ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Que se passe-t-il lorsque le taux d’émission de CO2 déclaré des véhicules de société ne correspond pas à la réalité ?

Il règne depuis quelques semaines une certaine méfiance vis-à-vis de certains constructeurs automobiles, suite à la découverte de subterfuges sensés truquer les tests visant à déterminer les taux de polluant dégagés par leurs véhicules.

En Belgique, le taux d’émission de CO2 / km des véhicules est une donnée importante utilisée dans toute une série de législations fiscales. En résumé, plus un véhicule est (ou est sensée être) propre, moins il émet de CO2 et moins son usage est taxé. L’objectif est ainsi de guider les automobilistes vers des véhicules moins polluants.

Pour les constructeurs, afficher un faible taux de CO2 est finalement un plus au niveau du marketing (protection de l’environnement), mais aussi un argument financier vis-à-vis de l’utilisateur et de l’employeur.

Examinons quelques cas dans lesquels le taux de CO2 entre en compte pour la détermination du montant de l’impôt dû :
  • toute mise à disposition d’une voiture de société pour un usage privé à un salarié ou à un dirigeant constitue un avantage de toute nature imposable dans son chef. Contrairement aux autres avantages accordés, l’attribution d’une voiture de société ne tient pas compte de la valeur réelle de l’avantage pour le bénéficiaire, mais tient compte d’un calcul forfaitaire, tenant en compte la valeur catalogue du véhicule et des émissions de CO2 de celui-ci (ainsi que d’un taux de référence fixé annuellement).
  • le pourcentage de déductibilité des frais liés aux voitures de sociétés dépend du taux d’émission de CO2 (de 50 % pour les voitures avec le plus d’émissions jusqu’à 120 % pour les voitures électriques).
  • la taxe de mise en circulation pour les véhicules immatriculés en Wallonie comprenait jusqu’à récemment une composante éco-malus lorsque les véhicules immatriculés émettent plus de 145 gr de CO2 / km parcouru.
  • la taxe de mise en circulation en Région Flamande tient également compte du taux d’émission de CO2.
  • la contribution patronale de solidarité CO2 est également calculée en fonction du taux d’émission de CO2 de chaque véhicule mis à disposition d’un travailleur.

Le choix d’un véhicule en fonction de son taux d’émission de CO2 peut dès lors avoir des conséquences financières importantes.

Prenons l’hypothèse d’un constructeur automobile affirmant que le taux d’émission de CO2 / km d’un de ses modèles diesel ou essence est largement inférieur à la réalité et que l’administration fiscale l’apprenne.

Les différentes administrations fiscales compétentes pourraient constater avoir perçu des impôts insuffisants concernant les contribuables ayant choisi le véhicule en question, portant sur les différentes législations applicables précitées.

L’administration fiscale pourrait ensuite exiger des suppléments d’impôts aux contribuables concernés. Ces derniers pourront arguer avoir été trompés et se retourner, le cas échéant, contre leurs vendeurs s’ils ont acheté un véhicule neuf.

Dans l’hypothèse où il devait s’agir d’un véhicule d’occasion acheté à un non-professionnel, celui-ci ne sera, en principe, en rien responsable (sauf éventuellement dans l’hypothèse peu probable où il aura lui-même donné une garantie concernant le taux d’émission de CO2). Il pourrait également, dans ce cas, être plus difficile de trouver la bonne personne morale à qui s’adresser (importateur, concessionnaire, constructeur…, belge ou étranger…) pour obtenir le remboursement du supplément d’impôt payé. </p>

Aucune amende et aucun accroissement d’impôt ne devraient toutefois être infligés aux contribuables en question, car il leur aura généralement été impossible de constater ou de vérifier que le taux d’émission de CO2 qu’ils ont appliqué ne correspondait pas à la réalité.

Suite au prochain épisode.

Auteur : Tristan Krstic

Wat gebeurt er wanneer het co2-uitstootgehalte die voor bedrijfswagen wordt aangegeven niet overeenstemt met de werkelijkheid?

Sinds enkele weken heerst er een zeker wantrouwen tegenover sommige autoconstructeurs, dit ten gevolge van de ontdekking van smoesjes die aangewend worden om te knoeien met de testen die het gehalte bepalen aan vervuilende stoffen die door hun voertuigen worden uitgestoten.

In België is het CO2-uitstootgehalte/km van voertuigen een belangrijk gegeven die in een hele reeks belastingwetgevingen wordt gebruikt. Kort samengevat, hoe properder een voertuig is (of zou moeten zijn), hoe minder CO2 hij uitstoot en hoe minder zijn gebruik wordt belast. Het doel is om de automobilisten zo te leiden naar minder vervuilende voertuigen.

Voor de constructeurs is het aangeven van een zwakke CO2-uitstoot uiteindelijk een pluspunt op marketingvlak (bescherming van het milieu), maar het is ook een financieel argument tegenover de gebruiker en de werkgever.

Laten we enkele gevallen onderzoeken waarin met de CO2-uitstoot rekening wordt gehouden voor het bepalen van het bedrag van de verschuldigde belasting:

  • elke ter beschikkingstelling van een bedrijfswagen voor persoonlijk gebruik aan een werknemer of aan een directeur houdt een voordeel van alle aard in dat belastbaar is in zijn hoofde. In tegenstelling tot de andere toegekende voordelen, houdt de toekenning van een bedrijfswagen geen rekening met de reële waarde van het voordeel voor de begunstigde, maar houdt het rekening met een forfaitaire berekening, rekening houdend met de cataloguswaarde van het voertuig en zijn CO2-uitstoot (alsook met een referentiepercentage dat jaarlijks wordt vastgelegd).
  • het percentage van aftrekbaarheid van de kosten die verbonden zijn met bedrijfswagens hangt af van het CO2-uitstootgehalte (van 50% voor wagens met de meeste uitstoot tot 120% voor elektrische wagens).
  • de verkeersbelasting voor voertuigen die ingeschreven zijn in Wallonië omvatte tot voor kort een eco-malus component wanneer de ingeschreven voertuigen meer dan 145 gr CO2 /gereden km uitstoten.
  • de verkeersbelasting in het Vlaams Gewest houdt ook rekening met het CO2-uitstootgehalte.
  • de patronale solidariteitsbijdrage voor CO2 wordt ook berekend in functie van het CO2-uitstootgehalte van elk voertuig die ter beschikking wordt gesteld van een werknemer.

De keuze van een voertuig in functie van zijn CO2-uitstootgehalte kan dus belangrijke financiële gevolgen hebben.

Laten we de hypothese nemen van een autoconstructeur die beweert dat het CO2-uitstootgehalte/km van één van zijn diesel- of benzinemodellen veel lager is dan in realiteit en dat de belastingadministratie dit verneemt.

De verschillende bevoegde belastingadministraties zouden kunnen vaststellen dat ze onvoldoende belastingen hebben ontvangen voor wat betreft de belastingplichtigen die het betrokken voertuig hebben gekozen, met betrekking op de verschillende hiervoor genoemde toepasselijke wetgevingen.

De belastingadministratie zou daarna bijkomende belastingen van de betrokken belastingplichtigen kunnen eisen. Deze laatste zouden kunnen argumenteren dat ze bedrogen geweest zijn en, indien het geval zich voordoet, zich keren tegen hun verkopers indien ze een nieuw voertuig gekocht hebben.

In de veronderstelling dat het zou gaan om een tweedehands voertuig dat gekocht werd bij een particulier, dan zal deze in principe nergens verantwoordelijk voor zijn (behalve eventueel in de weinig waarschijnlijke veronderstelling dat hijzelf een garantie zou gegeven hebben voor wat betreft het CO2-uitstootgehalte). In dat geval zou het ook moeilijker kunnen zijn om de juiste aan te spreken rechtspersoon te vinden (invoerder, concessionaris, constructeur …, Belgische of buitenlandse….) teneinde de teruggave van het betaalde belastingsupplement te bekomen. Geen enkele boete of belastingverhoging zou echter aan de betrokken belastingplichten worden opgelegd, aangezien het voor hen over het algemeen onmogelijk was om vast te stellen of na te gaan of het CO2-uitstootgehalte die ze toegepast hebben niet met de realiteit overeenstemde.

Ten slotte heeft de Minister van Financiën aan de pers verklaard dat de burgers niet fiscaal moeten benadeeld worden omwille van fraude gepleegd door een constructeur. Deze verklaring zou bij de belastingadministratie in herinnering kunnen gebracht worden indien deze zou proberen om de situatie van een bedrogen belastingplichtige te herbekijken.

Wordt vervolgd.

Auteur : Tristan Krstic
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator