ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Luxemburg: de advocaten winnen tegen de fiscus

Het is een zeer belangrijke principiële kwestie die de administratieve rechtbank van Luxemburg enkele dagen geleden opgelost heeft.

De Luxemburgse administratie der directe belastingen had uit de “Panama Papers” de naam van een zeker aantal Luxemburgse advocaten geput die een al dan niet fiduciaire rol hadden gespeeld in de oprichting van offshore vennootschappen.

De administratie had zich tot hen gericht om van hen de naam van uiteindelijke begunstigden of economische begunstigden te eisen. De advocaten hebben uiteraard geweigerd op grond van hun beroepsgeheim. De administratie ging zover dat van hen dwangsommen eisten, waartegen ze beroep hebben moeten instellen voor de administratieve rechtbank.

De advocaten hebben uiteraard het beroepsgeheim ingeroepen, wat hen verhindert welk feit ook bekend te maken waarvan ze kennis krijgen in de uitoefening van hun opdracht. Ze werden ondersteund door de Orde van de Advocaten van Luxemburg die dat essentieel principe van het beroep heeft verdedigd.

De administratie meende van haar kant dat het beroepsgeheim enkel van toepassing was in de “gerechtelijke” werkzaamheden van de advocaten. De advocaten en de Orde hebben daarentegen op grond van de juridische tekst, die overigens strafrechtelijk gesanctioneerd werd, geargumenteerd dat het alle werkzaamheden van de advocaat zijn, met inbegrip van de advieswerkzaamheden, die onderworpen zijn aan dat geheim.

De administratieve rechtbank was van mening dat de verplichtingen om de administratie te informeren, wat een gevolg was van een wettelijke bepaling (Abgabenordnung) van de Duitse bezetting (1944), die nog steeds van kracht is, niet kon opwegen tegen de algemene uitzondering wat het beroepsgeheim van advocaten is, als gevolg van de Luxemburgse strafwetgeving.

Het is uiteraard een zeer belangrijke zege voor de advocaten en hun cliënten, die de Luxemburgse advocaten dus niet zien verplicht worden om hun identiteit kenbaar te maken.

De belastingadministratie heeft beroep aangetekend voor het Administratief Hof van Luxemburg.

Het is hoogst onwaarschijnlijk dat de Belgische belastingadministratie, die het beroepsgeheim erkent en overigens beschermd is door specifieke bepalingen inzake inkomstenbelastingen, dergelijke stap zal ondernemen. Het lijkt in ieder geval uitgesloten dat een dergelijke procedure op Belgisch niveau, als die al zou bestaan, ook maar enige kans op succes zou hebben.

We moeten verheugd zijn met het standpunt van de bescherming van de meest essentiële vrijheden en de rechten van de verdediging.

Auteur : Thierry Afschrift

Luxembourg : les avocats gagnent contre le fisc

C’est une question de principe très importante qu’a résolue le tribunal administratif de Luxembourg il y a quelques jours.

L’administration luxembourgeoise des contributions directes avait puisé dans les « Panama Papers » le nom d’un certain nombre d’avocats luxembourgeois qui avaient joué un rôle, fiduciaire ou non, dans la constitution de sociétés offshores.

L’administration s’était adressée à eux pour leur réclamer le nom des bénéficiaires finaux ou des bénéficiaires économiques. Les avocats ont évidemment refusé en vertu de leur secret professionnel. L’administration a été jusqu’à leur réclamer des astreintes, contre lesquelles ils ont dû se pourvoir devant le tribunal administratif.

Les avocats ont évidemment invoqué le secret professionnel, qui les empêche de révéler tout fait quelconque qu’ils apprennent dans l’exercice de leur mission. Ils ont été soutenus par l’Ordre des Avocats de Luxembourg, qui a défendu ce principe essentiel à la profession.

L’administration a considéré, de son côté, que le secret professionnel ne serait applicable que dans l’activité « judiciaire » des avocats. Les avocats et l’Ordre ont au contraire soutenu, sur la base du texte légal, d’ailleurs sanctionné pénalement, que c’est l’ensemble de l’activité de l’avocat, y compris celle de consultation, qui est soumise à ce secret.

Le tribunal administratif a considéré que les obligations d’informer l’administration, qui résultaient d’une disposition légale (Abgabenordnung) de l’occupation allemande (1944), toujours en vigueur, ne pouvait prévaloir sur l’exception générale qui est le secret professionnel des avocats, résultant de la législation pénale luxembourgeoise.

C’est évidemment une très importante victoire pour les avocats et pour leurs clients, qui ne risquent donc pas de voir les avocats luxembourgeois être obligés de révéler leur identité.

L’administration fiscale s’est pourvue en appel devant la Cour administrative du Luxembourg.

Il est très peu probable que l’administration fiscale belge, qui reconnaît le secret professionnel, protégé d’ailleurs par des dispositions spécifiques en matière d’impôts sur les revenus, tente une telle démarche. Il paraît en tout cas exclu qu’au niveau belge une telle procédure, si jamais elle devait exister, ait des chances quelconques de succès.

Il faut s’en réjouir du point de vue de la protection des libertés les plus essentielles, et des droits de la défense.

Auteur : Thierry Afschrift
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator