ours-idefisc

Idefisc — Belastingsnieuws

Mobiliteit en koopkracht: een vreemde expertise

Net als bij Covid heeft de regering daarom experts aangesteld, uiteraard gekozen op basis van hun politieke affiniteiten, om haar een mening te geven over de strijd om de koopkracht op peil te houden.

Op het vlak van mobiliteit hebben ze enigszins verrast en voorgesteld om de snelheid op de snelweg verder te verlagen en de zogenaamde "subsidies" voor bedrijfswagens te verminderen. Geen van deze remedies is eigenlijk geschikt en men voelt onmiddellijk hun ideologische connotatie.

Dus als we langzamer rijden op de snelweg verbruiken we natuurlijk iets minder en betalen we dus minder voor brandstof. Daarvoor hebben we geen verbod nodig; het is een keuze die iedereen kan maken zonder dat het hoeft. Individuen zijn intelligent genoeg om te kiezen: een beetje winnen aan gaskosten, of tijd overhouden om te werken en misschien meer verdienen. Aan de andere kant, wanneer bestuurders in sommige steden gedwongen worden om met minder dan 30 per uur te rijden, worden ze gedwongen om meer te consumeren, omdat we met deze snelheid bijvoorbeeld veel meer verbruiken dan met 60 per uur. Het schrappen van deze verplichting zou dus kunnen leiden tot besparingen op de brandstofkosten.

Er wordt ook gevraagd om de "subsidies" op bedrijfswagens te verminderen. Deze subsidies bestaan niet. Niemand dringt tot op heden aan op de aankoop van thermische auto's. Wat er wel is, is een lagere belasting op het voordeel alle aard dan ook dat wordt toegekend aan personeelsleden die een auto besturen waarvan het gebruik hen door het bedrijf wordt aangeboden. Iedereen weet dat de evaluatie van dit voordeel alle aard dan ook voordelig blijft en dat de werknemer uiteindelijk minder betaalt. Dit is een zeer goede maatregel om de koopkracht van werknemers te garanderen, en het is verrassend dat een groep die verantwoordelijk is voor het verdedigen van diezelfde koopkracht voorstelt om deze te verwijderen.

Als werkgevers gedwongen worden om het gebruik van bedrijfswagens af te schaffen, zullen ze brutolonen moeten betalen die zwaarder belast zullen worden, en als de werknemer toch een auto wil kopen of huren, zal hij uiteindelijk meer belasting betalen en zal zijn koopkracht dalen.

Het is toch vreemd dat een groep "experts" precies het tegenovergestelde voorstelt van wat hen wordt gevraagd te vinden.

Om de koopkracht te verminderen, is er echter een voor de hand liggende maatregel die niemand wil overwegen: we zouden misschien de belastingen kunnen verlagen ...

Auteur : Typhanie Afschrift

Mobilité et pouvoir d’achat : une étrange expertise

Comme pour le Covid, le gouvernement a donc désigné des experts, évidemment choisis en fonction de leurs affinités politiques, pour lui donner des avis à propos de la lutte pour maintenir le pouvoir d’achat.

En matière de mobilité, ceux-ci ont quelque peu surpris, en proposant de réduire davantage la vitesse sur autoroute, et de réduire les prétendus « subsides » aux voitures de société. Aucun de ces remèdes n’est en réalité approprié et on sent immédiatement leur connotation idéologique.

Alors, bien sûr, si l’on roule moins vite sur autoroute, on va consommer un peu moins, et on paiera donc moins cher son carburant. Pour cela, il ne faut pas une interdiction ; il s’agit d’un choix que chacun peut adopter sans y être obligé. Les individus sont suffisamment intelligents pour choisir : gagner un peu sur les frais d’essence, ou garder du temps pour travailler et peut-être gagner plus.

En revanche, lorsqu’on oblige les conducteurs à rouler à moins de 30 à l’heure dans certaines villes, on les oblige à consommer plus, puisqu’à cette vitesse on consomme bien davantage qu’à 60 à l’heure, par exemple. La suppression de cette obligation pourrait, dès lors permettre de faire des économies sur le coût des carburants.

On invite aussi à réduire les « subsides » sur les voitures de société. Ces subsides n’existent pas. Personne ne pousse à l’achat de voitures thermiques à ce jour. Ce qui existe, c’est une taxation moins importante sur l’avantage de toute nature accordé aux membres du personnel qui circulent avec une voiture dont l’usage leur est offert par la société. Chacun sait que l’évaluation de cet avantage de toute nature reste avantageuse, et que le travailleur finit par payer moins. C’est une très bonne mesure pour garantir le pouvoir d’achat des employés, et il est surprenant qu’un groupe chargé de la défense de ce même pouvoir d’achat suggère de la supprimer.

Si l’on contraint les employeurs à supprimer l’usage des voitures de société, il faudra qu’ils paient des salaires bruts qui seront plus lourdement taxés, et, si le travailleur veut quand même acquérir ou louer une voiture, il paiera finalement plus d’impôt, et son pouvoir d’achat sera réduit.

Il est quand même étrange qu’un groupe d’« experts » propose exactement le contraire de ce qu’il lui est demandé de trouver.

Pourtant, pour réduire le pouvoir d’achat, il y a une mesure évidente que personne ne veut envisager : on pourrait peut-être réduire les impôts…

Auteur : Typhanie Afschrift
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator