ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Vente et simulation : la Cour de cassation réaffirme le choix licite de la voie la moins imposée

La Cour de cassation a récemment cassé un arrêt de la Cour d’appel de Liège concluant à la simulation dans l’affaire suivante.

Une dame avait fait une donation le 26 août 2011 d’un montant de 710.000 euros à sa filleule et légataire universelle, peu de temps avant son décès, survenu le 7 septembre 2011. La donation avait été enregistrée le 26 août et les droits d’enregistrement payés.

La dame lui avait ensuite vendu, par compromis du 29 août 2011, deux immeubles dont le prix, respectivement 250.000 et 150.000 euros, avait été payé le 30 août 2011, avec l’argent donné et arrivé sur le compte de la filleule le 29 août 2011. Les compromis furent enregistrés en décembre 2011.

La dame avait enfin procédé le 29 août 2011 à une donation enregistrée avec paiement des droits, d’un montant de 400.000 euros. Le versement des fonds ainsi donnés fut effectué le 30 août 2011 et la donation fut enregistrée ce même jour.

La cour d'appel de Liège avait considéré que l'enregistrement des compromis de vente était tardif par rapport à l'enregistrement de la seconde donation pourtant réalisée le même jour et qu'il y avait donc simulation.

La Cour de cassation ne va pas admettre ce raisonnement.

Elle rappelle qu’il n'y a ni simulation prohibée à l'égard du fisc ni, partant, fraude fiscale lorsque, en vue de bénéficier d'un régime fiscal plus favorable, les parties, usant de la liberté des conventions, sans toutefois violer aucune obligation légale, établissent des actes dont elles acceptent toutes les conséquences, même si ces actes sont accomplis à la seule fin de réduire la charge fiscale.

La Cour de cassation ne suit pas la Cour d’appel de Liège qui soulignait que « les ventes avaient été consenties peu de temps avant le décès de C. P., période particulièrement suspecte, la demanderesse ayant été instituée légataire universelle dans la succession de l'intéressée », qu'il y a « simultanéité entre ces ventes et la donation d'un montant correspondant au produit de ces ventes, le prétendu prix de vente n'étant ainsi ‘acquis à la venderesse qu'un instant de raison' » puisque cette somme « a été versée par [la demanderesse] à C. P. en date du 30 août 2011 et que, le même jour, la somme a été directement reversée par C. P. à la demanderesse», que « l'acheteuse n'est pas en mesure d'établir qu'elle disposait des fonds nécessaires à cet achat, hormis les sommes remises par la venderesse le 26 août 2011 dont elle a été créditée le 29 août, jour de la signature des compromis », que l'enregistrement des compromis de vente est « tardif par rapport à l'enregistrement de la seconde donation de 400.000 euros pourtant réalisée le même jour » et que « les ventes concernent l'ensemble du patrimoine immobilier de la défunte », qui avait le « désir manifeste d'avantager sa filleule ».

A bon droit, la Cour de cassation considère que, de ces énonciations, la Cour d’appel n'a pu, sans méconnaître la notion légale de simulation, déduire que « les parties aux conventions litigieuses, n'ont pas accepté toutes les conséquences des conventions » et que « le prétendu acte de vente déguise en réalité une donation ».

La Cour de cassation casse dès lors l’arrêt de la Cour d’appel de Liège et confirme l’absence de simulation, lorsque, en vue de bénéficier d'un régime fiscal plus favorable, les parties, usant de la liberté des conventions, établissent des actes dont elles acceptent toutes les conséquences, même si ces actes sont accomplis à la seule fin de réduire la charge fiscale.

Ce faisant, la Cour réaffirme le choix licite de la voie la voie la moins imposée.

Thème : Les droits de succession Auteur : Pascale Hautfenne

Verkoop en simulatie: het Hof van Cassatie herbevestigt de rechtmatige keuze van de minst belaste weg

Het Hof van Cassatie heeft onlangs een arrest verbroken van het Hof van Beroep van Luik die besliste tot de simulatie in de volgende zaak. Een dame had op 26 augustus 2011 een schenking gedaan van 710.000 euro aan haar metekind en algemene legataris, kort voor haar overlijden op 7 september 2011. De schenking werd op 26 augustus geregistreerd en de registratierechten werden betaald.

Daarna had de dame haar via compromis van 29 augustus 2011 twee gebouwen verkocht waarvan de prijs, respectievelijk 250.000 en 150.000 euro op 30 augustus 2011 werd betaald, met het geld dat op 29 augustus 2011 werd gegeven en dan op de rekening van het metekind werd gestort. De compromis werd in december 2011 geregistreerd.

Op 29 augustus 2011 heeft de dame dan een geregistreerde schenking met betaling van de rechten van een bedrag van 400.000 euro gedaan. De storting van de fondsen die zo werden gegeven, werd op 30 augustus 2011 uitgevoerd en de schenking werd diezelfde dag geregistreerd.

Het Hof van Beroep van Luik was van mening dat de registratie van de verkoopcompromissen te laat gebeurde in vergelijking met de registratie van de tweede schenking die nochtans op dezelfde dag plaatsvond en dat er dus sprake was van simulatie.

Het Hof van Cassatie zal deze redenering niet aannemen.

Ze herhaalt dat er noch een verboden simulatie is tegenover de fiscus, noch, derhalve, fiscale fraude wanneer, met het oog om te genieten van een voordeliger belastingstelsel, de partijen die gebruik maken van de vrijheid van overeenkomsten, zonder echter enige wettelijke verplichting te schenden, verrichtingen doen waarvan zij alle gevolgen aanvaarden, ook als deze verrichtingen worden volbracht met als enig doel de fiscale last te verminderen.

Het Hof van Cassatie volgt het Hof van Beroep van Luik niet, dat opmerkte dat "de verkopen kort voor de dood van C. P., een bijzonder verdachte periode, werden gedaan, aangezien de eiser in de nalatenschap van de betrokkene als algemene legataris werd ingesteld", dat er "een gelijktijdige verkoop was en de schenking van een bedrag dat overeenkomt met de opbrengst van deze verkopen, de zogenaamde verkoopprijs wordt zo slechts voor een kort moment toekomt aan de verkoper" aangezien deze som “werd gestort door [de eiseres] aan C.P. op 30 augustus 2011 en dat de som dezelfde dag onmiddellijk werd doorgestort door C.P. aan de eiseres”, dat “de koopster niet kan aantonen dat ze over de nodige fondsen voor deze aankoop beschikte, behalve de sommen die haar door de verkoopster werden gegeven op 26 augustus 2011 en die haar werden gecrediteerd op 29 augustus, de dag van de ondertekening van de compromis, dat de registratie van de verkoopcompromis “laattijdig is in vergelijking met de registratie van de tweede schenking van 400.000 euro die nochtans op dezelfde dag werd gerealiseerd” en dat “de verkopen het gehele onroerend vermogen van de overledene betreffen, die “de manifeste wil had om haar metekind te bevoordelen”.

Het Hof van Cassatie meent terecht dat het Hof van Beroep uit deze gegevens niet heeft kunnen afleiden dat “de partijen tot de betwiste overeenkomsten niet alle gevolgen van de overeenkomsten hebben aanvaard” zonder het wettelijk begrip van simulatie te miskennen en dat “de vermeende verkoopakte in realiteit een vermomde schenking is”.

Het Hof van Cassatie verbreekt bijgevolg het arrest van het Hof van Beroep van Luik en bevestigt de afwezigheid van simulatie wanneer, met het oog om te genieten van een voordeliger belastingstelsel, de partijen die gebruik maken van de vrijheid van overeenkomsten, zonder echter enige wettelijke verplichting te schenden, verrichtingen doen waarvan zij alle gevolgen aanvaarden, ook als deze verrichtingen worden volbracht met als enig doel de fiscale last te verminderen.

Hierdoor herbevestigt het Hof de rechtmatige keuze van de minst belaste weg.

Thema : Successierechten Auteur : Pascale Hautfenne
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator