ours-idefisc

Idefisc — Actualités fiscales

Lutte contre l’ « exil fiscal  » : la France ruse et sort gagnante de son bras de fer avec la Suisse ! Son exemple sera t-il suivi par d’autres ?

La Suisse s’impose, depuis de très nombreuses années, au titre de « terre d’accueil » de très nombreux « exilés fiscaux », français notamment.

Ce pays offre un statut fiscal fort attractif pour tout contribuable qui dispose de moyens élevés.

En effet, les étrangers résidant en Suisse peuvent, sous la condition de ne pas y travailler, bénéficier, dans la plupart des cantons, d’un système spécifique dénommé communément "forfait fiscal".

En réalité, ces étrangers y sont imposés non sur leurs revenus, mais bien sur leurs dépenses. Le plus souvent, les autorités fiscales cantonales prélèveront au titre d’impôt un montant correspondant à cinq fois la valeur locative de leur résidence principale (en suisse). Pour les contribuables hautement fortunés, il y aura en sus application d’une majoration de 30%.

De par l’application des conventions préventives de la double imposition, particulièrement les critères s’imposant afin de déterminer la résidence fiscale d’un contribuable dont la situation présente des rattachements envers 2 Etats conventionnés, ces contribuables échappent ainsi au poids de la fiscalité de leur Etat d’origine.

Les conventions préventives ne renvoient effectivement au critère de la nationalité qu’à titre subsidiaire : la résidence fiscale (et la soumission au régime fiscal applicable dans l’Etat de cette résidence) se détermine par priorité en ayant égard aux critères du « foyer d’habitation permanent », du « centre des intérêts vitaux» ou encore du « séjour habituel ».

Par l’effet combiné des conventions préventives et de ce statut fiscal privilégié, la Suisse attire de nombreux contribuables vivant le plus souvent de leur fortune, et des revenus qu’elle produit. Jusqu’à présent, il n’était pas fait de distinction, en ce qui concerne les contribuables de nationalité française exilés en Suisse, selon que la « source » de leurs revenus était ou non située en France.

La France vient de rendre le statut du « forfait fiscal » et ses avantages inopérants, dans le chef des français « évadés » en Suisse. Ceci sans passer par la procédure fastidieuse de renégociation de la convention qui la lie à la Suisse.

Certaines conventions préventives conclues par la Suisse, dont celles liant cet Etat à la France, ou encore à la Belgique, prévoient certaines restrictions en présence de contribuables bénéficiant d’un régime fiscal « privilégié ».

De tels contribuables sont considérés comme exclus du bénéfice de la convention préventive de la double imposition conclue entre leur pays d’origine et la Suisse, et ne peuvent de ce fait se prévaloir des dispositions conventionnelles pour faire échec à une double taxation éventuelle d’un même revenu…

La convention franco-helvétique exclut depuis toujours des règles de non double imposition les Français installés en Suisse sous le régime du « forfait fiscal », mais exerçant une activité en France ou qui y perçoivent des dividendes.

Jusqu’à ce jour, l’administration fiscale française tolérait toutefois cette situation, et accordait le bénéfice de la convention à ces contribuables à condition qu’ils acceptent une majoration de leur forfait fiscal de 30%. Par une simple circulaire adoptée le 26 décembre, l’administration fiscale française a mis un terme à cette tolérance : depuis le 1er janvier 2013, les français exilés en Suisse où ils bénéficiaient d’un « forfait fiscal » sans être imposables en France (hormis 15% de retenue à la source sur les dividendes de source française), seront désormais imposables en France, sur leurs revenus et patrimoine provenant de France.

La Suisse, prise au dépourvu par cette mesure, reste confiante quant au sort des Français qui se trouvent dans une telle situation. Elle estime, et a fait savoir, que bien que les autorités françaises refusent désormais de reconnaître le bénéfice de la convention préventive, les contribuables concernés devraient s’en remettre aux tribunaux, avec bon espoir d’obtenir gain de cause !

Une telle réaction est loin d’être rassurante pour les contribuables, d’autant plus que la France vient d’obtenir, le 11 juillet 2013, une renégociation de la seconde convention la liant à la Suisse, en matière de succession cette fois.

Les résidents fiscaux suisse bénéficient par principe de la législation de droit commun en vigueur en matière de succession, qui impose leur succession, selon les cantons, à un tarif variant de 0 à 6% de la valeur du patrimoine transmis. Ce tarif s’applique également aux héritiers non résidents en Suisse.

A l’avenir, lors du décès d’un Français résident suisse, outre les droits suisses de succession, les héritiers résidant en France devront acquitter la différence entre l’impôt suisse (au taux maximum de 6%) et l’impôt français (susceptible de s’élever à 45%)!

L’accord franco-suisse doit encore être validé par les cantons et le parlement. Il pourrait n’entrer en vigueur qu’en 2015.

La France a osé s’attaquer aux conventions préventives de la double imposition, et elle sort gagnante de ce combat.

L’on peut se demander si la Belgique entendra faire de même. Elle est liée à la Suisse par une seule convention bilatérale, en matière d’impôts sur les revenus et la fortune.

Ici également, le contribuable bénéficiant d’un « forfait fiscal » est exclu du bénéfice de la convention préventive. Ici également, une tolérance administrative permet de revendiquer le bénéfice de la convention, pour le contribuable qui peut prouver que le régime fiscal dont il bénéficie, en Suisse, sur le revenu concerné, est identique, qu’il soit imposé « sur la dépense » ou selon le droit commun…

Une telle modification impliquerait évidemment une modification des critères d’imposition applicables en droit commun, particulièrement les revenus mobiliers.

Le sujet est à suivre… mais il s’agit d’un exemple surprenant de modification « unilatérale » des conventions bilatérales préventives de la double imposition.

Auteur : Melanie Daube

De strijd tegen de « fiscale uitwijkplaatsen »: Frankrijk is slim en komt als winnaar uit de krachtmeting met Zwitserland! Zal haar voorbeeld door anderen gevolgd worden?

Sinds vele jaren laat Zwitserland zich erkennen als « gastland” voor vele “fiscale uitwijkelingen”, vooral Fransen.

Dit land biedt een zeer aantrekkelijk fiscaal statuut aan voor elke belastingplichtige die over een groot vermogen beschikt.

Het is inderdaad zo dat buitenlanders die in Zwitserland verblijven, op voorwaarde dat ze er niet werken, in de meeste kantons kunnen genieten van een specifiek systeem dat doorgaans “fiscaal forfait” genoemd wordt.

In realiteit worden deze buitenlanders er niet belast op hun inkomsten, maar wel op hun uitgaven. Meestal zullen de fiscale autoriteiten van de kantons ten titel van belasting een bedrag afhouden dat overeenkomt met vijf keer de huurwaarde van hun hoofdverblijfplaats (in Zwitserland). Voor de zeer gefortuneerde belastingplichtigen zal er daarenboven een verhoging van 30% toegepast worden.

Als gevolg van de toepassing van de verdragen ter voorkoming van de dubbele belasting, in het bijzonder de criteria die van toepassing zijn om de fiscale woonplaats te bepalen van een belastingplichtige wiens huidige situatie verbondenheid vertoont met 2 landen die door het verdrag verbonden zijn, ontsnappen deze belastingplichtigen zo aan de fiscale van hun land van herkomst.

De preventieve verdragen verwijzen inderdaad slechts naar het nationaliteitscriterium ten subsidiaire titel: de fiscale woonplaats (en de onderworpenheid aan het fiscaal regime dat van toepassing is in het land waar hij zijn woonplaats heeft) wordt in de eerste plaats bepaald op basis van de criteria van « permanente verblijfplaats », van « centrum van levensinteresses » of nog van « normaal verblijf ».

Door het gecombineerde effect van de preventieve verdragen en van dit bevoorrecht fiscaal statuut, trekt Zwitserland vele belastingplichtigen aan die meestal van hun fortuin leven en van de inkomsten die dat fortuin opleveren. Tot op vandaag wordt er geen onderscheid gemaakt voor wat betreft de belastingplichtigen met de Franse nationaliteit die in Zwitserland gaan wonen zijn, al naargelang de “bron” van hun inkomsten al dan niet in Frankrijk gevestigd was.

Frankrijk heeft zopas het statuut van « fiscaal forfait » en haar voordelen inefficiënt gemaakt, in hoofde van de naar Zwitserland « uitgeweken » Fransen. Dit zonder een beroep te doen op de lange procedure van heronderhandeling van het verdrag dat haar verbindt met Zwitserland.

Bepaalde preventieve verdragen die met Zwitserland werden afgesloten, waaronder deze die dit land aan Frankrijk verbinden, of ook nog aan België, voorzien bepaalde beperkingen voor belastingplichtigen die van een « bevoorrecht » fiscaal regime genieten.

Dergelijke belastingplichtigen worden beschouwd als uitgesloten van het voordeel van het verdrag ter voorkoming van de dubbele belasting die werd afgesloten tussen hun land van herkomst en Zwitserland, en kunnen dus niet profiteren van de verdragsbepalingen om een mogelijke dubbele belasting van dezelfde inkomsten te voorkomen ...

Het Frans-Zwitsers verdrag sluit al sinds het begin de Fransen die zich in Zwitserland gevestigd hebben onder het regime van het “fiscaal forfait”, maar die een activiteit in Frankrijk uitoefenen of er dividenden ontvangen, uit van de regels van de niet-dubbele belasting.

Tot op vandaag heeft de Franse fiscale administratie echter deze situatie getolereerd en kende zij het voordeel van het verdrag aan haar belastingplichtigen toe, op voorwaarde dat zij een verhoging van hun fiscaal forfait met 30% aanvaarden.

Met een simpele aangepaste omzendbrief op 26 december heeft de Franse fiscale administratie een einde gemaakt aan deze tolerantie: sinds 1 januari 2013 zullen de Fransen die uitgeweken zijn naar Zwitserland waar zij van een « fiscaal forfait » genoten zonder belastingplichtig te zijn in Frankrijk (met uitzondering van 15% afhouding aan de bron op dividenden van Franse oorsprong), voortaan onderworpen zijn aan de belastingen in Frankrijk voor wat betreft hun inkomsten en vermogen afkomstig van Frankrijk.

Zwitserland, dat overvallen werd door deze maatregel, behoudt het vertrouwen in het lot van de Fransen die zich in zo een situatie bevinden. Ze is van mening en heeft laten weten, dat ook al weigeren de Fransen autoriteiten voortaan om het voordeel van het preventieve verdrag te erkennen, de betrokken belastingplichtigen zich hiertegen moeten verzetten voor de rechtbanken, met goede hoop hun gelijk te halen!

Dergelijke reactie is verre van geruststellend voor de belastingplichtigen, zeker wetende dat Frankrijk zopas, op 11 juli 2013, een heronderhandeling wist te bekomen van het tweede verdrag dat haar verbindt aan Zwitserland, deze keer inzake erfenissen.

De Zwitserse fiscale verblijvers genieten uit principe van de wetgeving van gewoonterecht dat van kracht is inzake erfenissen, die hun erfenis, al naargelang de kantons, belast aan een tarief van 0 tot 6% van de waarde van het overdragen vermogen. Dit tarief is ook van toepassing op de erfgenamen die niet in Zwitserland wonen.

In de toekomst, wanneer een Fransman overlijdt in Zwitserland, zullen de erfgenamen die in Frankrijk wonen, bovenop de Zwitserse successierechten, ook het verschil tussen de Zwitserse belasting ( met een maximum tarief van 6%) en de Franse belasting (die mogelijks kan oplopen tot 45%) moeten betalen!

Het Frans-Zwitsers akkoord moet nog door de kantons en het parlement goedgekeurd worden. Het kan pas in 2015 in werking treden.

Frankrijk heeft het aangedurfd om de verdragen ter voorkoming van de dubbele belasting aan te vechten en ze komt als winnaar uit deze strijd.

Men kan zich de vraag stellen of België van plan is om hetzelfde te doen. Zij is met één enkel bilateraal verdrag betreffende de belastingen op inkomsten en fortuin aan Zwitserland verbonden.

Hier ook is de belastingplichtige die geniet van een « fiscaal forfait » uitgesloten van het voordeel van het preventief verdrag. Hier ook laat een administratieve tolerantie toe om het voordeel van het verdrag op te eisen, voor een belastingplichtige die kan aantonen dat het fiscaal regime op het betrokken inkomen waarvan hij geniet in Zwitserland, identiek is, of hij nu belast wordt volgens “de uitgave” of volgens het gewoonterecht….

Dergelijke wijziging zou uiteraard een wijziging van de belastingcriteria met zich meebrengen die in het gemeenrecht en in het bijzonder de roerende inkomsten, van toepassing zijn.

Het onderwerp moet opgevolgd worden…maar het gaat hier om een verrassend voorbeeld van een “eenzijdige” wijziging van bilaterale verdragen ter voorkoming van de dubbele belasting.

Auteur : Melanie Daube
ours-idefisc
Idefisc — Actualités Fiscales
©2003-2020 Idefisc & Words and Wires W3validator