résidents/personnes physiques. Toutefois, la mesure à l’impôt des sociétés diffère de celle à l’impôt des personnes physiques sur les deux points suivants :

• L’avantage fiscal est accordé sous la forme d’un crédit d’impôt non-remboursable et non sous la forme d’une réduction d’impôt ; et
• Les conditions relatives aux relations entre le locataire et le bailleur sont adaptées en tenant compte du caractère de société du bailleur.

Attention : la disposition anti-abus générale (article 344 paragraphe premier du Code des impôts sur les revenus de 1992) peut être invoquée si une opération par laquelle il est fait prétention à l’avantage fiscal précité est contraire aux objectifs de la mise en place de cet avantage fiscal.

Candice JEUNIAUX

De artikelen 7 tot en met 9 van de wet van 18 juli 2021 houdende tijdelijke steunmaatregelen omwille van de pandemie voorzien in een belastingvoordeel voor de vrijwillige kwijtschelding van huurprijzen voor de maanden juni, juli, augustus en/of september 2021.

Opdat dit belastingvoordeel zou toegekend worden, moet de onderneming verplicht geweest zijn te sluiten gedurende ten minste één dag in de maand waarvoor afstand werd gedaan van de huur.

Dit voordeel bestaat uit:

• Een belastingverlaging in de personenbelasting (en niet-ingezetene/personenbelasting); of

• Een niet terug te betalen vennootschapsbelastingkrediet (en niet-ingezetene/vennootschapsbelasting).

Om van dit voordeel te genieten, zijn de volgende regels van toepassing:

Voor personenbelasting en niet-ingezeten/personenbelasting:

De eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of bezitter die afstand doet van de huur- en huurvoordelen, kan aanspraak maken op een belastingvermindering op voorwaarde dat:

• Het onroerend goed waarvoor de huur wordt kwijtgescholden zich in België bevindt;
• De huurprijs een deel van het onroerend goed betreft dat door de ondernemer-huurder wordt gebruikt voor zijn eigen beroepsactiviteit;
• De huurder een zelfstandige in hoofdberoep, een klein bedrijf of een kleine vereniging is, en dat hij gedurende de betrokken periode een beroepsactiviteit in het gebouw heeft uitgeoefend;
• De huurder verplicht was om de vestigingseenheid in het betrokken gebouw te sluiten na de maatregelen die de federale overheid vanaf 12 maart 2020 heeft genomen in het kader van de COVID-19-pandemie, namelijk dat een verplichte sluiting van één dag in de betrokken maand voldoende is;
• De huurder en de verhuurder geen verbonden personen zijn, d.w.z. echtgenoten, partners, enz.;
• De kwijtschelding van huur en huurvoordelen plaats vindt in de vorm van een opschorting van de verplichting tot betaling van de huur, en dat minimaal 40% van de huur- en huurtoeslag wordt kwijtgescholden;
• De kwijtschelding vrijwillig, formeel, definitief en onherroepelijk is, al dan niet schriftelijk, en uiterlijk op 15 november 2021 een kopie van deze schriftelijke overeenkomst aan de belastingdienst wordt verstrekt.

Bovendien moet worden opgemerkt dat het bedrag dat in aanmerking moet worden genomen voor de belastingvermindering niet meer mag bedragen dan 5.000 euro per maand per huurcontract, noch meer dan 45.000 euro per belastingplichtige voor alle huurcontracten samen.

Ten slotte wordt de belastingvermindering toegekend voor het inkomstenjaar 2021, gekoppeld aan het belastingjaar 2022. Het is gelijk aan 30% van het bedrag dat in aanmerking moet worden genomen van de huur- en huurvoordelen die kwijtgescholden worden.

Voor vennootschapsbelasting en niet-ingezeten/vennootschapsbelasting:

De voorwaarden zijn meestal dezelfde als voor personenbelasting en niet-ingezeten/personenbelasting. De vennootschapsbelastingmaatregel verschilt echter van de maatregel in de personenbelasting op de volgende twee punten:

• Het belastingvoordeel wordt toegekend onder de vorm van een niet terug te betalen belastingkrediet en niet onder de vorm van een belastingvermindering; en
• De voorwaarden met betrekking tot de relaties tussen de huurder en de verhuurder worden aangepast rekening houdend met het vennootschapskarakter van de verhuurder.

Opgelet: de algemene antimisbruikbepaling (artikel 344 eerste paragraaf van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992) kan ingeroepen worden als een verrichting waarmee bovengenoemd belastingvoordeel wordt gevorderd, in strijd is met de doelstellingen van de invoering van dat belastingvoordeel.

Candice JEUNIAUX